Preekschets Openbaring 9:6
Openbaring 9:6
Judica
Dan zullen de mensen de dood zoeken, maar hem niet vinden. Ze zullen naar de dood verlangen, maar de dood vlucht van hen weg.
Schriftlezing: Openbaring 9:1-11(12)
Het eigene van de zondag
Op de vijfde zondag van de Veertigdagentijd keert de diepte van het lijden terug; dit wordt uitgedrukt in de kleur paars. Traditioneel klinkt er een roep tot God vanuit Psalm 43 om recht te doen. De bazuinen in Openbaring klinken, waaruit naar voren komt dat God recht verschaft in het oordeel en door het oordeel heen. De bazuinen ontketenen gebeurtenissen die de verzegelden willen troosten en bemoedigen in hun lijden.
Uitleg
Het schriftgedeelte kent een cesuur tussen vers 6 en 7. Het tweede deel van de lezing is een explicatie van de aard van de sprinkhanen. Het beeld dat getoond wordt, is een amalgaam van diverse mythische verschijningsvormen. De verwijzing naar de onderaardse diepte (met de koning) in vers 11 vormt een inclusie met vers 1. Vers 12 is een overgangsvers met een zekere mate van zelfstandigheid. Het zou ook gelezen kunnen worden bij het volgende gedeelte.
Vanuit de context valt op dat de vijfde en zesde bazuin drie keer zoveel ruimte krijgen in de tekst als de voorafgaande bazuinen. Hierdoor wordt de lezer gefocust op de ernst van de rampspoeden die beschreven worden. Wie bij de eerste vier bazuinen niet meer ervaren heeft dan enig ongemak van de rampen over wereld en natuur zal nu rechtstreeks onderworpen worden aan de kwellingen die opkomen vanuit de onderaardse diepte. Naarmate het einde nadert, treedt er een intensivering van de rampspoeden op. Dit patroon is aanwezig in eschatologie (vgl. Mat. 24) en apocalyptiek.
Vers 1 stelt de uitlegger voor een lastige beslissing. Is de ster (een persoonlijk wezen) goedaardig of boosaardig? Tekst, context en concordantie wijzen uiteindelijk op een boosaardig wezen: een gevallen ster. Deze persoon representeert de zondige mensheid en deelt in het oordeel (vgl. Jes. 14). Waarschijnlijk zijn deze ster en Abaddon/Apollyon (Vernietiging/Vernietiger) dezelfde figuur. Als koning voert hij commando over de sprinkhanen die tevoorschijn komen. Cruciaal is het passivum divinum: hem werd de sleutel gegeven. In combinatie met vers 4 kan gezegd worden dat de verwoestende macht van de sprinkhanen nauwkeurig begrensd is (vgl. Ez. 9). God en het Lam hebben controle (vgl. 1:18). De gemeente is niet het doel van de aanvallen, maar de gewelddadigheid van de aanvallen gaat niet ongemerkt aan haar voorbij. De gemeente wordt door deze periode heen gedragen wanneer de machten van het kwaad hun uitwerking hebben op hun eigen bondgenoten, namelijk zij die het zegel van God niet op hun voorhoofd hebben.
De rook en de sprinkhanen zijn reeds in het Oude Testament en de intertestamentaire literatuur symbolen van oordeel en vernietiging (vgl. de naam Abaddon/Apollyon). De sprinkhanenplaag uit Exodus 10:12 is een substraat voor het hier geschetste beeld. De sprinkhanen, die uitvoerig beschreven worden in de verzen 7-10, hebben de macht van schorpioenen gekregen (opnieuw een passivum divinum) om buiten hun aard vegetatie ongemoeid te laten en zich te richten op mensen. Anders gezegd: een oordeel wordt niet voltrokken op een te voorziene manier. Van sprinkhanen verwacht je vernietiging van de vegetatie. Maar in plaats van een indirecte kwelling van mensen via bijvoorbeeld hongersnood is er sprake van een directe kwelling, namelijk zoals schorpioenen dat doen. Een oordeel is niet alleen onverwacht wat betreft tijdstip, maar ook wat betreft de manier waarop het voltrokken wordt.
In de oordelen, die in golven over de aarde rollen, worden kaders doorbroken. De hybride dieren zijn hiervan een voorbeeld. Een ander voorbeeld is de vluchtendedood. Zelfs de dood is geen vast gegeven meer. Wie geen verzegelde van God is, kan het oordeel niet ontwijken door de dood in te vluchten. Zowel het zoeken van als het verlangen naar de dood is vruchteloos. Het prefereren van dood boven leven in geval van lijden is bekend uit bijbelse en Grieks-Romeinse literatuur. Dat alles anders zal worden na het oordeel, is reeds in het oordeel op te merken. Dan zal de dood niet meer zijn voor de verzegelden. Nu is de dood niet bereikbaar voor de niet-verzegelden. Zij zullen hun kwellingen moeten dragen. God doet recht.
Aanwijzingen voor de prediking
Een gedachte over onsterfelijkheid en eeuwig leven, dat een geliefd thema in films en boeken is, kan als inleiding gebruikt worden. Sinds mensenheugenis is er gezocht naar elixers of drankjes die dit geven. Of het ideaal is, hangt af van degene aan wie je het vraagt: een gezonde twintigjarige of een gebrekkige negentigjarige. De eindigheid van het leven, de sterfelijkheid, kan een rustgevende gedachte zijn. Eens zal er een einde komen aan de last en beproeving van een nieuwe aardse dag.
Op deze plaats kan een overstap worden gemaakt naar het schriftgedeelte en de tekst. Waarom verlangen deze mensen naar de dood en zoeken zij hem? Zij rekenen op het vaste gegeven van de sterfelijkheid en eindigheid van het bestaan. Wat de dood voor hen betekent of wat zij er van verwachten kan uitgewerkt worden. Is het een uitwijkhaven, een schuilplaats, een laatste vluchtplaats? Misschien de gedachte ‘dood is dood.’ De dood is de ultieme ontkenning van Hem. Hier kan aandacht zijn voor de herkenbaarheid van de hedendaagse mens. De eindigheid van het bestaan is een vast gegeven en de dood markeert dat. Dan houdt alles op, is alles over en voorbij.
God gunt mensen veel ruimte en verantwoordelijkheid. God nodigt uit; Hij dwingt niet en dringt niets op. De uitnodiging reikt tot aan het kruis van Jezus Christus. God neemt mensen serieus, ook in hun gebruik van de ruimte en verantwoordelijkheid die zij ontvangen. Dat mag hun onder ogen gebracht worden zonder moralisme of bangmakerij. Wederkerig geldt ook dat God serieus genomen wil worden door mensen. Velen doen en willen dat niet. Soms in onverschilligheid, soms in vijandigheid.
Op deze levenshouding heeft het visioen uit Openbaring 9 betrekking. Vanzelfsprekende kaders worden hierbij doorbroken. Dat mensen overwegend te klein van God denken, verdient aandacht. In dit visioen krijgt een en ander gestalte in de sprinkhanen. Dit zijn geen gewone sprinkhanen. Iets van het ongewone karakter van visioenen kan uitgelegd worden. Visioenen laten dingen zien die wij gewoonlijk niet zien. Een tekening van het ongewone van de sprinkhanen, met name hun schorpioenenaard, adstrueert hun betekenis: in plaats van indirecte schade aan mensen (hongersnood) richten zij directe schade aan.
Hier is sprake van een boemerangeffect. Wie geleefd heeft naar de normen en waarden van de onderaardse diepte, krijgt er nu zelf mee te maken. Het kwaad keert terug op het hoofd van degene die kwaad heeft gedaan.
Dit visioen van de vijfde bazuin is te tekenen als een antwoord op een vraag die in een aantal psalmen wordt gesteld. Waarom heeft een goddeloze zo veel voorspoed? En waarom wordt iemand die wil leven naar Gods wil zo dikwijls getroffen? Het is de vraag aan God: wanneer doet U recht? Een schets van onrecht in de wereld tussen en door mensen op macro-, meso- en microniveau kan dit dichtbij brengen. Eveneens verdient de neiging om het recht in eigen handen te nemen aandacht.
Met dit visioen kunnen we laten zien dat God recht zal doen. Let wel: met de juiste maat, waarmee alleen God kan meten. Zo doet Hij recht aan de ontrechten. God maakt daarmee ernst. Dat wordt niet licht te zeer geaccentueerd en mag ruimte ontvangen. Hoe verbijsterend dit is, zegt de tekst voor de preek. Opnieuw doorbreekt het visioen kaders. Hoe kan de dood onvindbaar zijn? Hoe kan de dood vluchten? De verbijstering wil onder woorden gebracht worden. Het doel is: duidelijk te maken dat God niemand die onrecht doet er mee laat wegkomen. Zelfs niet de dood in.
Een appel op mensen is hier mogelijk door hen te laten zien dat God de ontkenning van Hem serieus neemt. Hij accepteert de ontkenning niet tot het uiterste omwille van de zijnen, omwille van de gelovigen die Hem aanroepen om het onrecht in de wereld. De dood is niet langer een weg naar een vrijplaats tegen God. Op dit punt kan een lijn naar Jezus Christus en de betekenis van zijn lijden getrokken worden. Hij heeft de dood zijn macht en functie ontnomen. Wie zijn zegel draagt, kan getroost in dit leven staan. De last van onrecht en goddeloosheid is gedragen door het Lam. Die kwam op zijn hoofd. Bij wie zijn zegel op het voorhoofd draagt, is geen ruimte voor de last van onrecht en goddeloosheid. Deze genade is net zo verbijsterend als dit visioen. Tot troost voor allen die geloven.
Liturgische aanwijzingen
Als oudtestamentische lezing kan Ezechiël 9 gebruikt worden om aan te geven hoe God de zijnen laat verzegelen. Wie kiest voor een accent op de sprinkhanen en hun betekenis kan zowel Exodus 10:12 als het deuterocanonieke Wijsheid 16:9 overwegen. Job 3:21 verwoordt oudtestamentisch een onvervuld verlangen naar de dood, echter wel het verlangen van een rechtvaardige. Een evangelielezing uit Matteüs 24 is in lijn met de lezing uit Openbaring.
Psalm 43 is welhaast vanzelfsprekend op deze zondag. Psalm 105:12 legt een verbinding met Exodus 10:12. Psalm 139:4 contrasteert positief met Openbaring 9:6. Gezang 39:7, 8, 9 belicht vanuit Joël het karakter van de oordelen. Gezang 176 sluit aan bij de roep om recht zoals deze vanuit Psalm 43 klinkt. Gezang 392 en 435 zijn een optie voor deze zondag.