Vergaderopening: Profeten op de tienerclub – Joël 2:28

Kerntekst
‘Uw zonen en uw dochters zullen profeteren.’
Joël 2:28
Schriftlezing
Joël 2:28-32
Uitleg
Wie deze perikoop onbevangen leest, krijgt de indruk dat het gaat over iets wat in een betrekkelijk kort tijdsbestek zal plaatsvinden, namelijk in de dagen vóór ‘de grote en geduchte dag des Heren’ (vers 31). Maar uit Handelingen 2 blijkt dat deze ‘dagen’ zijn begonnen toen Gods Geest werd uitgestort op de discipelen in Jeruzalem en zullen eindigen bij Jezus’ wederkomst. Dan hebben we het dus over een periode die nu al tweeduizend jaar voortduurt! Het zijn de dagen waarin wij nú leven!
Het bijzondere van deze periode is onder andere dat God zijn Geest niet alleen geeft aan koningen, priesters en profeten, maar dat Hij die zal uitstorten ‘op alle vlees’. Het woord ‘vlees’ benadrukt dat God daarbij werkelijk mensen in hun zwakheid en vergankelijkheid op het oog heeft. Iedereen kan meedoen: dienstknechten en dienstmaagden, ouderen en jongeren…
Het is een interessante vraag wat nu precies bedoeld wordt met ‘profeteren’, ‘gezichten zien’ en ‘dromen dromen’. Bij profeteren gaat het niet over de toekomst voorspellen, maar over het kunnen toepassen van Gods Woord op een concrete situatie. Juist jongeren ontvangen hiertoe bekwaamheid! Zowel bij ‘gezichten’ als bij ‘dromen’ kun je denken aan visioenen van de toekomst: niet per se als (extra) openbaring over wat er gaat gebeuren, maar wel als inspiratie voor toekomstgericht denken. Daarbij past dromen misschien meer bij ouderen, die na een druk leven tot rust komen. In het ‘gezichten zien’ van jongeren kun je het wat meer actieve herkennen. De visioenen van jongeren zetten aan tot actie!
Overweging
Het gebeurt vaak niet eens bewust, en al helemaal niet met verkeerde bedoelingen, maar ouderen beoordelen het geloofsleven van jongeren nogal eens aan de hand van deze vraag: blijven ze wel binnen het spoor dat wij hebben uitgezet? Als het dan op een punt afwijkt, is alleen dát al een reden om er kritisch tegenover te staan. Andersom komt ook voor: dat jongeren denken dat het nu maar eens moet gaan zoals zíj willen. En voor je het weet, groeien oud en jong binnen de gemeente uit elkaar.
God heeft iets heel anders voor ogen. Hij geeft zijn Geest aan oud én jong: misschien op verschillende manieren, passend bij de leeftijd, maar wél dezelfde Geest. Het komt erop aan dat we dat in elkaar herkennen en erkennen. Dat betekent dat jongeren mogen leren van ouderen, maar ook dat ouderen gerust kunnen openstaan voor de inbreng van jongeren. Want misschien zitten er wel écht profeten op de tienerclub…!
Gebed
Here God, we danken U voor de gave van uw Geest, die U aan uw gemeente hebt gegeven. We belijden dat we uw Geest zo vaak in de weg staan: door ongeloof, door zonden, door eigenzinnigheid. Vergeef ons, Here!
We bidden om een nieuwe doorbraak van uw Heilige Geest, zowel onder ouderen als jongeren. En geeft U dat we de rijkdom daarvan in elkaar zullen herkennen en erkennen. Leer ons vooral ook zien waar en hoe U onder jongeren wilt werken, en hoe wij in onze situatie daar beslissingen over moeten nemen.
We durven het U vragen omdat U het zelf in uw Woord hebt beloofd. Daarom besluiten we dit gebed in Jezus’ Naam.
Amen!
Ter bezinning
Wij wachten op het uur dat Gij
Uzelf ons openbaart en wij
met U bezield ontwaken,
in vuur en vlam geraken.
Kom dan, o Geest, beroer de tong
van uw gemeente en verjong
de woorden die wij spreken
tot frisse waterbeken,
opdat wij zijn tot lafenis,
tot bron voor al wie dorstig is.
Kom, adem Gods, wij smeken
U om dit levensteken.
(Jan Groenleer, Witte kaarsen, Zoetermeer 1998)
Deze vergaderopening is eerder verschenen in ‘Er voor staan’, onder redactie van Aart Peters en Arie Romein. Bekijk alle vergaderopeningen.