Menu

Premium

Preek verbintenisdienst tot scriba Generale synode Protestantse Kerk in Nederland

Zusters en broeders, gemeente van Christus,

‘Ik vind het bijzonder hier te mogen zijn. Ik ben niet zo’n gelovige. Vroeger ben ik wel gedoopt en ging ik ook wel naar de kerk, maar sinds mijn trouwen is het versloft. Van mijn buurvrouw hoorde ik van deze bijeenkomsten. Ik ben nu een paar keer geweest en het doet me heel erg goed. Het voelt als thuiskomen…’

Zo vertelde een oudere mevrouw uit een van de aanleunwoningen in een wooncomplex in Moerwijk waar ik tot voor kort predikant was. Van tijd tot tijd organiseert de kerk daar huisdiensten. Open voor iedereen die aan wil schuiven. Na een bijpraat rondje met koffie en thee, zingen we een paar liederen, luisterden we naar een Bijbelwoord, bidden we en delen we de zegen. Mensen van heel verschillende komaf schuiven aan en doen mee. Gelovig en minder gelovig. Kerkmuren tellen niet. Voor de mevrouw die schoorvoetend zich in de kring voegde voelde het als thuiskomen. Thuiskomen bij God en bij elkaar. Het stukje glas van haar leven kreeg weer glans doordat het een plekje vond in de kring en het licht van God er doorheen scheen.

Van één stukje glas, hoe bijzonder ook, maak je geen glas in lood raam. Daar zijn veel verschillende stukjes glas voor nodig. En voor het betoverende effect van zo’n prachtig raam is het stralende licht van de zon onmisbaar. Zonder licht van buiten blijft zo’n raam, hoe bijzonder de stukjes glas ook zijn, een somber geheel.

Is dit geen prachtig beeld voor de kerk, back to the basics? Alleen samen met alle heiligen is een mens in staat iets te vatten en te weerspiegelen van het mysterie van de liefde van Christus. En zonder ‘licht van boven’ komen al die stukjes glas niet tot hun recht. Je hebt anderen, in de taal van een oude belijdenis: ‘de gemeenschap der heiligen’ binnen en buiten de Protestantse Kerk, nodig om iets te vatten van de diepte, hoogte, lengte en breedte van Gods onmetelijke liefde. Dat kan niemand en geen enkele geloofsgemeenschap op zichzelf.

De stola die ik over mijn toga draag drukt dit uit. Ze is gemaakt door zusters en broeders in Ghana. En weerspiegelt de veelkleurige rijkdom van mensen die zich uitgedaagd en gekend weten door God. Het was een voorrecht om een aantal jaren in Moerwijk predikant te mogen zijn waar deze veelkleurigheid ook onder christenen realiteit is.

‘Samen met alle heiligen…. ‘ Om elk misverstand te voorkomen, heiligen zijn geen mensen waar niets op aan te merken is. En zeker geen ‘heilige boontjes’. Heiligen zijn mensen die iets weerspiegelen van dè Heilige, van God. Wat een zegen dat er heiligen zijn. Mensen die je het geloof leren en voorleven. Die je inspireren. Die je in geloof zijn voorgaan. Zonder hen zou deze kerk hier niet staan. Zouden wij hier niet zitten en was ik vanmiddag niet aan de generale synode verbonden als scriba. Om te geloven heb je anderen nodig. Vaders en moeders, mannen en vrouwen die je vertrouwd maken met de Bijbelverhalen en het geloof voorleven. Die laten zien hoe hun en jouw stukje glas pas volop tot z’n recht komt en schittert als het een plekje krijgt in een groter geheel als het licht van God er doorheen valt.

Geloven is niet iets voor op je eentje. Wie inspireert, corrigeert en stimuleert u, persoonlijk, als lokale gemeente als u allen op uzelf bent aangewezen? Los van anderen raak je vroeg of laat opgesloten in je eigen gewoonten en gedachtenspinsels. Geloof zet een mens en een geloofsgemeenschap in de ruimte van de kerk. Het verruimt je ik tot een wij.

Het mysterie van Gods liefde is sowieso veel te groot voor het bevattingsvermogen en verstand van één mens of groep. De volheid van God, de liefde van Christus, gaat ons verstand te boven. Wie kan de liefde van een moeder voor haar kind, van twee verliefden, van hartsvriendinnen vatten of verklaren? Als dat al niet lukt, zou het dan wel lukken om de volheid van Gods liefde in Christus te doorgronden?

Om iets te vatten van de lengte, breedte, hoogte en diepte van Gods alles omvattende liefde zijn we in alle diversiteit en veelkleurigheid aan elkaar gegeven, zijn we kerk – zie de voorkant van de liturgie! – Alleen samen zijn we instaat iets te vatten en te weerspiegelen van de liefde van Christus.

Ik ervaar het als een groot voorrecht en bijzondere roeping om als scriba van onze kerk dienstbaar te mogen zijn aan dit ‘samen met alle heiligen’. In de beeldspraak van glas in lood ramen: als het lood tussen de verschillende stukjes glas.

Hoe krijgt dit ‘samen met alle heiligen’ nu concreet gestalte? Het bijbelgedeelte van deze middag concretiseert dit op twee manieren.

Allereerst in de lofprijzing. Het eerste deel van de brief aan de Efeziërs is een grote oproep om als geloofsgemeenschap onderling en met elkaar één te zijn in Christus. Dit appel loopt uit op een hymne, een loflied op de liefde van God. Over liefde ga je vanzelf zingen… Wat een zegen om samen met anderen, boven jezelf uit, met Israël en de kerk der eeuwen mee te zingen. Woorden, zinnen en melodieën waar je zelf nooit op zou komen, die je meenemen. Die lucht geven aan je ziel. – Het hart van die mevrouw ging in die huisdienst weer open toen ze liederen, waarvan ze er sommigen als kind al had geleerd, weer kon meezingen.

We zijn aan elkaar gegeven om de onmetelijke liefde van God te bezingen. In allerlei genres. Soms juichend, soms klagend; soms uit volle overtuiging, soms heel aarzelend… Wat een zegen om als geoefende en ongeoefende zangers een plek te vinden in het wereldwijde ‘gospel choir’, ‘evangelie koor’.

Maar over liefde moet niet alleen worden gezongen. Liefde wil vooralles geleefd worden. Heel concreet. Door geliefden. Maar niet minder door mensen die God op elkaars pad brengt. Binnen en buiten de kerk. Dat is de tweede concretisering.

De eerste lezers van de brief aan de Efeziërs waren Joden, Grieken en Romeinen. Mensen van diverse etniciteit. Met onderling grote verschillen in traditie, taal en gewoonten. U begrijpt: dat gaf spanning. Ook toen al, dus! Nu roept de schrijver van de brief niet op om de onderling verschillen toe te dekken. Hij roept op om de liefde van Christus te leven. Heel concreet door elkaar, met alle onderlinge verschillen, vanuit Gods liefde in liefde te aanvaarden. En zo de alles overstijgende liefde van Christus handen en voeten te geven. Door juist die vreemde ander te aanvaarden als zuster of broeder in Christus. Door te beseffen dat dat stukje glas, dat zo anders is dan dat van jou, even onmisbaar is in dat grote kerkraam als jouw eigen stukje.

‘Met alle heiligen’. De kerk is niet het thuis van één soort mensen, maar het thuis voor alle mensen. Onze God is immers, om met André Troost te spreken, de
‘God van Abraham, Isaak, Jacob;
God van tasten in geloof;
God van vasten, wachten, waken;
God van arm en blind en doof;
God van tobbers, twijfelaars;
God van engelen én beesten:
helden, lafaards, bedelaars.
God, géén God? Wie zal het weten? (…)
God van Abram, Isaak, Jacob;
zon, waarachtig, warm en puur;
bron van liefde, ja en amen;
God van vreugde, vrede, vuur!’’

Back to the basics, daar komt het op aan. Heel concreet door samen Gods liefde te bezingen en te leven. Om te beginnen onderling.

Amen.

Wellicht ook interessant

None

Reactie op Geloof en gender. Zoeken naar een begaanbare weg

Jan Minderhoud heeft zich als theoloog gewaagd aan een studie over gender – een van de grote twistappels in maatschappij en kerk in onze tijd. Wat me meteen positief raakt is de aangename, respectvolle en fijngevoelige toon die hij aanslaat. Minderhoud schrijft vanuit zijn persoonlijke betrokkenheid bij mensen, die op allerlei manieren te maken hebben met het onderwerp. Op geen enkele manier voel ik iets van neerbuigendheid of veroordeling naar wie dan ook. Dat is grote winst in een sterk verhit debat. Minderhoud streeft ernaar recht te doen aan de hoge mate van complexiteit van het onderwerp en daar zo genuanceerd mogelijk over te schrijven. Tegelijkertijd schrijft hij met het verlangen om te onderscheiden wat God ons aanreikt aan waarheid en wijsheid, in wetenschap, schepping en Bijbel.

None

Gids in genderland

What a genderful world – deze tentoonstelling in het Tropenmuseum heette in 2020 de bezoekers welkom in een wereld die geen heteronormativiteit kent, waar gender een spectrum is, waar iedereen zichzelf kan zijn.1 Het was voor mij een verrijkende en verwarrende ervaring. Roze als kleur voor jongens en mannen in Mexico, politiemannen op Fiji met rokken aan, een derde geslacht in India en bij de oorspronkelijke bewoners van Amerika. De tentoonstelling heette de bezoekers uit in de genderwereld en maakte duidelijk hoe cultureel bepaald genderopvattingen zijn. Maar ik miste de duiding, een gids in dat nieuwe land of deze nieuwe wereld. Die gids voor genderland wil Jan Minderhoud bieden met zijn boek Geloof en gender. Zoeken naar een begaanbare weg.

Nieuwe boeken