Vergaderopening: Het voorbeeld van de kinderen – Marcus 10:13

Kerntekst
‘En zij brachten de kinderen tot Hem.’
Marcus 10:13
Schriftlezing
Marcus 10:13-16
Uitleg
Een zeer bekende geschiedenis! Hij trekt dan ook de aandacht, alleen al vanwege het feit dat drie van de vier evangelisten erover vertellen. Het is een nogal geladen gebeurtenis… We zien ouders die hun kinderen bij Jezus willen brengen: ze verwachten van Hem zegen voor hun kinderen! De reactie daarop van de discipelen is heel apart. Wát er ook precies achter heeft gezeten, in ieder geval schatten ze in dat Jezus deze kinderen niet belangrijk genoeg vindt om ze te ontvangen.
Maar daarin hebben ze zich vergist. Ernstig vergist, zelfs! Er staat dat Jezus de reactie van de discipelen ‘zeer kwalijk neemt’; in het Grieks wordt hiervoor een vrij sterke uitdrukking gebruikt. Jezus zet de kinderen dan ook direct een stuk hoger op het prioriteitenlijstje dan de discipelen deden. Daarmee stelt Hij impliciet de gewichtigdoenerij van zijn vrienden aan de kaak…
De gebeurtenis is voor Jezus aanleiding om uit te leggen dat kinderen juist een voorbeeld zijn als het gaat om ingaan in het Koninkrijk. Waarschijnlijk ligt dat voorbeeld in het afhankelijke en ontvankelijke van kinderen. Ouderen zoeken het vaak in hun gewichtigdoenerij, een eigenschap die hen kan belemmeren het Koninkrijk in te gaan. Want bij het Koninkrijk gaat het er juist om dat je lege handen ophoudt en wilt ontvangen (vers 15). Daarom hebben kinderen misschien tóch een streepje voor…
Overweging
Wat de Here Jezus hier duidelijk maakt, kan bijna met harde cijfers ‘bewezen’ worden. Uit onderzoek blijkt namelijk dat het besluit om ernst te maken met het leven met God, bij 85% van alle christenen genomen is vóór de 25e verjaardag! Wim de Knijff van de EO veronderstelde dan ook eens: ‘Logisch zou het zijn dat eenzelfde percentage aan geld, mankracht en budget aan die leeftijdsgroep besteed zou worden…’
Natuurlijk wordt de kerk niet geregeerd door statistieken. Maar wél door Jezus’ woorden! Het gedeelte dat we gelezen hebben, biedt dan genoeg stof ter overweging. Hebben wij echt geen last van gewichtigdoenerij? Zijn we echt afhankelijk en ontvankelijk? Staan we door onze eventuele gewichtigdoenerij kinderen niet in de weg? Hebben kinderen bij ons dezelfde prioriteit die ze bij Jezus hebben?
Gebed
Here God, het kan zijn dat dit bijbelgedeelte ons bevestigt in ons enthousiasme om bezig te zijn met jeugdwerk. Het kan ook zijn dat het ons kritische vragen stelt. Helpt U ons om onszelf op een eerlijke manier eraan te spiegelen.
We belijden onze afhankelijkheid van U, ook voor het werk waarvoor we nu bij elkaar zijn. Geeft U ons het geloof en de wijsheid om de juiste beslissingen te nemen, en bewaar ons ervoor dat we met onze eigen ideeën aan de haal gaan. Dank U wel, Here Jezus, dat U ons een voorbeeld hebt nagelaten, en geef ons de moed om dat na te volgen. Amen.
Ter bezinning
‘Toen Spurgeon, een van de grootste predikers van de vorige eeuw, thuiskwam van een spreekbeurt, vroeg zijn vrouw: “Hoeveel mensen zijn tot geloof gekomen?”
Spurgeon gaf daarop een raadselachtig antwoord: “Twee en een half.”
“Wat bedoel je daarmee?”, vroeg zijn vrouw. “Twee volwassenen en een kind?”
“Nee”, antwoordde Spurgeon, “twee kinderen en een volwassene!”
Spurgeon wist juist te tellen. Een volwassene heeft al de helft van zijn leven achter de rug. Een kind heeft het hele leven nog voor zich.’
(J. Hoek, in Kind in de kerk, uitgave van de HGJB.)
Deze vergaderopening is eerder verschenen in ‘Er voor staan’, onder redactie van Aart Peters en Arie Romein. Bekijk alle vergaderopeningen.