Toekomst voor de kerk
Een column, een verhaal van hoop

Het verhaal van de realist, de romanticus en de optimist
Op een heuveltje bij Leidschenveen staat een kapel. Toen ik de foto voor het eerst zag, dacht ik dat deze in Scandinavië was gemaakt. Het ziet er idyllisch uit, maar de eenzaamheid en de verstilling van de kapel op het heuveltje zijn schijn.
Hij ligt middenin een nieuwbouwwijk, omringd door huizen, het spoor en snelwegen. Wie de moeite neemt naar boven te klimmen, komt bedrogen uit.
De deur is hermetisch gesloten en er zijn geen ramen waar je naar binnen kunt kijken. Op internet schrijft iemand over dit kunstwerk: ‘een gebouw dat mooi is om te zien, maar van binnen leeg is. Een lege huls, een schijngestalte. Een schijnkapel als een statement, een metafoor voor onze tijd, waarin leeglopende kerken de norm zijn.’
Vast herkenbare woorden voor velen in onze samenleving: het kerkgebouw als museumstuk. Soms goed om te bewaren, maar inhoudelijk afgedaan. Het is niet mijn verhaal. Ik zie dat kerken in dorpen en steden nog veel inhoud herbergen.
De romanticus heeft een ander verhaal. Hij verlangt terug naar voorbije tijden. Toen het bijwonen van de kerkdienst geen keuze was, maar een geregelde gang waar je geen vragen bij stelde. Hij verlangt terug naar die tijd toen geluk nog heel gewoon was.
Soms herken ik het gevoel, maar voor mij is nostalgie geen begaanbare weg voor de kerk. Het sluit af en kijkt naar binnen, terwijl het Evangelie een boodschap voor de wereld is. Nostalgie richt de blik naar het verleden, terwijl de goede boodschap deuren wil openen en onze voeten wil zetten op een weg van navolging.
Het verhaal van de optimist ligt dichter bij mij. Het zijn mensen die zeggen: ‘Kom op, de schouders eronder en aan het werk!’ Er wordt creatief gezocht naar nieuwe vormen: pionieren, Kliederkerk, Preek van de Leek, Monastiek kerk-zijn, Kerk in de buurt, Dorpskerkenbeweging… Ik ben positief verrast door het enthousiasme en de liefde voor de kerk. Ik ondersteun het zoeken naar nieuwe vormen – naast beproefde vormen van kerk-zijn – van harte. Maar in de bedrijvigheid ligt niet de toekomst van de kerk. Als ik de schouders zie die het moeten dragen, vraag ik me soms af: Houden zij het vol? Wat gebeurt er als hun enthousiasme op de proef wordt gesteld, omdat anderen kritisch zijn? Of als mensen – ondanks de mooie vorm – toch afhaken?
Het verhaal van de hoop
Het vierde verhaal is van een andere orde. Het is het verhaal van de hoop. Een woord dat niet verwijst naar een persoon (zoals de ‘realist’, ‘romanticus’, ‘optimist’). De hoop gaat aan ons vooraf en ziet verder dan wij van nature kijken. Het is allereerst een geschenk en vervolgens een weg om te gaan. Tom Wright schrijft: ‘Hoop was vaak, en is nog steeds, een koppige, bewuste keuze in een donkere wereld. Daarbij is het gevoel over hoe het gaat en wat het gaat worden niet bepalend, maar het geloof, het geloof in de Ene God. (…)
De Schriften, en in het bijzonder de Psalmen, laten duidelijk zien dat je erop kunt vertrouwen dat deze God ervoor zal zorgen dat het uiteindelijk allemaal goed zal komen…’ Deze woorden helpen mij bij het kijken naar de kerk. Ze ademen zowel ontspanning als inspanning. In de kerk ontmoet ik veel van die ‘koppige’ mensen. Mannen en vrouwen die het hoofd niet in de schoot leggen, omdat de boodschap waaruit zij leven en die zij willen doorgeven mooi en waardevol is. Omdat zij geloven dat het licht in de wereld niet gedoofd is en niet zál doven, want Christus zegt: ‘Ik ben het licht der wereld’, nu en in de toekomst.
Kerk op de vuilnisbelt
Nog even terug naar de kapel in Leidschenveen. Ik kwam er achter dat de terp waarop de kapel gebouwd is, niet zomaar een verhoging in het landschap is. Het is geen heilige plaats met wortels in een ver verleden, maar een nalatenschap van onze consumptiemaatschappij. De kerk op de vuilnisbelt, bij het grofvuil!? Het spreekt me wel aan. Durven we dat: als kerk aanwezig zijn op de vuilnisbelt? Present zijn op plekken waar het leven niet zo mooi is? Waar mensen lijden onder de druk van carrière en perfectionisme of juist in de marge zijn beland? Hoop bieden waar de rafelranden van het leven zichtbaar zijn en het bestaan uit elkaar valt?
De kerk is kwetsbaar. Haar toekomst ligt in het verder kijken dan wat voor ogen is. Zij leeft vanuit de bijzondere boodschap van Goede Vrijdag en Pasen en daarom zou haar kwetsbaarheid ons niet moeten verbazen. ‘Mensen van de weg’ weten welke weg Jezus Christus is gegaan. In navolging van haar Heer kan een kwetsbare kerk veel betekenen: door het Woord te verkondigen en de lofzang gaande te houden, door dienstbaar te zijn en voorbede te doen, door trouw te blijven en ontspannen in de samenleving te staan, door aandachtig te luisteren naar mensen buiten en binnen haar muren, door bevrijdende woorden te spreken en het goede te doen onder de mensen.