Menu

Basis

Tora uit de hemel, essays over Heschel

Recensie

Abraham Joshua Heschel
Abraham Joshua Heschel
Cover van Tora uit de hemel. Het rabbijnse denken van A.J. Heschel.

Komt de Tora rechtstreeks uit de hemel of is er ook een menselijke betrokkenheid? Recensie van het boek Tora uit de hemel, een bundel essays over Abraham Joshua Heschel en over deze vraag, geschreven door leerlingen van rabbijn Yehuda Aschkenasy.

Tora uit de hemel – dit boek gaat over het rabbijnse denken van Abraham Joshua Heschel (1907-1972). Heschel werd geboren in Warschau. Zowel van zijn vaders als van zijn moeders kant stond hij in relatie tot de grote rebbes van het  Joodse Chassidisme. Hij groeide op in die inmiddels verdwenen wereld. Al jong was hij een groot kenner van de Bijbel en de Talmoed. Op zijn 20e vertrok hij naar het Westen , naar Duisland, waar hij zijn studie in het jodendom vervolgde en combineerde met een studie filosofie.

Heschel werd als ‘militant mysticus’ actief in de burgerrechtenbeweging

Hij zou de Oostenrijks-Israëlisch-joodse godsdienstfilosoof Martin Buber opvolgen aan het Jüdische Lehrhaus te Frankfurt. Daar kwam het naziregime echter tussen. Hij wist te ontkomen naar Amerika ‘als een stuk hout uit het vuur gerukt waarin mijn volk de dood vond’, zoals hij zelf zei. Daar is hij altijd gebleven. Van 1945-1972 was hij hoogleraar joodse ethiek en mystiek in New York. Hij raakte bevriend met Martin Luther King, met de monnik Thomas Merton en de priesters Daniel en Philip Berrigan. Hij werd als ‘militant mysticus’ actief in de burgerrechtenbeweging en verzette zich tegen de Vietnamoorlog. Heschel overleed in 1972, zonder zelf ooit rabbijn te zijn geworden.

Yehuda Aschkenasy

Van Heschel werden eerder in het Nederlands vertaalde boeken uitgegeven. Onder meer God zoekt de mens, In het licht van Zijn aangezicht en De mens is niet alleen. Ruim tien jaar geleden verscheen zijn grootste werk De Profeten in het Nederlands. Dat was een mijlpaal, een wens van de vermaarde rabbijn Yehuda Aschkenasy. Dat boek, eigenlijk een bewerking van zijn proefschrift uit 1936, kan getypeerd worden als zijn persoonlijke testament. Daarin viel mij zijn heel eigen stijl en woordkeus op. Daar moet je inkomen. Het is het beste te typeren als het midden tussen een poëtische, mystieke stijl en rationele, filosofische redeneringen.

De profeten zijn ‘deelgenoten in de gevoelens van God’

Vanuit de wereld van de profeten is hij, tussen de regels door of expliciet, voortdurend in discussie met de Westerse filosofie. Hij pendelt heen en weer tussen die twee in zijn pogingen om de stem van de profeten te vertolken. Je moet, dat geef ik toe, ervan houden. Zijn stijl is evocatief, roept op tot verbeelding en meditatie en noopt tot langzaam lezen en herkauwen.

Dieptetheologie

Bij Heschel zijn de profeten ‘deelgenoten in de gevoelens van God’. Zij willen Gods stem laten horen als boodschappers van Israëls unieke God, die ten diepste bewogen is met de voortgang van de schepping en die de mens als medewerker nodig heeft om de geschiedenis te voltooien. De mens is nooit alleen. De profeten kijken naar de samenleving vanuit de optiek van God, die schreeuwt over onrecht en hartstochtelijk ijvert voor een wereld waarin gerechtigheid geschiedt. Voor de profeten is God ‘een overweldigende realiteit en een verpletterende presentie. Nooit spreken zij vanuit distantie’.

Heschel spreekt hierbij over het Goddelijk Pathos, dat hij de grondtoon van elk optreden van zijn kant noemt. Hij openbaart zich ‘niet op een absolute op zichzelf staande wijze, maar in een persoonlijke en betrokken relatie met de wereld. Hij is bewogen en aangedaan door wat er in de wereld gebeurt en daar reageert Hij op overeenkomstige wijze op’. Dat brengt bij God vele emoties teweeg: vreugde, verdriet, welbehagen, maar ook woede.

Dieptetheologie draait om existentiële ervaringen

Nog zo’n typische Heschel-term is dieptetheologie, ongetwijfeld met een knipoog naar de term dieptepsychologie. Dieptetheologie noemt Heschel die theologie die niet gaat over dogma’s maar over de ervaringen van mensen, met wat er omgaat in hun harten, het geloven zelf. Wij zouden dat spiritualiteit noemen, een woord waar Heschel niet van hield. Bij hem gaat het in de levende godsdienst, waar de profeten van getuigen, nooit om allerlei abstracte concepten van geloofsovertuigingen. Het gaat om het omgaan met levensvragen; hoe daar een antwoord op geven. Dieptetheologie draait om existentiële ervaringen.

Profeten, beelden aan de kathedraal van Chartres.
Profeten, beelden aan de kathedraal van Chartres.
Beeld: Herbert Bieser, Pixabay

Tora uit de hemel

Heschel schreef ook Tora min hasjamajiem. (Tora uit de hemel) Hij schreef het in het Hebreeuws. Het wordt wel zijn magnum opus genoemd. In 2005 verscheen een Engelse vertaling: Heavenly Torah: As Refracted Through the Generations. Ook dit boek heeft Aschkenasy blijvend geïnspireerd, het zat altijd in zijn tas, waar hij ook naartoe ging. Het geeft een inkijkje in de denk-, voorstellings- en ervaringswereld van rabbijnen en chassidische rebbes. Het is een monumentaal werk maar het werd nooit in het Nederlands vertaald.

Het boek dat nu voor ons ligt, met dezelfde titel, werd ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Folkertsma Stichting/Stichting PaRDeS uitgegeven. Om misverstanden te voorkomen: het is geen vertaling van dit werk van Heschel. Het is een bundel van essays, geschreven door leerlingen van rabbijn Yehuda Aschkenasy.

Openbaring

Het bevat tien hoofdstukken waarvan het eerste het meest omvattend is. Dat is een vertaling van de inleiding van rabbi David Feldman op het derde boek van Tora min hasjamajiem. Volgens de samenstellers geeft die inleiding goed de rode draad weer van de eerste twee boeken, evenals het paradoxale in het spreken en schrijven van de rabbijnse en chassidische leraren. Daarna volgen zes essays die inspelen op en in dialoog gaan met thema’s uit Tora uit de hemel. De laatste drie essays gaan in op de wisselwerking én de kritische dialoog van wat wel genoemd wordt de ‘the-antropologie (de God-menskunde) van Heschel’, in een interreligieus debat met andere theologen en filosofen.

Komt openbaring rechtstreeks uit de hemel of is er menselijke betrokkenheid?

Het boek laat zich lastig samenvatten. Ik moest eerst moeite doen om erin te komen. Vervolgens voelde ik me ondergedompeld in die vele discussies en meningsverschillen tussen twee leerscholen uit de 2e eeuw van de jaartelling: de leerschool op naam van rabbi Jisjmael en de leerschool op naam van rabbi Akiva. Zij behoorden tot dezelfde generatie, namelijk die van de vervolging door de Romeinen. De veranderingen en de verdeeldheid van de latere generaties hebben hun wortels in de methoden van ‘de vaders van de wereld’.

Zoals ik het begrijp gaat het steeds om de vraag, in allerlei kwesties, in hoeverre de openbaring rechtstreeks uit de hemel is of dat menselijke betrokkenheid, inzet en vertolking een plek krijgen (net als bij de profeten, eigenlijk). Ergens wordt die vraag onder woorden gebracht met: ‘Was Mozes alleen maar een pen in de hand van de Schepper of was hij er als mens ook zelf in betrokken?’ Deze verschillende richtingen worden ook wel getypeerd met omschrijvingen als ‘de methode van begrensdheid’ of ‘de methode van alomvattendheid’.

Aards of goddelijk

Heschel zegt het ergens zo: in rabbi Akiva’s leerschool meenden ze dat álles in de handen van de hemel is. De Tora in al zijn details is een geschenk van de Allerhoogste, en de profeet is niets anders dan een vat dat de inspiratie ontvangt. Daarentegen meenden ze in de leerschool van rabbi Jisjmaël dat de profeet een deelnemer is in de daad van profetie, en niet alleen een ontvangend vat.

Bij Heschel zijn dat geen theoretische haarkloverijen

Steeds komt dat terug, bijna alle bijdragen zijn variaties op dat thema. Theoloog en hoogleraar Marcel Poorthuis zegt in zijn bijdrage dat de Tora ‘niet een beetje aards en een beetje goddelijk is, maar beide voluit’. Hij maakt een mooie vergelijking met de tweenaturenleer van Chalcedon: waarlijk goddelijk, waarlijk menselijk.

Deze discussie komt mij, als van huis uit gereformeerde jongen, trouwens bekend voor: de discussie over de goddelijke inspiratie van de Bijbel onder gereformeerde vaderen lijkt daarop. Bij Heschel zijn dat geen theoretische haarkloverijen. Hoezeer hij ook de Tora bestudeerde en de verschillende richtingen in het rabbijnse denken, het leven van de Tora was altijd belangrijker dan de studie ervan. Dat komt goed naar voren in het mooie laatste hoofdstuk in deze bundel, van theoloog en hoogleraar Manuela Kalsky, over Heschels samenwerken voor gerechtigheid met Martin Luther King. Daaruit bleek hoezeer het Heschel erom ging de Eeuwige als Bondspartner te ontmoeten in dit aardse bestaan, in de strijd om een betere wereld.

Mijn complimenten aan de Stichting PaRDesS en Skandalon om dit boek uit te geven!

Jan Venderbos werkte als hulpverlener en als theoloog/geestelijk begeleider.


Bas van den Berg (red.), Tora uit de hemel. Het rabbijnse denken van A.J. Heschel, Skandalon, Middelburg, 2023.


Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken