Preekschets Spreuken 29:18
3e zondag van de herfst
Als er geen visioen is, wordt een gemeenschap teugelloos,- bewaakt die het onderricht, zalig is hij! (Naardense Bijbel)
- Bijbelgedeelte: Spreuken 29
- Preektekst: Spreuken 29:18
- Thema: Een arena van levensovertuigingen
Liturgisch kader
Deze periode van het kerkelijk jaar is de tijd van vrije preekstof. Dat is een goede gelegenheid te preken uit het boek Spreuken. Het heeft betrekking op ons gewone leven als persoon en in de samenleving. Veel spreuken zijn concreet en zijn onderwijs voor een verstandig leven. Waar de gekozen tekst op wijst, is dat een samenleving die zich van God afkeert, een heilloze ontwikkeling doormaakt. Een bevestiging daarvan is dat onze maatschappij steeds meer een arena wordt waarin burgers strijden om hun gelijk te krijgen en de onverdraagzaamheid toeneemt. Op de sociale media wordt heftig gereageerd, haat zaaien, doodsbedreigingen, het is aan de orde van de dag. In de fysieke wereld is het niet beter: pesten, intimideren, scheldpartijen. Om de uitwassen hiervan te bestrijden krijgen politici en bestuurders beveiliging.
Liedsuggesties: Een psalm over de strijd is 126:1,2,3. Een lied dat de zaligsprekingen bezingt, is lied 996:1,2,3,4 uit Liedboek Zingen en bidden in huis en kerk, 2013.
Uitleg
Het kernwoord in vers 18 is het Hebreeuwse woord hazon, dat kan worden vertaald met: gezicht, visioen, openbaring, profetie. God openbaart zich op verschillende manieren, vooral door de zondagse verkondiging. Dan krijgt de gemeente onderwijs. Dit onderwijs is voor heel het volk bedoeld. Een volk dat Gods onderwijs ontvangt, leert te leven in overeenstemming met dit onderwijs, de tien geboden te onderhouden en God met eerbied lief te hebben, te gehoorzamen en te vertrouwen. Zonder dit onderwijs raakt het de weg kwijt, het wordt teugelloos, bandeloos, verwildert, raakt losgeslagen. Spreuken waarschuwt voor wetteloosheid. Geloof heeft een persoonlijke zijde. Wie Gods onderwijs ter harte neemt, is een gezegend mens, die wordt gefeliciteerd.
Wetteloosheid is een houding tegenover God en tegenover de samenleving, die verachting uitdrukt naar wat rechtvaardige verhoudingen verdienen. Spreuken waarschuwt in vers 16, dat een overheid die deze houding aanmoedigt, het op zijn brood krijgt. Want als de goddelozen – de boosdoeners – in macht toenemen, zal de overtreding in omvang en intensiteit toenemen. Daaronder lijdt de samenleving en wordt het God respecteren en eren geschaad. In vers 18 wordt vers 16 uitgewerkt. De wijsheidsleraar beargumenteert, dat de overheid belang heeft bij de bevordering van het bijbels onderwijs en het volk openstaat voor de boodschap van God. Want dat is essentieel voor Gods zegen en voor het handhaven van de maatschappelijke orde.
De overheid waar Spreuken voor waarschuwt, heeft geen visie – geen visie op een ordelijk en wettig bestuur. Dat is slecht voor een land. Het leidt tot een gebrek aan het beteugelen van het kwaad, het volk wordt niet voldoende in toom gehouden. In het Hebreeuws staat er een woord (hazon) dat verwijst naar de openbarende taak van de profeten (o.m. Jesaja 1:1; Amos 1:1; Micha 1:1; Habakuk 1:1). Het woord kan ook duiden op zien (Spreuken 22:29; 29:20; Daniël 3:19, 25, 27). Vermoedelijk denkt de leraar niet aan profetische openbaringen. Er zijn twee mogelijkheden die verwant zijn aan de eenvoudige betekenis van het werkwoord zien. Ten eerste is dat een visie hebben op het einde – dus een doel zien. Ten tweede kan zien een plan insluiten om dat doel te bereiken. Dan is de betekenis van vers 18, dat het waarschuwt voor het ontbreken van een doel en/of een plan. Dan mist de overheid het instrument om het volk voort te leiden en gaat de overheid met het volk zwalken. Visie, een doel en een plan hebben, behoedt daarvoor. Vers 18b is een toelichting. Het volk dat de wet van God onderhoudt, wordt gezegend. Spreuken bedoelt de instructie, het onderwijs van de HEER – de tora. Die voorziet in de visie van vers 18a. De goddelijke instructie wil een gids zijn naar de toekomst. Wie het zicht op deze gids verliest, is er armzalig aan toe. De situatie van dit volk is meelijwekkend.
Spreuken leert, dat ontzag voor de HEER het begin van wijsheid én (!) van rechtvaardigheid is (kernvers Spreuken 1:7). Vandaar dat 29:2 zegt dat het volk zich verheugt, wanneer rechtvaardigen – dat zijn mensen ontzag voor Go hebben – in aantal toenemen. Want dit brengt vrede en heil. Daar vaart iedereen wel bij. Als goddelozen aan de macht zijn, is het heel anders. Onder hun bewind zucht het volk. Het wordt uitgebuit. Het is slachtoffer van corruptie, van een hardvochtige overheid die alleen denkt aan zijn eigen gewin. De toeslagenaffaire die in 2020 aan het licht gekomen is, is hiervan een droevige illustratie. Dit geldt evenzeer voor de gaswinning in Groningen die voor de Groningers een onvoorstelbaar ernstig drama is geworden. De leraar maakt het onderscheid, dat het volk zich verblijdt of dat het zucht (vergelijk Spreuken 28:12, 28; 29:16). Vers 16 is een aanvulling op vers 2: “Als goddelozen talrijk worden, worden de overtredingen talrijk, …” Het welzijn van het volk staat op het spel. Het zal zich verheugen wanneer de rechtvaardigen heersen en het beleid bepalen. Want zij zullen de gemeenschap leiden met wijsheid en rechtvaardigheid. Dan zal de gemeenschap bloeien, de mensen zullen gelukkig zijn. Maar zij zuchten als de goddelozen de baas zijn, dat betreuren zij. Op zijn best nemen de goddelozen dwaze beslissingen, en, op zijn slechtst, buiten zij de mensen uit.
Aanwijzingen voor de prediking
De hoofdstukken 10-31 bevatten losse spreuken, waarin nauwelijks een verband te ontdekken valt. Als prediker moet je een keuze maken, dat kan het beste door een thema te kiezen. In de preekschets neem ik er een paar verwante spreuken bij, voor de gekozen thematiek. In deze schets zijn diverse schriftverwijzingen opgenomen. Dat biedt de mogelijkheid te kiezen uit het trekken van lijnen in de Schrift en het leggen van accenten.
Spreuken biedt ruimschoots gelegenheid de gemeente een spiegel voor te houden. Het is een onbekend bijbelboek, de gekozen tekst is één van de weinige bekende teksten. Toch heb ik de indruk, dat er weinig over wordt gepreekt. En als dit gebeurt, zou het wel eens vooral op de rechterflank van de kerk kunnen zijn. Want, inderdaad, de tekst biedt de mogelijkheid te wijzen op zedeloosheid, bandeloosheid, op een samenleving die lijkt op Sodom en Gomorra. Maar de tweede helft van vers 18 is een aanwijzing om het dicht bij de hoorders te houden, dat levert een zinvolle toepassing op door hen op hun eigen plicht en verantwoordelijkheid aan te spreken. Daar zegt de leraar, dat wie het onderwijs van God in acht neemt, gelukkig is. Het is aantrekkelijk de lijn door te trekken naar de zaligsprekingen van Jezus (Matteüs 5:3-10). Wie zich onder de leiding van de heilige Geest door deze woorden van onze Heer laat vernieuwen, gaat als zijn volgeling in de arena van het leven staan. Je houding wordt anders: nederig, zachtmoedig, hongerend en dorstend naar de gerechtigheid van het koninkrijk van God, barmhartig, zuiver van hart, dus oprecht, rechtvaardig, die wordt een vredestichter. Je wordt er een mens door naar Jezus’ gelijkenis. Dat gaat de arena positief beïnvloeden. Zo vervullen wij onze roeping als christen en wordt Gods naam geëerd en is er geen reden, dat zijn naam wordt gelasterd. Zo komt Gods koninkrijk dichterbij. Daar word je gelukkig van.
Nederland is een geseculariseerd land geworden, waarin levensovertuigingen elkaar bestrijden en waarin vrijheidsrechten een onrustig bezit zijn met een beroep op artikel 1 van de Grondwet dat discriminatie verbiedt. Onze samenleving heeft iets weg van een arena. Daarin is de vrijheid van burgers om hun levensovertuiging te belijden een betwiste vrijheid, waar door burgers om geknokt wordt. In de afgelopen decennia heeft Nederland een uniforme seculiere identiteit opgetrokken. Er heeft zich een seculiere meerderheid gevormd, waarvan de waarden en normen domineren. De gevolgen zijn legio en verstrekkend. De acceptatie van verschillen en de waardering voor de vrijheid van godsdienst en de vrijheid van onderwijs zijn verminderd en de vaardigheid om met verschillen in levensovertuiging om te gaan is afgenomen. Inmiddels worden we geconfronteerd met een nieuw fenomeen: woke. En auteurs hebben te maken gekregen met sensitivity readers, kritische lezers die correctie eisen van hen niet-welgevallige woorden in teksten.
Ideeën voor kinderen en jongeren
Op internet zijn veel afbeeldingen te vinden van het Colosseum: dat was reusachtige arena in de tijd van het Romeinse keizerrijk. In de catacomben van Rome zijn nog altijd afbeeldingen te zien van christenen, die zich schuilhielden. Laat een fragment van ‘The gladiator’ zien, bijvoorbeeld. Hoe beleven kinderen en jongeren dit? Ervaren zij soms, dat ze in een arena leven? Zien de jongeren de samenleving als een arena? Hoe ga je daarmee om? Welke taak of verantwoordelijkheid zien zij voor zichzelf of voor de kerk? Met hen kan ook worden doorgesproken over pesten, sexting, online shaming, grensoverschrijdend gedrag. Wat hen ook raakt, is de maatschappelijke beroering over het klimaat, de stikstof, boerenprotesten, klimaatactivisten, extinction rebellion.
Henk (H.A.) Post is gepromoveerd in de theologie en publiceert over bijbelboeken.
Geraadpleegd
- C. Bridges, Proverbs, 1846, Edinburgh
- W.H. Gispen, De Spreuken van Salomo, 1952, Kampen
- H. Post, Spreuken. Groeien in wijsheid, 2021, Kampen
- E.W. Tuinstra, Spreuken (deel 3, De prediking van het Oude Testament), 2019, Utrecht.