Nieuwsgierig
Bij Marcus 1,40-45
Wat is daar aan de hand? Allemaal mensen staan bij elkaar te drommen. Remy ziet dat mensen hun mobiel boven hun hoofd houden en foto’s maken. Maar waarvan of van wie? Zou er iemand binnen zitten bij dat café? Een bekend iemand misschien, een beroemdheid? Remy gaat op zijn tenen staan.
‘Hij is het echt,’ zegt opeens een meneer naast hem. ‘En hij is goed, joh! Ik kan het weten, kijk maar.’ De meneer laat aan Remy zijn armen met opgestroopte mouwen zien. ‘Zie je, helemaal gaaf!’
Remy kijkt van de armen van de meneer naar de mensen die voor het raam van het café staan. Nu begrijpt hij het. Dit is vast weer zo iemand die ziek was en nu genezen is, door ene Jezus. Die verhalen hoor je de laatste tijd heel vaak. Elke keer als er weer een bijzondere genezing plaatsvindt, stuurt iedereen elkaar razendsnel berichtjes door en proberen de mensen zo snel mogelijk te achterhalen waar Jezus is. Iedereen wil die Jezus weleens in levende lijve zien.
‘Ik mocht niets zeggen van hem,’ zegt de meneer, ‘maar ik kon het niet laten. Het is toch ook bijzonder? Maar ja, zo’n Jezus, moet je nagaan, die kan dus in deze tijd niet eens meer rustig over straat. Dat is natuurlijk ook wel erg.’ Remy denkt na over wat de meneer zegt. En opeens heeft hij een idee. Hij loopt naar voren en trekt de mensen één voor één aan hun jasje. ‘Hebt u het al gehoord, van de nieuwste genezing hier een eind verderop? Jezus kan ook op afstand genezen, ongelooflijk hè?’ En ja hoor, één voor één lopen de mensen weg, nieuwsgierig naar de volgende hype.
Als iedereen weg is, komt er een man uit het café. Hij kijkt verbaasd om zich heen en glimlacht dan. Remy ziet het van een afstandje gebeuren en glimlacht ook. ‘Mooi zo,’ denkt hij tevreden.
Bij Marcus 1:40-45