Preekschets Handelingen 28:30,31 – 5e zondag van de zomer
Achtste zondag na Trinitatis
Paulus verbleef twee jaar in het huis dat hij gehuurd had en ontving daar iedereen die naar hem toe kwam. Hij verkondigde het koninkrijk van God en onderrichtte vrijmoedig over de Heer Jezus Christus, zonder dat hem iets in de weg werd gelegd.
Handelingen 28:30,31
Schriftlezing: Handelingen 28:16-31
Het eigene van de zondag
Deze zondagen in de zomer na Pinksteren en Zondag Trinitatis lenen zich er goed voor het boek Handelingen te lezen, over de weg die de verhoogde Christus in en met zijn kerk gaat. Deze schets sluit aan bij Preekschets Handelingen 14:17 – 7e zondag na Trinitatis.
Uitleg
In de voorafgaande hoofdstukken is de spanning hoog opgelopen, maar de slotverzen van het Bijbelboek Handelingen hebben iets van een anticlimax. Nadat Paulus op zijn diverse reizen in dienst van het evangelie al het nodige aan enerverends heeft meegemaakt komt hij nu terug in Jeruzalem. Daar ontstaat enig tumult om hem, met als gevolg dat hij door de Romeinen gevangengenomen wordt. Als na geruime tijd blijkt dat het met zijn proces niet opschiet beroept hij zich op de keizer, hetgeen met zich meebrengt dat hij naar Rome moet om daar terecht te staan en zijn zaak te bepleiten. Na een reis in vliegende storm en een schipbreuk is hij nu Rome gearriveerd. De brandende vraag is nu: Waar zal het op uitlopen, veroordeling of vrijspraak?
We krijgen het van Lucas niet te horen. Als Paulus in Rome aankomt blijken de joden daar geen bericht uit Judea over hem te hebben gekregen en ook heeft ‘niemand van onze broeders ons bezocht om iets slechts over u te berichten of kwaad van u te spreken’ (21). Ze weten wel dat de ‘groep’ waartoe Paulus behoort ‘overal op verzet stuit’ (22). Men is dus goed op de hoogte, hetgeen het gegeven dat er geen aanklacht uit Jeruzalem binnen is en ook de joodse gemeenschap in Rome niet heeft bereikt des te merkwaardiger maakt.
We moeten ook niet over het hoofd zien dat Lucas subtiel aangeeft dat de Romeinen Paulus als vrij ongevaarlijk man taxeren. In de vorige hoofdstukken wordt telkens vermeld dat een ‘centurio’ – een officier – zich met Paulus bezighoudt en verantwoordelijk voor hem is, hier gaat het nog slechts om een eenvoudige soldaat. Rapske tekent aan dat dat opmerkelijk is, omdat twee soldaten het minimum aan bewaking is. Dat Paulus één soldaat bij zich krijgt laat zien dat men zijn zaak als relatief onschuldig en onbelangrijk ziet. In elk geval mag Paulus op zichzelf wonen, zij het wel vastgeketend aan de soldaat die hem bewaakt (vs 20). Hoogst ongemakkelijk moet dat zijn geweest, maar daarop wordt geen enkele nadruk gelegd. Er ligt een vreugde overheen van: ‘Al ben ik geboeid, het Woord van God is niet geboeid.’ (2 Timoteüs 2:9). Dat neemt niet weg dat het erop kan lijken alsof het verhaal van Paulus als een nachtkaars uitgaat…
Twee woorden aan het begin van vers 30 wijzen echter toch in een andere richting. Er staat dat Paulus de ‘volle termijn van twee jaar’ (dietian olên) rustig in zijn zelf gehuurde woning mensen kon ontvangen en het evangelie verkondigen. Twee jaar, het is een afgebakende tijd, zelf een ‘volle termijn’. Waarom staat dat er zo? Men heeft wel gedacht dat die twee jaar sloegen op de tijd die de mensen – in Paulus’ geval die in Jeruzalem – maximaal hadden om een aanklacht op te stellen en in te dienen. Dan zouden die woorden zó te verklaren zijn dat Paulus na de ‘volle termijn’ automatisch weer vrij man is geworden en kon gaan en staan waar hij wilde. Dat er een dergelijke rechtsbepaling was, is echter niet zeker, het enige getuigenis dat daarvoor pleit dateert van zo’n drie eeuwen later.
Het verdient ook daarom de voorkeur naar het boek Handelingen zelf te kijken. Aan het begin van dit Bijbelboek horen we Jezus tegen zijn leerlingen zeggen: ‘het is niet aan jullie de tijden of gelegenheden te weten, waarover de Vader de beschikking aan zichzelf gehouden heeft’ (1:7). En in Handelingen 3:19 roept Petrus de mensen in Jeruzalem op om te bidden dat God ‘tijden van verademing’ geeft. Het laat niet alleen zien dat de geschiedenis van de ‘mensen van de weg’ niet rustig voortkabbelt, maar stroomversnellingen heeft, maar ook dat God er de hand in heeft. En dan niet maar van: natuurlijk, alles is in zijn hand! Het meest sprekend is wel wat er in Handelingen 16 staat, namelijk dat Paulus en zijn medewerkers in bepaalde streken het evangelie willen brengen, maar dat de Geest het hun tot twee keer toe niet toelaat. Om Paulus dan in een droom een andere weg te wijzen. ‘God moves in a mysterious way.’ Dit alles wijst erop dat de ‘volle termijn van twee jaar’ in Handelingen 28:30 ook vanuit God dient te worden verstaan. Zo dichtbij komt wat we in Psalm 31 lezen: ‘mijn tijden zijn in uw hand.’
Waar het er úiterlijk alles van weg heeft dat Paulus missionaire activiteit tot staan is gebracht, is de werkelijkheid dat nu in Rome het Koninkrijk verkondigd wordt. Lucas had de boodschap die Paulus brengt hier ook anders kunnen aanduiden, zoals hij dat elders in Handelingen wel doet: het ‘evangelie’ of ‘de weg’. Maar hier kiest hij de term: Koninkrijk. Daarmee maakt hij duidelijk dat de keizer zich vergist als hij denkt dat Paulus’ boodschap een ongevaarlijk binnenbrandje is. Verborgen onder het kruis, in de gestalte van een gevangen Paulus op een huurwoning in Rome, is het Koninkrijk aanwezig in de hoofdstad van het Romeinse rijk. Nee, Paulus kan niet zelf overal heen, vanwege zijn huisarrest, maar ze komen wel bij hem. Het is luisterrijk, misschien zelfs wel een climax: Paulus gaat nu niet met het evangelie van het Koninkrijk naar de mensen toe, maar de mensen komen bij hem. De boodschap vindt dus gehoor. En Paulus kan daar in Rome leven en de boodschap van Christus doorgeven, zonder dat hem een strobreed in de weg gelegd wordt. Dat is wel anders geweest! Je proeft de blijde verrassing in de woorden van Lucas. Hoe vaak ging het niet al na een paar dagen of weken mis en moest Paulus maken dat hij weg kwam. Nu twee jaar lang – geen enkel probleem.
Barrett wijst erop dat de woorden ‘volle termijn van twee jaar’ nog iets bijzonders zeggen. Ze houden niet alleen in, dat Gód die periode heeft bepaald, maar óók dat daarna een totaal andere tijd aanbreekt. Na die twee jaar in de huurwoning in Rome is het dus afgelopen. Maar wat kwam er daarna dan? Dat vertelt Lucas ons niet. Is Paulus daarna door de gemeente van Rome voortgeholpen op weg naar Spanje (vgl. Romeinen 15:28)? Of is hij terechtgesteld? We weten het niet, de tekst zwijgt erover. Belangrijker is: dat wist Paulus dus óók niet! Hij wist zelf niet eens van die twee jaar, dat hij al die tijd in alle rust en vrijheid het evangelie van het Koninkrijk kon brengen.
Aanwijzingen voor de prediking
Als we als mensen van vandaag ons de situatie van Paulus proberen in te denken, staat dat ver bij de meesten van ons vandaan. Het is goed om te verwijzen naar mensen uit de geschiedenis van de kerk die iets dergelijks hebben doorgemaakt. We kunnen dichtbij onze tijd blijven: hoe hebben de christenen in het Midden-Oosten het vandaag?
Het verdient ook aanbeveling de roep om veiligheid en zekerheid aan te roeren. In de discussie rond ‘voltooid leven’ speelt de angst voor de eigen toekomst – het ‘a-woord’ Alzheimer – een grote rol. ‘Als dat zich dat bij mij aankondigt, dan wil ik het einde van mijn leven in eigen hand houden.’
We zijn ook gefascineerd door veiligheid. We hebben aanslagen in Europa gezien, de afgelopen jaren, in de landen om ons heen. Absolute veiligheid is een illusie. Zeggen de slotverzen van Handelingen niet: Het is ook goed dat we het niet weten? Mijn tijden liggen in andere handen, waarin ik mij met lichaam en ziel, in leven en sterven mag bergen.
Ideeën voor kinderen en tieners
Het ligt voor de hand te vragen of vers 30 en 31 een goede plot zijn voor een spannend jeugdboek. Tieners kan gevraagd worden hoe ze dit slot in een boekbespreking zouden beoordelen, of het literair gezien sterk is.
Inhoudelijk kan hier de vraag aan de orde worden gesteld wat voor leven dit is en waar het schuurt met onze vanzelfsprekendheden en zekerheden, én wat het zegt over onze onzekerheden.
Liturgische aanwijzingen
-
Schriftlezing: Psalm 31
-
Psalm 31:1,12,15,17,19
-
Psalm 86:2,7
-
Psalm 142:1,4,6,7
Lied 146a:1,4,5
Geraadpleegd
-
C.K. Barrett, Acts Vol. II, Ch. 15-28, (The International Critical Commentary), Edinburgh 1998.
-
J. van Eck, Handelingen. De wereld in het geding, Commentaar op het Nieuwe Testament, Kampen 2003.
-
J. Jervell, Die Apostelgeschichte (Kritisch-exegetischer Kommentar über das Neue Testament), Göttingen 1998.
-
Brian Rapske, The Book of Acts and Paul in Roman Custody, (The Book of Acts in its First Century Setting Vol. 3), Grand Rapids / Carlisle 1994.
-
J. Roloff, Die Apostelgeschichte (NTD), Göttingen 1981.