Menu

Premium

Op weg

Bijbelwetenschappen

4e zondag van de zomer (Jesaja 52:1-6, Psalm 85 en Marcus 6:6b-13)

Miskend in zijn eigen stad, verlamd door de reacties in het dorp waar Hij is opgegroeid, trekt Jezus verder. Hij roept de kerngroep van twaalf vrienden bij zich en zendt hen uit en geeft hun macht over onreine geesten. Uitgerust met een staf en een paar sandalen worden ze eropuit gestuurd om het goede nieuws te brengen.

Twee aan twee. Het verhaal van Noach klinkt hier mee. Een verwijzing naar een wereld die ten onder gaat aan haar eigen kwaad, waar God een nieuw begin maakt. Twee aan twee. Een verwijzing ook naar het feit dat in die tijd, in die context, er twee getuigen nodig zijn om vast te stellen wat waar en geldig is. Twee aan twee. Niet alleen, maar samen. In teams. Zoals mensen vanaf het begin van de schepping samen geschapen zijn om op weg te gaan.

Zonder brood, reiszak of geld

En ze maken heel wat klaar. Ze verkondigen het goede nieuws, brengen mensen tot inkeer en drijven demonen uit, ze zalven zieken en genezen hen. De verlamming die ze over Jezus hebben zien komen in Nazaret lijkt hun niet te hinderen om zich zijn werk het hunne te maken. Integendeel, waar ze eerder in het Evangelie nog moeite hadden met hun discipel-zijn, lijken ze nu moeiteloos hun eigen ongeloof en onreinheid de baas te kunnen. Is het omdat Jezus hun macht geeft? Of is het omdat zij, nu ze zijn menselijkheid en kwetsbaarheid gezien hebben, beter durven geloven in hun eigen kracht? Waar Jezus tegen de grenzen van zijn eigen kunnen opgelopen is, opent zich de weg voor zijn discipelen om zijn missie aan en over te nemen.

Ze gaan, zonder brood, reistas of geld, volledig afhankelijk van wie en wat ze onderweg zullen tegenkomen. Hun opdracht is te vertrouwen op de goedheid van anderen, en, waar geen ruimte is om hun boodschap te delen, desnoods met een lege maag verder te reizen. In navolging van anderen die op reis zijn gegaan met weinig anders dan een hart vol vertrouwen. De uittocht klinkt hier mee, de verhalen van Abraham en Sara, Mozes en Aäron, Ruth en Naomi, van de profeten, van anderen die het aangedurfd hebben om op weg te gaan met niet veel meer dan Gods woord en beloften. Met niet meer dan een staf en een paar sandalen, de basisuitrusting voor iemand die zich gereed maakt voor een lange reis. Een stok om steun te geven op moeilijk begaanbare paden, waar het belangrijk is je evenwicht niet te verliezen, maar tegelijk een staf die vanouds verwijst naar herderschap, wondermacht en leiderschap.

God zal Sion verlossen

In de Jesajalezing is er het prachtige visioen van een vrouw die uit het stof oprijst en van haar ketenen bevrijd wordt. Van God die komt om verlossing te brengen aan een volk dat van haar waardigheid beroofd is. Het is prachtig om dat te lezen naast de opdracht aan de discipelen om het stof van hun voeten te schudden wanneer ze afgewezen en onwelkom zijn. En een vooruitblik naar wat er later in hoofdstuk 52 gezegd zal worden over de lijdende knecht.

God is al onderweg, om vrij te kopen, niet met geld, maar met zijn leven. Het stof van je voeten schudden mag gemakkelijk klinken, maar ondertussen weten we door wat er in het voorafgaande verteld is over de ontmoeting van Jezus met zijn dorpsgenoten wat voor verlammende pijn en verdrietige verbazing dat met zich mee kan brengen. Dat dit gedeelte bij Marcus direct gevolgd wordt door het verhaal van de dood van Johannes de Doper benadrukt dat nog eens.

Waar Jezus’ discipelen zonder eten of geld op pad gaan, wordt het hoofd van Gods profeet opgediend voor de gasten van een banket waar macht, geld en ongeloof breed uitgemeten worden. Uit het afgeschudde stof rijst het kruis, en aan de horizon begint zich af te tekenen wat verlossing kost. Psalm 85 is een andere, prachtige tekst op de achtergrond die spreekt van verlossing, verzoening en bevrijding. Van verlangen naar vrede, naar Gods hulp en de belofte dat die er zal zijn voor wie Hem eren.

Samen van plaats naar plaats

De lezingen zijn vol contrasten. Licht en donker, geloof en ongeloof, trouw en vertrouwen, en het verdriet van miskenning, afwijzing en geweld. Twee aan twee wordt de discipelen gevraagd die realiteit te lijf te gaan. Samen gaan ze van huishouding naar huishouding en bouwen gemeenschap waar ze kunnen. Brengen goede woorden en genezing waar ze de ruimte krijgen om Jezus na te volgen, geroepen om op elkaar te passen, elkaar te steunen, afhankelijk en kwetsbaar te zijn.

Wie het evangelie dient, heeft niet veel nodig om wonderen te kunnen verrichten. Een stok en een paar schoenen, en iemand om mee op te trekken. In een wereld waar geld, goederen, eten en drinken al te vaak bepalen wat wij denken nodig te hebben om (een) missie succesvol te laten verlopen, ook in de kerk, ii dat iets om ter harte te nemen. En ons te realiseren dat het succes van Gods helden niet van geld of goed afhangt, maar van de bereidheid op reis te gaan, en samen te zoeken naar wegen om Gods aanwezigheid hoorbaar, voelbaar en tastbaar te maken. Samen zijn we meer mans dan alleen, kunnen we elkaar steunen en beschermen, maar ook elkaar op het rechte pad houden en samen besluiten wanneer het tijd is om onszelf uit de modder te trekken en iets anders te proberen.

Deze exegese is opgesteld door Anneke Oppewal.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken