Preekschets Matteüs 5:13a – Startzondag
Startzondag 2016
Jullie zijn het zout der aarde.
Matteüs 5:13a (NBV)
Voorstellen voor een thema
-
‘Deel je leven’
-
‘Opzouten en wegwezen’
Het eerste thema wordt als jaarthema voorgesteld door de Dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk In Nederland. Het sluit bovendien aan bij de vierde missionaire ronde van de afdeling van Missionair werk/Kerkgroei van diezelfde organisatie. Om deze reden heeft onderstaande schets een missionaire spits.
Het tweede thema klinkt brutaler en minder ‘moralistisch’, en kan daarom aansprekender zijn wanneer deze schets wordt gebruikt voor diensten waarin jongeren of (be-)zoekers verwacht worden. De prettige spanning in deze thema-aanduiding wekt meer nieuwsgierigheid dan het bravere ‘deel je leven’.
Bij de zondag
Startzondag wordt in de meeste gemeenten gehouden op de tweede of derde zondag van september. Wanneer Startzondag goed is ingebed in de bredere context van de gemeente, mogen er in deze dienst extra jeugd, jongeren en ‘randkerkelijken’ verwacht worden. Een toegankelijke preek met één duidelijke spits bereikt is dan gepast.
Afbakening van de lezing
Mede vanwege bovenstaande stellen wij voor het bij één Schriftlezing te houden. De afbakening kan naar gelang de setting van de dienst breder of smaller genomen worden. Een bredere lezing (Matteüs 5:1-16) maakt de context van de woorden over het zout beter duidelijk, terwijl de smalst mogelijke afbakening (vers 13) tot voordeel heeft dat genoemde bijzondere doelgroepen de centrale boodschap beter kunnen volgen.
Wie toch, vanuit gewoonte en/of principe, twee Schriftlezingen wil gebruiken, kan voor de lezing uit het Oude Testament denken aan de twee oudtestamentische teksten die hieronder bij ‘relatie tot het Oude Testament’ worden genoemd.
Context
De Bergrede behoort tot de meest ‘bepreekte’ Bijbelse stof en is daarom vrijwel elk regelmatig kerkgaand kerklid bekend. Minder aandacht is er vaak voor de context waarin deze woorden van Jezus over zout staan: ze worden in één adem uitgesproken met de zaligsprekingen (Matteüs 5:1-10) en met woorden over vervolging (Matteüs 5:11-12).
Al te snel zijn de Schriftwoorden over het zoutend zout en het licht-op-de-berg verstaan als actieprogramma voor een missionaire kerk. Zij worden dan opgevat alsof zij gelovigen zouden opdragen via activiteiten en goede daden het onderscheid in de wereld te gaan maken. Gelovigen worden dan in de rol gedrukt van zelfbewuste, stoere christenen die ‘de wereld wel eens even zullen laten zien waar het geloof voor staat’.
Maar de Heer spreekt deze woorden in een context die een geheel andere sfeer ademt dan die van activisme, maakbaarheid en stoerheid. De zaligsprekingen prijzen juist de nederigen (vers 3), treurenden (vers 4), zachtmoedigen (vers 5) en andere bescheiden persoonlijkheden gelukkig (vers 6-12). De klankkleur van die woorden resoneert na in de woorden die er in deze perikoop direct op volgen (Matteüs 5:13-16). De sfeer van opofferen, afzien en dienen wordt opgeroepen – misschien niet de eerste werkwoorden waar wij aan denken als het missionair werk gaat. We horen liever stoere zendingsverhalen over massale bekeringen, waarin vooral anderen dan onszelf (zendelingen, pioniers) de hoofdrol hebben.
De beelden van zout en licht vullen elkaar wederzijds aan. Bij het zout wordt vooral het ‘waardeloze’ van vervuild zout naar voren gebracht, terwijl bij de lichtmetafoor eerder de nadruk ligt op de vanzelfsprekende verbinding tussen christen-zijn en getuige-zijn.
Exegetische opmerkingen bij het kernvers
De moeite waard is het lemma ‘zout’ uit P. Schelling e.a., Symbolen in de Bijbel, Zoetermeer z.j.. Daarop aanvullend het onderstaande.
Zout (halas), zoals wij het kennen en zoals het in bijbelse tijden gebruikt werd, verschilt op twee belangrijke punten van elkaar:
kostprijs
Zout kost in de supermarkt pakweg 0,48 euro per kilo. Strooizout nog minder: 0,38 cent per kilo. Wij hebben zoveel zout voorradig, dat levensmiddelenproducenten het beschouwen als een goedkoop wondermiddel om smaak te verbeteren. Volgens het Voedingscentrum krijgt 85% van de Nederlandse bevolking teveel zout binnen. Zout is zó goedkoop, dat wij het met tonnen tegelijk op straat gooien om vorst te bestrijden.
In Jezus’ tijd was zout echter een zeldzaam goed – en daarom ook kostbaar. Zo is het in de wereldgeschiedenis overigens ook lang gebleven: het latijnse Sal (Frans: sel) herkennen wij nog in ons woord salaris. Zout was namelijk lange tijd dermate kostbaar, dat het als betaalmiddel kon gelden: ‘zout is goud’. Men kan ook denken aan de VOC-tijd, waarin allerhande specerijen van ver moesten komen die nu bij Albert Heijn om de hoek liggen. Ook peper was om die reden letterlijk peperduur.
bederfelijkheid
Zout is tegenwoordig zeer lang houdbaar. Vocht is haar grootste bedreiging: zout dat lange tijd niet gebruikt wordt, gaat samenklonteren. Het zout zelf blijft daarbij echter zuiver.
In Jezus’ dagen was dit anders. Israël won haar zout met name uit de Dode zee. Het water van de Dode zee bevat veel mineralen en ook algen. Zeezout, gewonnen uit de Dode Zee, was daarom verre van zuiver. Bij het bewaren overheersen de smaken van mineralen en algen die van het zout, waardoor het zout zijn smaak – en functie – verliest. Dat onomkeerbare proces maakt dat het ‘nergens meer voor dient’ (Mat. 5:13b).
Voor het overige van dit vers lette erop dat de Heer Jezus hier geen opdracht geeft, maar een feit constateert: ‘jullie zijn het zout van der aarde’. Het is geen mogelijkheid, streven of wens dat te zijn, maar een natuurlijk gevolg van discipelschap.
Relatie tot het Oude Testament
Het bijzondere is, dat bij veel verbondssluitingen óók dat zout een rol speelt. In Numeri is bijvoorbeeld sprake van ‘een altijddurend verbond, een met zout bekrachtigd verbond.’ (Num. 18:19). Zout symboliseert hier primair iets van kostbaarheid: een ‘gezouten verbond’ is een verbond dat niet meer verbroken kan worden. Zoals gezouten etenswaar niet snel bederft (haring, pekelvlees, stokvis), zo kent een eenmaal gesloten verbond tussen God en Zijn mensen geen houdbaarheidsdatum. Gods liefde kent geen grens in de tijd!
Spannend is ook de parallel met de vrouw van Lot, die bij het achteromkijken in een zoutpilaar veranderde (Genesis 19:26). Een prediker met moed durft losjes verbinding te leggen tussen het achterom-zien van Lots vrouw met de kerkelijke actualiteit: zie ook hieronder bij ‘gedachten voor de verkondiging’.
Gedachten voor de verkondiging
Het beeld van het zout kent verschillende betekenislagen: voor de verkondiging bergt zich zowel een kracht als een gevaar in zich. Dit Bijbels beeld kan krachtig worden ingezet, omdat de prediker speels verbindingen kan leggen tussen eigentijdse ervaringen met zout en de Bijbelse betekenis ervan. Het gevaar is aanwezig, dat die verbindingen al te speel of associatief worden, waardoor de eenduidigheid van Jezus’ woorden in Matteüs 5:13 verloren gaat in de verkondiging.
Laat de spreker vooral duidelijk maken, dat Jezus deze woorden – over de hoofden van zijn eerste leerlingen heen – aan ál zijn leerlingen uitspreekt. Missionair werk is in onze tijd geen ‘ver-van-ons-bed’-show meer, en ook niet langer voorbehouden als beroepskrachten zoals zendelingen. De Evangelisatiecommissie van elke plaatselijke gemeente zou net zo groot moeten zijn als het totaal aantal gelovige leden daarvan.
Wij kiezen er hier voor geen ‘hapklare’ preeklijn weer te geven. Daarvoor is de vormgeving van Startzondagdiensten in de diverse gemeenten te groot: het varieert van zangdiensten tot jeugddiensten tot zoekersdiensten tot ‘reguliere morgendiensten’. Verkondiging kan nooit zonder maatwerk!
Wel reiken wij drie kerngedachten aan, die stapsgewijs in de verkondiging verwerkt kunnen worden. De kerngedachten dragen een Trinitarische structuur in zich:
– zout en God de Vader
Wij gebruiken zout vaak om haar conserverend of reinigende werking (badzout, haring, stokvis). In het Oude Testament werd zout vaak gebruikt bij verbondssluitingen. Als God de Heer zich éénmaal liefdevol aan gelovigen verbindt (doop!), dan doet Hij doet met liefde die geen houdbaarheidsdatum kent.
– zout en God de Zoon
Zout was in Bijbelse tijden zeer kostbaar. Gods verbond met gelovigen is geen ‘goedkope’ verbintenis. Hij betaalde de hoogste prijs om die verbondenheid aan ons te kunnen vasthouden: zijn Zoon Jezus had Hij voor onze redding over. Zo ‘blijven wij bewaard’ temidden van een wereld die vaak niet van God wil weten.
Bovendien gaat Christus elke gelovige voor in het juiste spoor door dit leven: én volledig in deze wereld aanwezig, én zuiver-blijven voor God. In dat evenwicht bewoog Christus zich op aarde – zonder ooit te dwalen. Dat spanningsvolle evenwicht dienen ook wij te zoeken: ‘in de wereld, maar niet van de wereld’.
De uitdrukking ‘opzouten en wegwezen’ kan hier worden ingevlochten: het stamt uit de tijd dat in de scheepvaart producten (opge-)gezouten werden om het tijdens de reis onderweg goed te houden. Wie in Christus gelooft, is in Hem ‘veilig’ om de wereld in te gaan om daar gelovig verschil te gaan maken.
– zout en God de heilige Geest
De smaak van zout komt beter tot z´n recht, als het niet samenklontert. Denk daarbij aan de kerk: de tijd van verzuiling is voorbij! Naast alle zorgen die dat met zich meebrengt (secularisatie, kerksluitingen) brengt het de vraag naar onze missionaire roeping weer haarscherp in beeld. Dat is te duiden als winst. De kerk mag ‘niet klonteren’: als een kliekje veilig in de haven van haar eigen gelijk blijven liggen.
Laat de kerk ook niet zijn als de vrouw van Lot. Haar terugblik naar haar verleden maakte haar tot een zoutpilaar. Ongezonde nostalgie naar de kerk van vroegere dagen, verlamt. Kerk-zijn anno 2016 is niet weemoedig achterom kijken of angstig om je heen kijken, maar gelovig opzien. Want in zwakheid is God machtig, de Heer prijst stumperds en sloebers gelukkig – met kleine gelovigen kan God grote dingen doen. Elke christen afzonderlijk zou als ’n zoutkorrel moeten zijn: weliswaar klein en bescheiden – soms haast onzichtbaar voor anderen – maar kostbaar in Gods ogen en voor Hem zeer bruikbaar. Missionair werk is niet primair een kwestie van nieuwe spectaculaire activiteiten, een strakkere PR of van vlotte babbels over geloof. Het draait eerder om het persoonlijk netwerk van elke afzonderlijke gelovige: dáár mag hij/zij in alle kwetsbaarheid en bescheidenheid smaakmaker in de eigen dagelijkse leefwereld zijn. Het nieuwe zendingsveld ligt op de kantoorvloer, aan een keukentafel of op de verjaardag van je beste vriend volgende week dinsdagavond…
Creatieve vormen
Een creatieve vorm behoort de kernboodschap van de verkondiging te ondersteunen. Het beeld van het zout is herkenbaar en spreekt aan. Het leent zich bovendien uitermate goed voor visueel of smaakgericht aanschouwelijk onderwijs:
Neem twee doorzichtige, dikwandige en magnetronbestendige theeglazen. Doe in beide glazen even veel keukenzout. Zet één glas weg. Neem het andere glas en zet het glas vol kraanwater. Laat het enkele uren staan, en giet dan het water dat boven het zout staat voorzichtig uit het glas weg. Zet het glas nu – met het natte zout – in de magnetron zodat het water verdampt en er alleen zout overblijft. Dit gebeurt op het punt dat het theeglas net te heet is om aan te pakken (ongeveer 3 minuten, afhankelijk van het vermogen). Neem het geheel voorzichtig uit de magnetron en laat het langzaam afkoelen. Je zult nu zien dat het zout in dit glas één brok is geworden: je kunt het glas op z’n kop houden terwijl het zout erin blijft. De twee glazen staan voor twee modellen van kerk-zijn: zijn christenen bestemd om ‘veilig en gezellig samen te klonteren’, of zijn zij geroepen om elk hun eigen leefwereld in te gaan om daar verschil te maken? En: hoewel de ‘losse zoutkorrels’ klein zijn – en individuele christenen soms onzichtbaar voor de buitenwereld lijken – bereiken zij hun doel meer dan de ‘zoutpilaar’ uit het andere glas.
Bereid een gerecht met en zonder zout en laat kinderen proeven (patat!). Wat is het verschil? Wat zou de Here Jezus met zijn woorden bedoelen?
Liederen
De genoemde liedsuggesties zijn gekozen bij de Schriftlezing en het zout-thema. Zij kunnen verder aangevuld worden met zelfgekozen liederen die passen bij de start van een nieuw kerkelijk seizoen.
Psalmen (NB):
-
Psalm 12 (breng redding, Heer, de vroomheid is geweken)
-
Psalm 47 (volken weest verheugd)
-
Psalm 67:2 (de volken zullen U belijden)
Liedboek ´73:
-
Gezang 481:1 en 2 (regel 4, vers 1: laat ons het zout der aarde zijn)
-
Gezang 20:1 en 7
-
Gezang 330
NLB:
-
NLB 838:1,2 (regel 4, vers 1: laat ons het zout der aarde zijn)
-
Het gebed van Franciscus van Assisi op p. 1355
-
NLB 975 (regel 7, vers 3: ga met zaligen en zoekers)
-
De hele rubriek ‘missionaire liederen’ is dienstbaar aan het thema: 668-678
-
671 (delen)
-
676 (licht-metafoor, vgl. Math. 5;14-16)
-
683 (laat mij zijn een instrument)
Evangelische Liedbundel:
-
398 (handen heb je om te geven)
-
390 (maak ons tot een stralend licht)
-
388 (laat heel de wereld het zien)