Menu

Basis

Slaapt God?

Bijbel verstaan

Russische icoon: ‘De storm
Russische icoon: ‘De storm

‘Maar Jezus lag achter in de boot op een kussen te slapen.’ Marcus 4: 38a

Kun je goed slapen of lig je vaak wakker? Dat kan liggen aan zorgen, maar ook gewoon aan een verkeerd matras; te hard of te zacht. En een fijn kussen is ook belangrijk om lekker te kunnen slapen. Daarom neem ik zelf altijd mijn eigen kussen mee als ik ergens anders slaap. Want dat kussen is precies goed. Niet te hard, niet te zacht. Niet te dik en niet te dun. Niet bultig maar mooi glad. En daar slaap ik altijd heerlijk op.

We lezen ook over Jezus dat Hij heerlijk lag te slapen – op een kussen, staat er specifiek bij. Alleen de evangelist Marcus noemt dit specifieke detail. Waarom zou hij dat doen? Is het van belang te weten dat Jezus met zijn hoofd op een kussen lag? Het geeft ons in ieder geval wel een beeld van dat hij daar lekker lag. Niet zomaar op het harde hout van de boot, maar ontspannen, met een kussentje onder zijn hoofd.

Samen met zijn leerlingen zit hij in die boot. Jezus is moe, hij heeft de hele dag een enorme groep mensen onderwezen bij het meer. En nu is het even klaar, hij neemt afstand, even rust. En ze varen naar de overkant van het meer, als er plotseling een storm opsteekt. Een mega-storm staat er letterlijk. En de leerlingen worden bang, nogal logisch, want het water staat al hoog in de boot.

Jezus is niet bang. Integendeel, hij ligt heerlijk te slapen. Een diepe slaap blijkbaar, want hij wordt niet wakker van de storm die opsteekt. Vredig ligt hij daar te slapen, achter in de boot, op dat kussen.

Vreemd, hoe kan hij zo rustig slapen? Is hij zo moe, of kent hij helemaal geen angst?

Jezus slaapt, omdat de discipelen hem niet wakker maken!

Ik las ergens: ‘Er is maar één reden waarom Jezus slaapt. Jezus slaapt, omdat de discipelen hem niet wakker maken!’ Dat klopt want Markus vertelt dat de boot al vol begint te lopen met water, vanwege de hoge golven. Dat betekent dat de discipelen Jezus al een heel poosje hebben laten liggen. Ze zijn eerst maar zelf aan de gang gegaan. Hozen en roeien om te overleven!

Uiteindelijk maken ze Jezus toch maar wakker. Met een verwijt, een beschuldiging bijna. Er klinkt boosheid door: ‘Kan het u niet schelen dat wij vergaan?’ Ze vragen niet of Jezus de storm kan stillen, of naar een andere oplossing. ‘Doe iets’, zou wel wat logischer geweest zijn. Hij hoort zijn leerlingen aan, en spreekt eerst tegen de wind en het water. ‘Zwijg, wees stil’. En het wordt stil… de wind gaat liggen. Het meer komt helemaal tot rust. Een groter contrast is er niet. Na de megastorm is er nu een grote, me-ga-stilte.

Jezus stelt vervolgens een vraag aan zijn leerlingen: ‘Jullie vinden het vreemd dat ik slaap? Ik persoonlijk vind het nogal vreemd dat jullie bang zijn. Hebben jullie dan zo weinig moed, zo weinig geloof ?’

En dan is er verbazing en verbijstering bij zijn leerlingen. Ja, zij luisteren naar hem, maar ook de wind en het water luisteren naar hem. En dan komt er nog meer schrik, mega-vrees zelfs: ‘Wie is hij toch?’

Wie is hij toch? Is dat niet ten diepste ook onze vraag? En ook: als hij werkelijk God is, waarom doet hij dan niets? Waar is hij ergens in de stormen van ons eigen leven, van deze wereld? Slaapt God soms?

Bij mij thuis staat sinds een jaar deze icoon, in 2023 geschreven door Frans van Beers, naar een van oorsprong Russische icoon: ‘De storm’. Bijzonder aan deze icoon is dat Christus er twee keer op is afgebeeld; als de slapende Heer èn als de Heer over de schepping, die de storm stilt.

Daarmee verbeeldt deze icoon voor mij precies wie Jezus is. De Heer die blijkbaar vol vertrouwen kan slapen in de storm, én de Heer die als Zoon van God macht heeft over heel de schepping; over de wind en het water, over leven en dood.

Hij is de Heer, die met ons meegegaan is, het schip in

‘Kan het u niets schelen?’ Ja, die vraag stel ik ook regelmatig. En als ik goed luister dan hoor ik: ‘Ja, het kan mij alles schelen. Mijn hele leven zelfs.’ Hij is de Heer, die met ons meegegaan is, het schip in.

Jezus is God, Heer van de Schepping, maar ook een mens als ons. Hij kende ook angst, zoals in de tuin van Getsemane. Trouwens, daar sliep hij niet, maar vielen zijn leerlingen in slaap.

En hij zegt tegen een schriftgeleerde die hem wilde volgen: ‘De vossen hebben holen, en de vogels hebben nesten; maar de Zoon des mensen kan zijn hoofd nergens neerleggen.’

We weten het: een volgeling van Jezus zijn, dat betekent niet automatisch dat je leven vlak en vlekkeloos verloopt. En dat je altijd lekker kunt slapen. Misschien wel juist niet. Misschien is het juist wel zijn bedoeling dat we wat vaker en wat langer wakker liggen van alle stormen in deze wereld. En dat het niet ‘mooi makkelijk’ is om met hem in het schip te zitten, maar eerder ‘lelijk moeilijk’.

En als ik dan toch in slaap val, dan is dat wellicht op het kussen van die eeuwenoude geloofsbelijdenis. Ook al is die soms wat bultig en steken die veren erdoor naar buiten. Maar ik spreek uit, samen met alle volgelingen van Jezus, van toen en nu en die nog zullen komen:

Wij geloven in één God, de almachtige Vader, Schepper van de hemel en de aarde, van alle zichtbare en onzichtbare dingen. En in één Here Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, geboren uit de Vader voor alle eeuwen, God uit God, Licht uit Licht, waarachtig God uit waarachtig God.

‘Wie is hij toch?’ Hij is, hij is er, hij is erbij. Daar en toen, hier en nu. In de storm en in de stilte, en ook straks, daar, aan de overkant.

’t Scheepken onder Jezus’ hoede,
Met de kruisvlag hoog in top,
Neemt als arke der verlossing
Allen, die in nood zijn, op.

Al slaat de zee ook hol en hoog
En zweept de storm ons voort,
Wij hebben ’s Vaders Zoon aan boord,
En ’t veilig strand voor oog.


Makkelijk mooi
Woord & Dienst 2025, nr. 2

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken