Menu

Basis

Pelgrimages van vertrouwen

Veel van wat Jezus ons in het evangelie vraagt, gaat in tegen het gezond verstand, aldus Frère Jasper uit Taizé. Je kudde achterlaten om één verloren schaap te zoeken, welke herder doet dit nu? Een feest geven omdat je, zoals de vrouw in Lukas 15:8-9, één drachme teruggevonden hebt? Dat kost je geld. Je linkerwang toekeren nadat iemand je op de rechter heeft geslagen? Hoezo? Deze verhalen gaan in tegen onze menselijke logica, waarom zouden we ernaar luisteren? Omdat ze volgens Frère Jasper ruimte scheppen voor God, voor zijn manier van denken en handelen. En omdat we niet alleen het slechte willen bestrijden, maar ook het goede niet willen vernietigen.

Taizé ligt op een prachtige heuvel in het zuiden van Bourgondië. Het dorp bestond al honderden jaren voor onze stichter broeder Roger (1915-2005) er tijdens de Tweede Wereldoorlog aankwam. Er wonen nog steeds ‘gewone’ Fransen, maar het grootste deel van de heuvel wordt nu bewoond door de broeders, vrijwilligers en mensen die hier voor een week zijn.

Een vraag die ons veel gesteld wordt, is of we niet het idee hebben ver van de echte wereld te leven, of we nog wel in contact staan met de werkelijkheid van alledag. Soms wordt dit gevraagd uit nieuwsgierigheid, maar soms ook met de woorden van Jezus in het achterhoofd: ‘Ik zend jullie als schapen onder de wolven’. In Taizé lijken we in de ogen van sommigen eerder als schapen onder de schapen te leven.

Hebben christenen het recht om zich terug te trekken uit de maatschappij om onder elkaar te gaan leven? Nee, Jezus zendt zijn leerlingen de wereld in. Sterker nog, zij zijn volgens hem het licht in de wereld. De plaats van gelovigen is dus duidelijk in de we-reld, daar waar hun licht zichtbaar is. Toch is het belangrijk dat er plaatsen als Taizé zijn waar men zich kan her-bronnen. Zoals Jezus die zich soms terugtrok om alleen met zijn Vader te zijn, of de leerlingen die bij Jezus zijn en naar hem luisteren voor ze de wereld worden ingestuurd.

Frère Jasper: ‘In Taizé proberen we geen perfecte christelijke samenleving na te bootsen.’

Met lege handen

Ieder ochtend of middag hebben de jongeren hier een bijeenkomst met een broeder over het thema en de bijbeltekst van de dag. Als ik dit doe, zeg ik vaak tegen de jongeren dat we erg blij zijn dat ze naar Taizé zijn gekomen, maar dat we nog blijer zijn als ze vertrekken. Natuurlijk bedoel ik hiermee niet dat we zo snel mogelijk van ze af willen, maar ik probeer ze aan het denken te zetten over de missie die ze hebben als ze weer vertrekken. Sommige mensen denken dat het moeilijk moet zijn om als broeder in zo’n gemeenschap te leven. Je moet immers alles achterlaten. Maar je kunt ook zeggen dat het juist makkelijk is om te wonen tussen mensen met dezelfde waarden, op een plek waar je geen concessies hoeft te doen aan je geloofsleven. Pas echt moeilijk is het om je geloof te leven in Nederland, in een seculiere maatschappij, waar je regelmatig wordt geconfronteerd met onbegrip of spot.

Maar het zijn niet alleen de jongeren die na hun week in Taizé weer de ‘wereld worden ingestuurd’. Voor een monastieke gemeenschap reizen wij veel. Daarnaast organiseren we ontmoetingen in Europese steden en op andere werelddelen. Dit doen we op uitnodiging van de lokale kerken. We zijn niet Taizé aan het promoten, maar proberen jongeren te laten zien dat de vreugde, eenvoud en vertrouwen die we hier leven, ook buiten Taizé te vinden zijn. We noemen onze reizen ‘pelgrimages van ver- trouwen’, omdat we met lege handen naar een land gaan en daar samen met mensen die ons vaak niet kennen een ontmoeting met ook voor hen onbekende jongeren voorbereiden. Bovendien vragen we de inwoners van de stad hun deuren te openen en de jongeren bij hun thuis te laten slapen.

‘Ik denk dat ik al sinds mijn jeugd intuïtief aanvoelde dat gemeen-schapsleven een teken kan zijn dat God liefde is, enkel liefde. Langzamerhand ontstond in mij de overtuiging dat het belangrijk was een gemeenschap te stichten met mensen die heel hun leven willen geven, die elkaar proberen te begrijpen en zich steeds weer met elkaar verzoenen; een gemeenschap waarin eenvoud en goedheid van hart voor alles centraal staan.’
Frère Roger

Vrede van het hart

Volgens broeder Roger draait het binnen een gemeenschap om verbondenheid – en dus om vertrouwen. De gelijkenissen die Jezus vertelt zijn uiterlijk gezien verhalen over het dagelijks leven, maar ze verwijzen naar God en de komst van zijn nieuwe wereld. Taizé kent ook een gewoon, dagelijks leven: broeders die samenleven, werken en bidden. Geen buitengewone handelingen, maar wel handelingen waarmee we concreet uitdrukking willen geven aan de mogelijkheid tot verbondenheid en verzoening.

Verzoening betekent niet ten koste van alles conflicten vermijden. Als we kijken naar het leven van Jezus zien we dat hij constant in conflict is met farizeeërs, sadduceeërs, religieuze en politieke leiders, en zelfs met zijn eigen leerlingen. Jezus kan blijkbaar niet anders dan trouw blijven aan de opdracht die hij van zijn Vader kreeg, aan zijn liefde en barmhartigheid, waardoor niet iedereen hem met open armen ontvangt. Gods erbarmen met iedereen is voor sommige mensen beangstigend, omdat we hierdoor geconfronteerd worden met zijn oneindige vrijheid, met een God die zich niet door een regel of wet laat beperken. Maar ondanks de talloze conflicten waar Jezus tijdens zijn leven mee te maken kreeg, blijven voor hem de eenheid met zijn Vader, zijn leerlingen en de verzoening met de hele schepping dieper en blijvender. Broeder Roger noemde dit de ‘vrede van het hart’.

Niets maakt ons zo verantwoordelijk als bidden

In Taizé proberen we niet om ver van de wereldproblemen een perfecte christelijke samenleving na te bootsen. Door de verschillende culturele achtergronden van de mensen, de verschillende talen, de verschillende kerkelijke achtergronden gaat er van alles mis. Paulus had het niet beter uit kunnen drukken toen hij aan de eerste christenen van Korinthe schreef: ‘Wij zijn slechts een aarden pot voor deze schat; het moet duidelijk zijn dat onze overweldigende kracht niet van onszelf komt, maar van God.’ Een ‘aarden pot’, niet bepaald het mooiste wat er in de Griekse wereld te vinden was en daarnaast ook nog erg breekbaar. Maar hij functioneert, net als Taizé. Als broeders bezitten we geen grote wijsheid of kracht, maar we doen ons werk door de vergeving en barmhartigheid die we door God kunnen leven.

Eind jaren 1960 begin jaren 1970 sprak broeder Roger veel over ‘strijd en aanbidding’ (lutte et contemplation). Hij zag en deelde de strijd van die generatie jongeren voor een rechtvaardiger wereld. Maar hij begreep dat deze er alleen komt als er ook aandacht en tijd is voor stilte en gebed. Taizé moest een plaats zijn die zich inzet voor een betere wereld en dit kan alleen als er ook plaats is voor gebed. Voor broeder Roger waren de twee geenszins in tegenspraak of zoals de Russischorthodoxe theoloog Olivier Clément schreef in zijn boek over Taizé: ‘Het gebed bevrijdt ons niet van wereldse zorgen. Integendeel, bidden maakt ons nog verantwoordelijker, niets maakt ons zo verantwoordelijk als bidden’ (Taizé : Un sens à la vie, Bayard, 1997).

Aanslagen

Eerder noemde ik de uitspraak van Jezus: ‘Ik zend jullie als schapen onder de wolven’. Jezus gaat daarna verder: ‘Wees dus scherpzinnig als een slang, maar behoud de onschuld van een duif’. Taizé ligt in Frankrijk, een prachtig land dat hard is geraakt door verschillende terroristische aanslagen. In Taizé hebben we de gevolgen hiervan kunnen voelen. Na de aanslagen in Parijs kwamen hier soldaten en later politieagenten patrouilleren en na de aanslag in Nice zijn er wegversmallingen en betonblokken gekomen.

We waren geraakt door de oprechte bezorgdheid van de lokale autoriteiten voor de veiligheid van onze gasten. Maar ook de reactie van de jongeren was interessant. Deze had onder andere te maken met waar de jongeren vandaan kwamen. Spaanse en Italiaanse jongeren, zeker uit de grote steden, vonden het niet bijzonder, zij waren gewend aan militairen op straat. Onder de Nederlandse jongeren waren twee reacties. Vooral de oudere jongeren vonden het vervelend. Taizé is een plaats van vrede en vertrouwen en voor hen deed de aanwezigheid van soldaten hier afbreuk aan. Maar het ander deel vond het prettig dat ze er waren, omdat zij (of hun ouders) zich al voor vertrek zorgen hadden gemaakt over hun veiligheid.

De vraag voor ons is nu: hoe kan Taizé een veilige plaats voor jongeren blijven en tegelijk een open plaats? Het is tekenend voor onze gemeen- schap dat we aan de openbare weg liggen, zonder muren. We ontvangen iedereen zonder veel vragen te stellen. Uiteraard mogen we niet naïef zijn aangezien we wekelijks de verantwoordelijkheid hebben voor honderden tot duizenden mensen. Maar tegelijkertijd zien we ook in de maatschappij dat de veiligheid en het gevoel van veiligheid niet simpelweg groter worden door steeds meer politie, particuliere beveiliging en controles.

Op 16 augustus 2005 werd broeder Roger tijdens het avondgebed in de Verzoeningskerk van Taizé door iemand met psychische problemen gedood. Kort hierna schreef broeder Alois, de nieuwe prior van Taizé:

‘Het heengaan van broeder Roger laat een grote leegte achter. Zijn tragische dood was een schokkende gebeurtenis voor ons. (…) Nu voelt onze kleine gemeenschap zich geïnspireerd om door te gaan op de weg die hij heeft gebaand. Dat is een weg van vertrouwen. Het woord “vertrouwen” was voor hem geen goedkope uitdrukking. Het houdt een oproep in: in grote eenvoud de liefde van God voor ieder mens aannemen. Vanuit deze liefde leven en de risico’s nemen die er het gevolg van zijn. Als we deze intuïtie kwijtraken, dan zullen degenen die op zoek zijn naar levend water onnodig worden belast. Het geloof in deze liefde is heel eenvoudig, zo eenvoudig dat iedereen haar kan aannemen. Dit geloof verzet bergen. Dan kunnen we met een blik van hoop de wereld bekijken, zelfs al wordt de wereld vaak verscheurd door geweld en conflicten.’

Vanuit liefde leven en risico’s nemen

Het risico van vertrouwen

Als broedergemeenschap moeten we daarom al het mogelijke doen om op onze kleine manier de wereld mooier te maken. Tegelijk moeten we ook accepteren dat we niet al het kwaad kunnen uitroeien. Zoals in de gelijkenis van Jezus waarin een man goed zaad op zijn akker uitzaait en zijn vijand onkruid tussen het graan zaait (Matteüs 13:24-30). Jezus wil ons hiermee laten inzien dat we in de strijd tegen het slechte in de wereld als we niet oppassen ook het goede vernietigen.

Dus blijft er eigenlijk maar één weg over: het risico van vertrouwen. Dit lijkt in eerste instantie misschien een zwaktebod: als we het kwaad niet helemaal kunnen uitroeien en rampen en aanslagen niet volledig kunnen voorkomen, dan moeten we maar het risico van vertrouwen nemen. Maar niets is minder waar. Vertrouwen is geen plan B, maar van begin af aan de kern van de verbondenheid tussen God en de mensen. De hamvraag in de Bijbel is niet ‘bestaat God?’, maar van Abraham tot en met Jezus is deze: ‘kunnen wij mensen op God vertrouwen?’. Deze schijnbaar kwetsbare maar oersterke vertrouwensrelatie vindt zijn oorsprong in, of beter gezegd, is de identiteit van God zelf: Vader, Zoon en Heilige Geest. Hij nodigt ons uit om deze met Hem te delen, om er onderdeel van te zijn en om dit te delen met de mensen om ons heen.

Dit is wat we in Taizé week in, week uit proberen. Soms lukt het. Dan legt een wolf zich neer naast een lam. Het is niet gemakkelijk om mensen uit verschillende kerken samen te laten bidden of om jongeren uit landen die met elkaar in conflict zijn samen te laten leven. Maar we dragen hierdoor bij aan het verzoeningswerk van Jezus zelf, zoals Paulus schrijft aan de Efeziërs: ‘Christus is onze vrede, hij die met zijn dood de twee werelden één heeft gemaakt, de muur van vijandschap ertussen heeft afgebroken.’

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken