Vanaf september 2018: de classispredikant
Dr. J. van Beelen is predikant in algemene dienst in de Protestantse Kerk in Nederland. Eerder was hij regionaal adviseur, vanaf 1 september wordt hij classispredikant van de classis Gelderland Zuid & Oost
Een nieuw soort predikant?
Er komt iemand op bezoek. Zij of hij stelt zich voor als ‘de classispredikant’. Hoewel dit begrip nu langzamerhand ingeburgerd raakt, zegt het op zichzelf niet veel meer dan dat het om een predikant gaat. Deze staat niet in een gemeente, maar heeft blijkbaar met de classis te maken. Qua ambt één van de vele typen predikant. Qua functie een nieuwe variant.
Namens de Classicale Vergadering
Nu kende de Protestantse Kerk in Nederland al predikanten, die aan een classis verbonden waren. Zij kregen van de classicale vergadering een opdracht voor bepaalde werkzaamheden. Zo’n opdracht heeft ook de classispredikant gekregen, met dit verschil dat hij of zij lid is van de classicale vergadering en dus meebeslist. Het is nog sterker: de classispredikant vertegenwoordigt de classicale vergadering en is in persoon daarvan het ‘gezicht’. Met andere woorden: wie de classispredikant ziet, ziet de classicale vergadering.
Op bezoek
Die classispredikant komt op bezoek. Het startdocument van Kerk 2025, Waar een Woord is, is een Weg, verwijst naar Handelingen 11. De classispredikant wordt zoals Barnabas uitgezonden om de gemeenten langs te gaan, ze te bemoedigen en te herinneren aan de kern van het kerkzijn. Barnabas ‘spoort iedereen aan om standvastig te zijn en trouw te blijven aan de Heer’ (11:23).
Gemeenten staan niet los van elkaar. Zij hebben elkaar nodig. Daarom is er ontmoeting van gemeenten in ringen en is er een classicale vergadering die verantwoordelijkheid draagt voor de gemeenten. En de classispredikant maakt de betrokkenheid op elkaar en de zorg voor elkaar persoonlijk zichtbaar.
In de regel is het vooral een contact met de kerkenraden, predikanten en kerkelijk werkers. Hoe de bezoeken zullen gaan, is niet tot in details uitgewerkt. Situaties zijn verschillend, uitdagingen en problemen variëren, en mensen hebben hun eigen karakters, achtergrond en wijze van omgang met elkaar. De roeping van kerkenraadsleden is wel dezelfde. Zij geven leiding, opdat de gemeente de gemeente van Christus is. Maar ze geven wel op eigen manier daaraan invulling. De classispredikant houdt daarmee rekening en bemoedigt in die volle breedte van de Protestantse Kerk kerkenraden om de mooie maar dikwijls ook zware taak vol te houden. Door op bezoek te komen, laat de classispredikant zien, dat er meer kerk is dan alleen die ene gemeente. De classispredikant herinnert eraan dat de kerk al eeuwen bestaat en verspreid is over de aarde.
Meedenken
De classispredikant zal vragen hoe het gaat en doorvragen waarom het gaat zoals het gaat. Of niet gaat. Het toezien is geen controle. Er wordt geen cijfer uitgedeeld. Het gaat om meedenken, aan het denken zetten en wellicht op een ander spoor zetten. Met alle verscheidenheid gaan gemeenten in het spoor van Christus, want ze zijn Zijn kerk. Dat houdt ook in dat gemeenten oog hebben voor elkaar. Ze kunnen een beroep op elkaar doen in de vorm van onderlinge uitwisseling of samenwerking. De classispredikant zal die onderlinge contacten stimuleren. Zij of hij kan ook de weg wijzen naar hulp van buitenaf wanneer dat nuttig is.
Dat vraagt van de classispredikant de gave van het luisteren. En het goed kunnen analyseren: ‘Wat hoor ik? Waar liggen hun vragen? Welk advies kan ik ze geven, waarmee zijn zij geholpen?’ Een passend advies. De classispredikant gaat niet gemeenten van alles voorschrijven en zeker niet de identiteit van een gemeente wijzigen. De gemeente kan wel verwachten dat de classispredikant het gesprek aangaat over de vraag welke plek zij inneemt in het geheel van de Protestantse Kerk in Nederland.
Interveniëren
Advies geven is het eerste. Interveniëren, ‘tussenbeide komen’, is ook een mogelijkheid. Dat wil niet altijd zeggen dat de classispredikant ingrijpt door een voorlopig besluit te nemen. Een eerste bemiddeling is evengoed mogelijk. Als die geen resultaat heeft, kunnen eventueel anderen zoals een mediator of visitatie worden ingeschakeld.
Een voorlopig besluit mag de classispredikant nemen in spoedeisende zaken. Er is bijvoorbeeld een heftig conflict uitgebroken tussen de predikant en de kerkenraad. Het is enige dagen voor de zondag, waarin de predikant zou voorgaan. Wanneer men elkaar maar ziet, gaan de verwijten over en weer. De classispredikant kan dan gevraagd of ongevraagd, na advies te hebben ingewonnen bij de voorzitter van het college voor de visitatie als dat mogelijk is, per direct het besluit nemen dat de predikant of juist een ander kerkenraadslid vrijgesteld is van werkzaamheden. Of beiden. Die vrijstelling geldt in ieder geval tot het breed moderamen van de classicale vergadering het besluit overneemt door het te bekrachtigen. Of door iets anders te besluiten. De classispredikant stelt het breed moderamen direct op de hoogte. Het breed moderamen kan de maatregel overtrokken vinden en binnen enige dagen bijeenkomen. Het kan dan het besluit van de classispredikant ongedaan maken. Dat laat zien, dat de classispredikant geen persoonlijke macht heeft. Hij of zij treedt op namens de classicale vergadering en kan geen andere besluiten nemen dan die, waartoe het breed moderamen bevoegd is.
Het hoeven niet altijd conflicten te zijn. In een gemeente is door het vertrek van een aantal kerkrentmeesters het college onderbezet. Er zijn meer vacatures in de kerkenraad. De kerkenraad overlegt met de classispredikant. Deze constateert dat de gemeente geen wettige betalingen kan doen en dat het college, en misschien ook de kerkenraad, geen wettige besluiten kan nemen. Dit kan niet wachten tot vacatures worden opgevuld of een proces van samenwerking of samengaan met een andere gemeente een oplossing biedt. De classispredikant kan dan als voorlopig besluit bepalen dat binnen de kerkenraad via een noodconstructie andere ambtsdragers beschikbaar zijn om in ieder geval de eerste tijd het handelen van het college wettig te maken. En als dat niet lukt, kan de classispredikant bepalen dat er voor de korte termijn mensen van buitenaf mogen waarnemen.
Bijzondere aandacht voor predikant en kerkelijk werker
De kerkorde noemt bij het bezoek met nadruk ‘elke predikant en elke kerkelijk werker die in het ambt of in de bediening is gesteld’ (ordinantie 4-16-3). Voor hen is de roeping en het ambt tegelijk ook (een groot deel van) het dagelijks werk. Daardoor en vanwege de inhoud van hun ambt of bediening komen ze als het ware meer op de voorgrond. Ze zijn dikwijls in persoon gezicht van de gemeente. Ze zijn tegelijkertijd geroepen om de gemeente te herinneren aan de gemeente-overstijgende kerk van Christus.
De classispredikant heeft daarom afzonderlijke gesprekken met hen. Daarin komt het welbevinden aan de orde, o.a. de vreugde en zorgen in het werk, de goede of minder goede samenwerking in de kerkenraad, en de kwaliteit van de jaargesprekken. Een bijzonder aandachtspunt voor met name de predikanten is de mobiliteit. Ook hierin zijn de situaties verschillend. De ene predikant kan na tien jaar zeggen, dat er voldoende uitdaging is gebleven om aan deze gemeente verbonden te blijven, en de gemeente vindt dat ook. Een andere predikant is die uitdaging al een tijdje kwijt. Of de kerkenraad geeft aan dat de gemeente op de predikant uitgekeken raakt. Vanuit een geïnspireerd vervullen van het ambt wordt het allemaal voorspelbaar en tot een sleur.
De classispredikant denkt mee en kan adviezen geven voor een nieuwe impuls of eventueel een vacante gemeente wijzen op de predikant en aanbevelen om deze voor gesprek uit te nodigen. Een predikant aan een gemeente opdringen is niet aan de orde. Over enige jaren komt er het moment van de twaalf jaar bij. Het kerkordeartikel is nu nog niet van kracht, maar treedt in werking op 1 januari 2021. Vanaf dan kunnen predikant en kerkenraad een gezamenlijk verzoek indienen tot losmaking, waarbij de predikant voor enige tijd een wachtgeld krijgt. Misschien is de classispredikant al in het voortraject betrokken, en zo niet, dan volgt er eerst een gesprek voordat het breed moderamen van de classicale vergadering over het verzoek een beslissing neemt. De classispredikant zal er op letten dat het verzoek werkelijk een gezamenlijke aanvraag is.
Predikant -pastor
Waar een Woord is, is een Weg noemt de classispredikant een pastor pastorum, een herder voor de herders, voor de ambtsdragers in de gemeente. Er is wel gezegd, dat het herderlijke niet goed samengaat met de bevoegdheid om maatregelen te nemen. Nu kan pastoraat het beeld oproepen van ‘de herders die lagen bij nachte in het veld en ze houden trouw de wacht over de kudde’, met de volle nadruk op bescherming. Wanneer echter in 1 Petrus de oudsten van de gemeente met herders vergeleken worden, dan vallen ook de woorden toezicht en gezag. In Psalm 23 heeft de herder een stok en een staf. Met de stok beschermt de herder de kudde tegen roofdieren. Met de staf wijst hij de weg en geeft hij een corrigerende tik als een schaap dreigt af te dwalen. De classispredikant als pastor zoekt mensen op, is bij hen, wijst de weg en gaat die zelf, geeft ondersteuning en herinnert aan de weg die de kerk gaat: het spoor van Jezus Christus. Het is in wezen geen andere roeping dan die van de ambtsdragers in de gemeente. Met de woorden van artikel V-1 van de Kerkorde van de Protestantse Kerk: ‘Om de gemeente bij het heil te bepalen en bij haar roeping in de wereld te bewaren is van Christuswege het openbare ambt van Woord en Sacrament gegeven’.
Hoe zal het gaan?
De invulling van de bezoeken en het optreden bij problemen zal duidelijk maken of de classispredikant wordt wat Kerk 2025 bedoelt. Dit is uiteraard afhankelijk van de personen. Barnabas was zichzelf, al kwam hij als gezondene niet namens zichzelf. De classispredikant komt niet namens zichzelf. Maar komt met begrip, met respect, met indringende vragen en zo nodig opbouwende kritiek, omwille van het evangelie van Jezus Christus. Terug naar de kern: in dienst van Hem.