Menu

Basis

Voorbij het authentieke zelf

Heg waar een hart uit is gesnoeid
Beeld via Pixabay

Waar komt de zoektocht naar je diepste, authentieke zelf vandaan en wat betekent die zoektocht voor de kerk? Fulco Timmers onderzoekt dit levensdoel aan de hand van verschillende denkers. Naar een einde aan het hollen.

In A Secular Age beschrijft filosoof Charles Taylor dat de zoektocht naar authenticiteit, waarbij ieder individu zijn of haar eigen weg in het leven zoekt en volgt, eind negentiende eeuw nog iets van de ‘elite’ was. Maar aan het begin van de eenentwintigste eeuw is dit ‘expressief individualisme’ in het Westen het levensdoel van de ‘massa’ geworden.

Wanneer je je eigen levensweg wilt vinden en volgen spreekt het niet vanzelf dat je bij een kerk (of andere vorm van religieuze gemeenschap) wilt horen. Als je je al aansluit bij een kerk, doe je dat omdat het past bij je zoektocht naar wie jij ten diepste bent. Tegelijk heeft menigeen in Nederland de conclusie getrokken dat de kerk op dat gebied juist niets meer te bieden heeft.

Hoe kan er vanuit de kerk hierop gereageerd worden? Kan de kerk de aansluiting vinden met de mensen die willen worden wie zij ten diepste zijn? Wie erop let, merkt dat voorgangers die aansluiting wel zoeken. In een dienst kan meerdere malen te horen zijn dat je in de kerk en bij God helemaal mag zijn wie je bent.

Kritiek op dit soort formuleringen komt meestal uit meer orthodoxe hoek. Ik ken een evangelicale slogan die luidt: ‘God houdt van je zoals je bent, maar Hij houdt te veel van je om je zo te laten.’ Die slogan roept bij mij gelijk wrevel op. Mag ik dan bij God niet zijn die ik zelf ben? Maar is die irritatie wel terecht?

De diepgevoelde wens naar een gazon

Is het niet een achterhaalde strategie geworden om als kerk de aansluiting te vinden bij de zoektocht naar het ‘authentieke zelf’?

Innerlijke stem …

In zijn boek Homo deus brengt historicus en futuroloog Yuval Noah Harari de twee belangrijkste geloofsartikelen van de moderne westerse mens naar voren: geloof in groei en geloof in het gevoel. Dat tweede geloofsartikel valt samen met wat Taylor benoemt als het geloof in je authentieke zelf.

De diepgevoelde wens naar een gazon

Harari legt een fundamenteel probleem van dit geloofsartikel bloot, namelijk dat er veel verschillende innerlijke stemmen blijken te zijn. Het is lastig te bepalen welke dan die van je diepste zelf is. Harari beschrijft hoe met behulp van techniek of medicijnen sommige stemmen het zwijgen kan worden opgelegd. Maar hoe weet je of je dan niet juist de stem van je authentieke zelf tot zwijgen brengt?

Het beïnvloedbare zelf

Wat meer is: ‘authenticiteit’ blijkt plooibaar. Wat je denkt dat jouw oorspronkelijke diepste wens is, is sterk beïnvloedbaar. Harari schetst het voorbeeld dat in de recente geschiedenis bij steeds meer mensen de diepgevoelde wens is ontstaan naar een gazon bij het huis.

Waarom willen ze dat eigenlijk? Omdat het goed voelt of omdat een huis pas echt een thuis wordt met een grasveld voor de deur? Harari laat zien hoe het ontstaan van dit verlangen teruggaat op nabootsen van de aristocratie. Zij liet met de aanleg van een gazon zien hoe rijk ze was en hoeveel macht ze had.

Goede illusionisten weten deze beïnvloedbaarheid van mensen te benutten voor vrij onschuldig vermaak. In een aflevering van Mindf*ck van illusionist Victor Mids kiest DJ Armin van Buuren ‘spontaan en vrij’ voor een blauwe auto.

Mids laat vervolgens zien hoe hij de hele dag Armin van Buuren onbewust beïnvloed heeft, zodat hij al wist wat hij ging kiezen. De keuze wordt beleefd als helemaal spontaan maar is in feite compleet door een ander bepaald. Hoezo een keuze van je diepste zelf?

Johannes Gossner (1773–1858), Het hart, tempel van God of woonplaats van Satan, 1851
Johannes Gossner (1773–1858), Het hart, tempel van God of woonplaats van Satan, 1851

Manipulatie

Totaal niet meer onschuldig is het voorbeeld van de methode van Cambridge Analytica. Dit bedrijf gebruikte psychologische, demografische en groepsdynamische inzichten – met name verzameld uit profielinformatie van sociale media – om verkiezingen te beïnvloeden.

Zo tuigden ze bij de verkiezingen in de Republiek Trinidad en Tobago een beïnvloedingscampagne op, bedoeld om kiezers uit de zwarte gemeenschap níet te laten stemmen. Dit deden ze met behulp van de ‘Do Socampagne’.

Het huis van de ziel kan makkelijk gekraakt worden

Deze campagne had inhoudelijk niks met politiek te maken. Het creëerde een beweging die viraal rondging onder jongeren van de zwarte gemeenschap, met als centrale gedachte dat stemmen toch geen zin had. De jongeren die eraan meededen, dachten allemaal dat ze uiting gaven aan hun diepste gevoelens en authentieke zelf. Maar ze werden in feite volledig gemanipuleerd.

Het huis van de ziel

Deze voorbeelden doen mij denken aan wat Jezus zegt over het huis van de menselijke ziel (Luc. 11:24–26). Jezus vertelt hoe een onreine geest die uit dat huis weggestuurd werd, gaat rondzwerven op zoek naar een rustplaats. Als hij die niet vindt, denkt zo’n geest: waarom zou ik niet teruggaan naar het huis dat ik verlaten heb?

Oftewel: terug naar het binnenste van de mens waar hij uit verdreven was. Bij zijn terugkomst treft hij dat huis leeg en netjes opgeruimd aan. Dus haalt de onreine geest er nog zeven andere bij en samen betrekken ze dat lege huis. Die mens is slechter af dan toen die onreine geest nog in zijn eentje was.

Ik lees in deze passage een waarschuwing dat er misschien weinig authentieks te vinden is in het huis van de ziel; dat dat huis veel leger is dan we zouden willen of denken en vrij makkelijk ‘gekraakt’ kan worden. We raken als mensen makkelijk bezeten door verlangens of hogere doelen waarvan we kunnen denken dat ze uit ons diepste zelf komen, terwijl ze eigenlijk aan ons opgedrongen zijn, ons als goden gaan beheersen en zo obsessies vormen.

Een andere houding

Theoloog Andrew Root plaatst kritische kanttekeningen bij de zoektocht naar een unieke identiteit. Hij ziet die zoektocht als deel van het immanente frame dat nu alomtegenwoordig lijkt. Dat frame is een gesloten manier van denken over de wereld, waarbij die wereld gereduceerd is tot de materiële werkelijkheid en alleen die werkelijkheid er nog toedoet.

Bij die manier van denken hoort een focus op in bezit nemen, op hebben en houden. Alle menselijke activiteit is gericht op dat hebben en houden: het hebben van middelen (zoals geld), het hebben van ervaringen én het hebben van een eigen unieke identiteit. Root zet tegenover deze drukke activiteit, gericht op in bezit krijgen, een houding van actief wachten.

Hij put daarvoor onder meer uit de theologie van Karl Barth en de ideeën van de socioloog Hartmut Rosa. In Churches and the Crisis of Decline illustreert Root dat actief wachten aan de hand van een bijbelstudiegroep.

De leden laten hun drukke inspanningen om de middelen van hun kerk veilig te stellen los; in plaats daarvan committeren ze zich om eenvoudigweg een van hen te helpen God te zoeken.

Daarbij hebben ze juist géén vastomlijnd plan of strategie hoe ze de God van de Bijbel, de God-die-is, gaan vinden. De roep om almaar meer (meer geld, meer vrijwilligers, meer jonge mensen) verdwijnt naar de achtergrond. Er is eerder een besef dat zij zich door deze God-die-is kunnen laten vinden, door in verbinding met elkaar actief te wachten.

Ze laten zich in die zoektocht raken door die verbindingen, en zijn helemaal niet zo bezig met de vraag wie ze nou ten diepste zijn of willen zijn.

Hartenklop

Is aansluiting bij de zoektocht naar het authentieke zelf nu iets dat de kerk na zou moeten streven? Moet de kerk mensen helpen om te worden wie ze ten diepste zijn? Moet de kerk zélf willen worden wie ze ten diepste is?

Moet de kerk zélf willen worden wie ze ten diepste is?

Dat laatste is wel door theologen betoogd, aansluitend bij het expressief individualisme. De authentieke identiteit van de kerk wordt dan vaak gezocht in een contrastgemeenschap willen zijn, een gemeenschap die laat zien dat het anders kan en anders moet.

Hoe aantrekkelijk deze benadering misschien ook klinkt, in de praktijk uit dit zich in een onvrede met hoe het nu is. Als in de uitroep: we zijn te weinig een contrastgemeenschap, en in de oproep naar meer: we moeten méér die contrastgemeenschap worden! Ook bij dit onverzadigbare verlangen naar meer klinkt dus de kritiek van Root.

De opdracht aan individuen of aan de kerk als geheel om jezelf te worden door anders dan anderen te zijn, kan iets hijgerigs krijgen. Het wordt dan een heilig moeten waarbij het einddoel steeds achter de horizon ligt. Root reikt met zijn houding van actief wachten rust aan. Een eind aan het hollen naar almaar meer.

Die rust vind ik ook bij een visie op kerk-zijn van Erik Borgman. Hij stelt in Waar blijft de kerk de eucharistie centraal en daarmee de kerk als een ontvangende en dankzeggende gemeenschap, die nu al iets ís – teken en instrument van de opgestane Heer – zonder eerst iets te moeten worden.

Een treffend beeld dat Borgman aanreikt voor de werking van die eucharistie, is dat van de dubbele bloedsomloop. De gemeente ontvangt zuurstof in de eucharistie (kleine bloedsomloop), geeft lucht en licht aan de wereld af (grote bloedsomloop) en deelt wat zij daar aantreft, weer in de eucharistie met God. Dit is een doorgaand proces, een hartenklop.

Zo bezien is de kerk dan juist een pleisterplaats voor de vermoeide ziel die lijdt aan de onverzadigbaarheid van de zoektocht naar het authentieke zelf.

Fulco Timmers werkte onder meer als gemeentepredikant en programmaleider bij de PKN.

Erik Borgman, Waar blijft de kerk – gedachten over opbouw in tijden van afbraak, Adveniat / Halewijn, Baarn / Antwerpen 2015.

Yuval N. HararI, Homo Deus – A Brief History of Tomorrow, Vintage, Londen 2016.

Andrew Root, Churches and the Crisis of Decline, Baker Academic, Grand Rapids 2022.

Charles Taylor, A Secular Age, The Belknap Press of Harvard University Press, Cambridge (MA) [etc.] 2007


Ego
Woord & Dienst 2024, nr. 8

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken