Menu

None

Recensie Hoe God schitterde door afwezigheid: Bijbelse klaagliederen

Hoe God schitterde door afwezigheid: Bijbelse klaagliederen

Het is een geweldig boek, Klaagliederen, en dit commentaar doet er niet voor onder. Het is een waardige opvolger van het vorige Nederlandstalige commentaar, dat ruim dertig jaar geleden werd gepubliceerd (J. Renkema, Klaagliederen [COT], Kok: Kampen 1993), ook al is de vergelijking van een populairwetenschappelijke paperback van 324 pagina’s met een wetenschappelijk serie-commentaar van 461 pagina’s hoe dan ook krom. Dat commentaar richtte zich allereerst op de analyse van de versbouw, de vaststelling van de opbouw in canto’s, subcanto’s en cantikels. Dit commentaar kan daarop voortbouwen en richt zich vooral op de dynamische ontwikkeling, de poëtische verbeelding en de semantische spanning in het boek.

Het bestaat uit een inleiding, een vertaling en een commentaar. Drie delen die we hieronder zullen presenteren en bespreken. De inleiding beschrijft het boek als een literair kunstwerk en zo dat het nergens academisch wordt en voortdurend bijdraagt aan de zoektocht naar de zin en de werking van deze poëzie.

Klaagliederen bezingt de val van Jeruzalem en de verwoesting van de tempel in 587/586 voor Christus. Van Hout zet het boek van meet af aan onder spanning. De klaagzang is een ‘talige plek voor rouw’ (Janita Monna), een tragisch discours op de rand van de dood (Gershom Scholem), een treurdicht overlopend in geween (Edward Greenstein), trauma-literatuur. Wat moet het dat die ander in deze liederen, God, op geen enkele manier mee-lijdt? Hoe gaan de schrijvers van dit politiek-religieuze boek om met dit motief van een weinig empathische God? Is dit boek uiteindelijk een gebed en een oefening van hoop?

Hoe God schitterde door afwezigheid

Klaagliederen gedenkt ellende, betrekt de lezer/hoorder bij wat gebeurd is en gebeurt, het stelt de crisis tegenwoordig, beeldt deze uit. Een veelheid van stemmen – die alle staan voor de stad zelf – komt aan het woord, klagend, smekend of argumenterend. Een doordachte compositie in vijf liederen en het gebruik van een alfabetisch lettervers scheppen en ordenen de ruimte waarin die stemmen klinken. Van Hout gaat uitgebreid in op de personifiëring van de stad, poëtische zegswijzen en de rijkdom aan beelden en hun lijfelijkheid.

Van Hout heeft de tekst vertaald in hedendaags Nederlands. De vertaling van Renkema is inmiddels verouderd en respecteert de Hebreeuwse woordvolgorde, wat de leesbaarheid niet ten goede komt. Het Nederlands van van Hout is ook buiten de vertaling fris en goed op ritme. Vertalen is keuzes maken en van Hout biedt in zijn commentaar een verantwoording waar zij de betekenis van de tekst raken. Hij verwijst daarbij naar de wetenschappelijke literatuur en indien gewenst naar het (getranscribeerde!) Hebreeuws, maar zo dat de tekst helder blijft voor de geïnformeerde leek.

Een opvallende vertaling is die van bat-Sion, ‘letterlijk’ dochter Sion, en aanverwante uitdrukkingen met arme Sion, mijn arme volk, och lieve Jeruzalem als relationeel-affectieve termen. Deze keuze is verantwoord in een boeiende uiteenzetting (29-31). Even opvallend is de vertaling van Klg 3,1: Ik ben de man die te lijden heeft…. NBV 2004 had ons bevrijd van deze man met een genderneutrale vertaling: Ik ben de mens die te lijden heeft… (vergelijk de drastische verwijdering in de Willibrordvertaling). Van Hout maakt duidelijk dat de man wezenlijk is voor het verstaan van de tekst, met name voor de specifieke functie van hoofdstuk 3 in het geheel van het boek (122-125). Mooi werk!

Mocht iemand zich storen aan het uitspellen van de godsnaam, een verantwoording is te vinden in het commentaar op Job dat van Hout eerder gepubliceerd heeft (Zijn naam was Job: Een Joodse parabel over de mens, Van Warven: Kampen 2023, 31-32). Uiteindelijk komt het neer op aandacht voor het gebruik van de diverse heilige namen in het boek.

Het commentaar richt zich zoals gezegd op de dynamische ontwikkeling, de poëtische verbeelding en de semantische spanning in het boek. De auteur gaat in gesprek met de jongste secundaire literatuur, zet zich uiteen met de (oude) vertalingen en weegt de woorden op zoek naar de betekenisvolle keuzes van de bijbelschrijvers. De versstructuur is uitgangspunt (Renkema), zo dat de verdeling in strofen, (sub)canto’s en liederen richtinggevend is voor een interpretatie van het boek. De auteur komt zo tot een heldere presentatie, waarin we als lezer niet of nauwelijks kunnen verdwalen en we geboeid verder lezen.

Kortom, een mooi boek voor een meer dan schappelijke prijs (19,95 euro)!

Henk van Hout (1950) studeerde theologie en kerkelijk opbouwwerk te Amsterdam en Utrecht. De bio in het boek noemt een drietal functies: directeur van het pastoraal centrum van het bisdom Rotterdam, directeur van het centrum voor postacademisch theologisch onderwijs van de Universiteit Tilburg, en voorzitter van de Raad van Kerken in Nederland (2007-2015). Zijn pensioen heeft hij gewijd aan de Schrift. 

Dr. Harm van Grol is oud-universitair docent Exegese van het Oude Testament aan de Universiteit Tilburg en oud-medewerker van het tijdschrift Schrift.


Henk van Hout, Hoe God schitterde door afwezigheid: Bijbelse klaagliederen, Uitgeverij Van Warven, Kampen 2024; paperback 215 pp.; ISBN 978-94-93349-35-3; €19,95.


Korintiërs
Schrift 2025, nr. 1

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken