‘Verlangen naar een kind is altijd jóúw verlangen’
‘Al zolang ik me kan herinneren heb ik naar een kind verlangd. Ik weet niet beter dan dat er een kind op mijn knie thuishoort. Toen ik achter in de 20 was, werd ik verliefd op Marijke. We zeiden nog tegen elkaar: als wij samen doorgaan, kunnen we dus geen kinderen krijgen.
Via het vrouwengezondheidscentrum kwamen we erachter dat het wel kon. Juridisch kon er niets, maar dat heeft ons er niet van weerhouden om onze kinderwens te realiseren. Ik baarde onze zoon – hij heeft mijn achternaam en ik was juridisch zijn moeder. Toen hij 9 was, in 2001, kon Marijke hem adopteren en werd zij voor het recht volledig gelijk aan mij.’
Kinderwens open bespreken
‘Ik heb jaren voorlichting gegeven over roze ouderschap. Eerst zag je daar alleen vrouwen en een enkele man die donor wilde zijn. Nu komt er ook een flink aantal mannen met een kinderwens. Vroeger mochten ze hun verlangen naar een kind niet realiseren; ook in de homo-cultuur was de norm: aan kinderen beginnen hoort er niet bij. Daar word ik zo blij van: jonge mensen, wat hun seksuele oriëntatie ook is, kunnen hun kinderwens open bespreken. Dan is die nog niet makkelijk te realiseren, maar er zijn veel meer wegen voor dan we destijds dachten. Er zijn ook veel meer voorbeelden inmiddels.’
Draagmoeder en wensouder
‘In 2004 kwam het eerste mannenstel bij mij die samen een kind wilden. Dat kregen ze, met een draagmoeder uit de VS. Na de mannenstellen kwamen de man-vrouwstellen die niet zwanger konden worden.
Er kleven extra onzekerheden aan een kind krijgen met een draagmoeder. Een andere vrouw zwanger zien – al is het je zus of goede vriendin, en al is het kind straks helemaal jouw kind – is best zwaar voor vrouwen. Je hebt veel doorzettingsvermogen nodig. En je moet het heel goed regelen.
Ik raad wensouders en draagmoeder (en eventueel: -vader) altijd aan: schrijf een brief aan het kind waarin je vertelt waarom je deze stap hebt gezet, zodat het kind dat later kan nalezen.
Er is nog veel voorlichting nodig, zeker voor man-vrouwstellen. Zij delen veel minder makkelijk hun kinderwens en hun pijn daarover.’
Goed ouderschap
‘Er zijn nogal wat onderzoeken gedaan naar “intentioneel ouderschap”, want daar hebben we het over als twee of meer mensen al voor de conceptie afspreken dat zij met elkaar ouder willen worden van hetzelfde kind. Met een duidelijke uitkomst: dat je genetisch verwant bent aan je kind, maakt je niet tot een betere ouder. Kinderen die uit een draagmoeder geboren worden of opgroeien in een regenbooggezin of in een man-vrouw gezin zijn alllemaal hele gewone kinderen, die keurige burgers kunnen worden.
Het is heel lastig van tevoren te zeggen of iemand een goede ouder zal zijn. En of je nou door twee of vier ouders wordt opgevoed: de een is beter in dit, de ander in dat. Ik zat in de Staatscommissie herijking ouderschap. Daarin formuleerden we zeven kernen van goed ouderschap. Een ervan is dat je een levenslange betrokkenheid met je kind aangaat. Je kind groeit op tot een volwassen mens, een zelfstandig persoon. Maar die betrokkenheid blijft bestaan, als het goed is.’
Blijdschap
‘Het verlangen naar een kind is altijd jóúw verlangen. Geen kind heeft zelf om het leven gevraagd. Nieuw leven geven moet je dan ook niet zomaar doen. Je moet er goed over nadenken en het goed bespreken van tevoren.
De blijdschap van het krijgen van een kind hoort bij Kerst. En ik word er heel blij van dat dat kind in alle mogelijke stalletjes geboren kan worden.’
Esther van der Panne is eindredacteur van Open Deur en predikant van de Remonstrantse Gemeente Eindhoven.