Pastoraat
![Pastoraat-[2;1]](https://www.theologie.nl/wp-content/uploads/2021/11/Pastoraat-21.jpg)
Pastoraat, we gebruiken het woord regelmatig in de kerken, maar wat bedoelen we er eigenlijk mee?
Toen ik als student theologie mijn eerste preek had gehouden, kreeg ik van mijn ouders een klein cadeautje. Het was toch, zo vonden ze, een mijlpaal. Het was een boekje, over pastoraat, over dominee zijn, met als titel: ‘Verder als herder’. En ik weet nog dat ik dacht: ik, een herder…
Herder, in het latijn is dat het woord pastor. En over deze pastores, deze herders, horen we veel in de Bijbel. Er is een lange rij van leiders die allemaal eerst herders waren, zoals de aartsvaders, Mozes, David en Amos. Jezus noemt zichzelf ‘de goede herder’ en ook God zelf wordt vaak herder genoemd. En dan kun je al snel de vraag stellen: kun je in de Bijbel een goede leider zijn, zonder eerst te leren hoe je een herder moet zijn? Predikanten worden ook dikwijls herder, pastor, genoemd. De gemeente heet dan ‘hun kudde’ of ‘hun schaapjes’. Wat betekent het om schaap te zijn in Gods kudde?
Bijbelse opdracht
Pastoraat, het omzien naar elkaar, is een bijbelse opdracht in de gemeente. Zo lezen we in Lucas 6:36: ‘Wees barmhartig, zoals jullie Vader barmhartig is’, en schrijft Paulus in de brief aan de Kolossenzen 3:12: ‘Omdat God u heeft uitgekozen, omdat u zijn heiligen bent en Hij u liefheeft, moet u zich kleden in innig medeleven, in goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid en geduld.’. Innig medeleven… daarin zit een diepe verbondenheid… Barmhartig… daarin ligt liefdevolle trouw besloten.
Vanuit de bijbelse opdracht is pastoraat ook geworden tot een kerkordelijke plicht: ‘De gemeente volbrengt haar pastorale taak in de herderlijke zorg aan de leden en anderen die deze zorg behoeven, opdat zij elkaar opbouwen in geloof, hoop en liefde.’ (Artikel X,3) Ook hier wordt het woord ‘herder’ weer gebruikt, in verbondenheid met ‘zorg’: herderlijke zorg…
‘De gemeente volbrengt haar pastorale taak in de herderlijke zorg aan leden en anderen…’
Een pastorale ontmoeting
Wat houdt dat concreet in? Wanneer is een ontmoeting tussen twee mensen een ‘pastorale ontmoeting’?
‘Pastoraat vindt plaats waar mensen met aandacht en zorg met elkaar meeleven vanuit een gedeelde bezieling van geloof, hoop en liefde’, aldus Reijer de Vries, universitair docent Praktische Theologie. In deze omschrijving (en er zijn er vele meer) ligt veel besloten, maar bovenal spreekt ze van verbondenheid.
Pastoraat is daarmee niet iets waar je voor gestudeerd hoeft te hebben. Het is datgene wat je vaak al vanzelfsprekend doet, als je je hart laat spreken en leeft met open ogen. Als je zo samenleeft kan de ander in jou iets van God ervaren. Omdat de Godsnaam ‘Ik zal er zijn’ waargemaakt wordt. In een woord, een blik of een handeling. ‘Ubi caritas et amor. Deus ibi est’, zingt een oude latijnse tekst: ‘Daar waar vriendschap heerst en liefde, daar is God.’
Iedereen heeft de opdracht om medemens te zijn
Er zijn voor elkaar
‘Er zijn’. Tijd en ruimte maken om te luisteren en nabij te blijven. Dat kan op heel veel manieren en dat maakt dat iedereen in de gemeente ‘pastor’ kan zijn.
Door te luisteren naar het verhaal van de ander, door praktische hulp te bieden, door te bidden of door het sturen van een kaart. En zo kunnen alle schaapjes in Gods kudde herder zijn voor elkaar.
Want dat is het mooie van pastoraat. Het is geen taak van de predikant of ouderling alleen. Iedereen heeft de opdracht om medemens te zijn, om te zien naar elkaar. Ieder schaap kan van tijd tot tijd herder zijn. En iedere herder is van tijd tot tijd ook een schaap. Dat maakt pastoraat wederkerig en gelijkwaardig. De ene keer kun je naaste zijn voor de ander, de volgende keer ervaar je dat iemand joú nabij is.
De tijd is – gelukkig! – voorbij dat mensen zeggen dat de dominee de enige herder is in de gemeente. Daarmee verandert ook de pastorale structuur binnen veel kerkelijke gemeentes. Maar de basis, elkaar kennen en naar elkaar omzien, die blijft dezelfde.
Vormen van pastoraat
Natuurlijk heeft ieder in de gemeente eigen taken, mogelijkheden, talenten en kennis. Zo ontstaan er verschillende vormen van pastoraal omzien.
Onderling pastoraat is de grondvorm van álle pastoraat in de gemeente. Dit is een taak van alle gemeenteleden. Het zijn de contacten rondom de kerkdienst, een bezoekje of kaart bij hoogte- of dieptepunten in het leven, het bidden voor en met elkaar.
Het wijkof buurtpastoraat is hierop een aanvulling, zoals veel kerken dat al jaren kennen in de vorm van een contactstructuur. Bezoekmedewerkers en ouderlingen hebben hierin een specifieke opdracht, waarin ze door de kerkenraad ondersteund worden. Doel van dit georganiseerde pastoraat is dat mensen gemeenschap ervaren en niemand over het hoofd wordt gezien. Dit geldt in het bijzonder voor gemeenteleden die aan huis gebonden zijn of zich om andere redenen geïsoleerd voelen.
Niet in elke kerkelijke gemeente is het pastoraat via wijk- of buurtpastoraat georganiseerd. Er zijn andere vormen van pastoraat waarbij gemeenteleden meer onderling naar elkaar omzien. Een veel gekozen vorm is ‘kerk van kringen’. Gemeenteleden worden in een kring of buurtje ingedeeld en daarbinnen delen ze hun geloof én is er ruimte om hoogte- en dieptepunten in hun (geloofs)leven te bespreken. Deze kringen worden ondersteund door een coördinator, die indien nodig een pastoraal beroep kan doen op een ouderling of pastor. Een andere vorm zien we in kerken die mensen uitnodigen om zelf het initiatief te nemen als ze in gesprek willen. Ze hebben een ‘pastoraal spreekuur’, waarbij de kerk open is en er een pastor of ouderling beschikbaar is om in gesprek te gaan, of samen te bidden. Weer andere kerken organiseren het pastoraat per doelgroep, met laagdrempelige activiteiten.
Tot slot is er het meer gespecialiseerde pastoraat, waarbij de predikant of kerkelijk werker vaak betrokken is. Bij ernstige ziekte, rouw, conflicten, relatieproblematiek, psychische moeilijkheden, geloofsvragen, kan men in gesprek met een pastor. Maar ook op vreugdevolle momenten, waarbij mensen de grootsheid én kwetsbaarheid van het leven ervaren (rondom geboorte, doop, huwelijk) kan men bij de pastor terecht om dit te delen, samen God te danken en woorden te vinden voor de vreugde die men ervaart.
Een groot goed
Pastoraat is een groot goed. Sta er eens een ogenblik bij stil: Wie mag er in deze tijd nog thuis over de vloer komen? Met wie kun je in vertrouwen spreken over belangrijke levensthema’s die ertoe doen, zoals verdriet, trouw, liefde, geloof en dood? Daarbij is niet alleen het huisbezoek van grote pastorale waarde, maar is ook zorg en aandacht nodig voor al die andere momenten van ontmoeting, waar mensen omzien naar elkaar: het koffiedrinken na de dienst en de kringen en bijeenkomsten door de week. Ook dat zijn momenten waar we delen wat en wie ons draagt.
Wie mag er in deze tijd nog thuis over de vloer komen?
Geweldig dat de kerk professionals en vrijwilligers heeft die zich inzetten voor anderen, zonder dat er na afloop een rekening komt. Er is tijd en ruimte, om niet. Dat is iets waar we als kerk zuinig op mogen zijn én wat we hoog mogen houden. Het pastoraat is daarmee één van de kernkwaliteiten van de kerk. Dat vraagt om blijvende bewustwording van de hele gemeente, om zorg te dragen (in gebed, tijd én geld) dat we als kerk ook in de toekomst pastorale zorg kunnen bieden. En het vraagt vanuit de kerkenraad om adequate toerusting van gemeenteleden die zich vanuit een taak pastoraal willen inzetten.
Casus:
Rebecca kijkt de kring rond naar haar mede-contactpersonen en de twee ouderlingen. In hun wijk zijn zij verantwoordelijk voor de pastorale contacten. Of beter gezegd, médeverantwoordelijk. Dat vindt ze fijn, daarmee benadrukt de kerkenraad dat pastoraat, het omzien naar elkaar, een taak van de hele gemeente is.
Zes keer per jaar komen ze samen om hun ervaringen te delen. Een mix van mooie en ontroerende ontmoetingen en moeilijke verhalen. Dat zijn dan vaak de ‘welles-nietes gesprekken’, ontmoetingen bij een jong gezin waar ziekte is, of de onmacht rondom een plotseling overlijden. Het is fijn om samen deze ervaringen te delen. Te bespreken wat je dan kunt zeggen, of en hoe je dan kunt bidden, of je het contact dan verder over moet laten aan de dominee of juist ook zelf moet blijven gaan…
Zelf voelt Rebecca zich soms onmachtig, bij de grote vragen over de wereld, het verdriet dat mensen hebben en de geloofstwijfel die er is. En toch… toch weet ze zich gedragen, door een kracht diep in haar, waar zij – soms aarzelend, soms vol overtuiging – God in herkent. Vandaag wil ze eens niet in gesprek over de mensen die ze bezoeken, maar over henzelf. Wat draagt de anderen? Wie draagt hen?
Vragen:
- Bij wie kunt u terecht na een teleurstellend, moeilijk of verdrietig gesprek?
- Wat wilt u nog leren/oefenen als het gaat om onderling pastoraat?
- Is er een groepje met wie u samen pastorale gesprekken kunt oefenen? Waarom is dat er wel/niet?
- Wat zou u antwoorden als u de vraag van Rebecca voorgelegd krijgt: door wie/wat weet u zich gedragen?
- Wat spreekt u aan in het gedicht van Marianne Williamson?
Erica Hoebe-de Waard is als gemeentepredikant verbonden aan de Protestantse Gemeente Leusden. Zij is lid van de redactie van Ouderlingenblad.