Menu

Premium

Verstoorde verhoudingen

5e zondag van de zomer (1 Samuel 1,1-20, Psalm 15 en Lucas 10,38-42)

Bijbelwetenschappen

In de lezingen voor vandaag ontmoeten we twee vrome, godsdienstig betrokken families: Elkana en zijn twee vrouwen, Hanna en Peninna (1 Sam. 1), en de zusters Maria en Marta die Jezus verwelkomen in hun huis (Luc. 10). Hun namen geven de verhalen meteen al een kader. Elkana’s naam suggereert een levitische afkomst, iemand bij wie godsdienst in het bloed zit. Peninna betekent ‘parel’, ‘koraal’, wat associaties oproept met de sterke vrouw (Spr. 31,10). Hanna betekent ‘gunst’, ‘genade’. Maria ‘geliefde’, of ‘rebel’, iemand die de traditie doorbreekt. Marta betekent ‘meesteres’, ‘heerseres’.

Twee huishoudens. Het ene op jaarlijkse pelgrimsreis naar Jeruzalem samen aan de offermaaltijd. Het andere thuis rond de tafel, met een gemeenschap van volgelingen op de achtergrond die ook op reis zijn naar Jeruzalem, met de man die daar zelf het paaslam zal worden. Een geboren dienstknecht van God, een redder, een parel, genade, liefde, en een krachtig bestuurster. Het hadden prachtige verhalen kunnen zijn over hoe mensen van God samen vorm geven aan Gods verlangen voor de wereld. Maar dat zijn het niet. Er is bitterheid, ruzie, jaloezie, onbegrip, verdriet, gebrek aan waardering en gebroken verhoudingen. Dat het God toegewijde families zijn, Jezus volgende families, maakt het alleen maar erger. Zulke families hebben andere verhalen te leven, zoals dat waarover Hanna in hoofdstuk 2 zal zingen, en dat Jezus met woord en daad gestalte geeft in het verhaal over Hem.

Twee keer twee verschillende vrouwen

Even eerder in het Evangelie zijn Jezus’ leerlingen op pad gestuurd met de opdracht mensen thuis op te zoeken om het evangelie te delen. Vrede, sjalom, maaltijd vieren, genezing brengen, waar ze maar welkom zijn. Samen, twee aan twee, het Woord handen en voeten geven. Ruimhartig barmhartigheid betonen zoals de Samaritaan in het verhaal dat onmiddellijk voorafgaat aan Jezus’ bezoek aan zijn twee volgelingen. En dat is precies wat Marta doet. Ze is gastvrij, stelt haar huis open, steekt de handen uit de mouwen en loopt zich de benen uit het lijf voor haar gast. En Maria? Die gaat aan zijn voeten zitten en zorgt op een andere manier voor hun Heer. Ze doorbreekt de norm die vrouwen liever in de keuken ziet en zit op een plek die normaal gesproken meer aan mannen was voorbehouden.

‘Laat je huis een plek zijn waar wijzen bijeenkomen en wentel je in het stof van hun voeten, drink dorstig van hun woorden,’ zegt de Misjna Avot (1.4), en dat is wat Maria doet. We kunnen ons voorstellen dat het in Elkana’s huis niet anders was. Peninna met haar kinderen altijd bezig. Een sterke, hardwerkende, productieve vrouw. Hanna biddend in de tempel.

Wat gaat er mis?

Wie Psalm 15 of Spreuken 31 leest, weet wat er bij Elkana thuis misgaat. Peninna lastert, benadeelt, drijft de spot en veracht, ze strekt haar handen niet uit naar de behoeftige en ze geeft de arme geen hulp, zij spreekt geen wijze woorden of liefdevolle lessen (Spr. 31,20.26). Gedrag dat niet welkom is in Gods huis.

In de huishouding van Marta gebeurt iets soortgelijks. Marta gaat zo op in haar ‘dienst’ (Gr.: diakonia), dat ze het belangrijkste uit het oog verliest. Ze wordt zo ‘uit elkaar getrokken’ (Gr.: periespato) door het vele bedienen dat het Koninkrijk gestalte geven niet langer haar eerste prioriteit is (Luc. 10,40).

We kunnen ons afvragen of Lucas hier, met een knipoog, verwijst naar iemand die de vroege kerk kende als een sterke, doelgerichte, hardwerkende gastvrouw, een kerkplanter wier huis altijd open stond en die haar leven en de middelen die haar gegeven waren ter beschikking stelde aan de jonge kerk. Zegt hij dat Marta het ook heeft moeten leren? Om de balans goed te krijgen? Om de waarde te zien van anderen die op andere manieren dienstbaar zijn, de waarde van gebed en contemplatie, van luisteren voor je gaat doen, gebed dat voorafgaat aan actie? Heeft ze moeten leren, heeft ze van Jezus zelf geleerd dat waar het lichaam van Christus in vrede bijeenkomt er plaats is voor iedereen?

Op weg naar Jeruzalem, zeker wanneer het spannend wordt en het verzet tegen het evangelie groeit, is de vaat misschien niet het eerste en belangrijkste. Is het goed om ruimte te scheppen voor bezinning en gebed. En als dat niet jouw ding is, om de ander de ruimte te geven zich daar wel aan te geven.

Terwijl Peninna druk is met haar kinderen en de huishoudelijke taken die daar ongetwijfeld bij hoorden, is Hanna op weg naar de tempel en zoekt ze de aanwezigheid van de Heer van de hemelse machten. Deelt ze haar wanhoop en geeft stem aan haar klacht. ‘Denk aan mij, vergeet me niet!’

Elkana, dienaar van God, ziet niet hoe hij de breuk in de verhoudingen thuis alleen maar verdiept door Hanna meer aandacht en liefde te geven. Peninna weet dat ondanks haar vruchtbaarheid en productiviteit, zijn hart aan de ander hoort. En Hanna moet het ontgelden.

Wat echt nodig is

Twee huishoudens. Twee gebroken werelden waar de verhoudingen verstoord raken en waar de wereld van vruchtbaarheid, hard werken en productiviteit verward wordt met wat er nodig is om Gods Koninkrijk gestalte te geven. Twee gebroken werelden waar verkeerde prioriteiten de voorrang krijgen boven sjalom, heil, genezing en gastvrijheid.

Hanna’s kind krijgt een belangrijke rol te spelen in de geschiedenis van Israël, Hanna’s lofzang zal Jezus’ moeder inspireren en neerslag vinden in het programma van Jezus’ leven. Marta zal in de herinnering voortleven als de wijze, sterke vrouw uit Spreuken 31. En haar zuster Maria? Die zal door de eeuwen heen mensen blijven bepalen bij de kern waar het op aankomt wanneer we op reis willen zijn met God.

Deze exegese is opgesteld door Anneke Oppewal.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken