Vrijzinnige kijk op de toekomst
Theologisch drieluik
Dit is de reactie van Koen Holtzapffel op het drieluik over eschatologie: eindtijdleer.
Lees het drieluik van Steven Poot hier: introductie (dl. 1); het boek Daniël (dl. 2) en eindtijdleer van nu (dl. 3).
Koen Holtzapffel
“Alle apocalyptiek is eschatologisch van aard, maar niet alle eschatologie is apocalyptisch getint.”
Theologisch drieluik: eschatologie (reactie)
Met interesse las ik het drieluik van ‘eindtijdtheoloog’ Steven Poot over de eindtijdverwachting in de christelijke traditie en aanzetten tot een hedendaagse eschatologie. Dat een gezonde eschatologie gericht dient te zijn op God, Christus en de naaste, waarbij allen recht wordt gedaan; ik kan het alleen maar volmondig beamen. Er wordt veel onzin op dit gebied uitgekraamd, dus een kritische blik van jongere én volwassene kan zeker geen kwaad.
Toch zal het niet verbazen dat ik als vrijzinnig protestants theoloog en remonstrants predikant heel andere accenten leg dan Poot. In het navolgende breng ik duidelijker dan Poot onderscheid aan tussen profetie, eschatologie en apocalyptiek. Ik ga in op de betekenis van toekomst in ons geloofsleven, ik geef een andere indeling van eschatologische ontwerpen en schets ten slotte heel korte een vrijzinnige kijk op de laatste dingen.
‘Maak je geen zorgen over de dag van morgen,’ maar toch is de toekomst nooit geheel afwezig in ons leven
Toekomst in ons geloofsleven
Er zijn tijden waarin het begrip toekomst in leven en geloofsleven alle nadruk krijgt. Denk aan de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw, met als theologisch hoogtepunt Moltmanns Theologie van de hoop (1964). Er zijn ook tijden waarin het hier en nu alle aandacht krijgt, ook in het geloof. Maak je maar geen zorgen over de dag van morgen. Maar de toekomst is nooit geheel afwezig in ons leven, en toekomstverwachting is en blijft een essentieel onderdeel van het joods-christelijk geloof.
In de christelijke toekomstverwachting zijn vele vragen aan de orde: wat geschiedt er na onze dood? Gaat de aarde waarop wij leven ooit te gronde en wat heeft God daar dan mee van doen? Zal er eens een tijd komen waarin alle tranen zijn gewist, vrede alom heerst, Gods rijk op aarde is aangebroken; of spreken we dan eerder van eeuwigheid? En wat is daarin de positie en betekenis van Christus?
Niet voor niets leidde de hernieuwde belangstelling voor de historische Jezus rond 1900 tot een eschatologische wending in de theologie. Jezus’ prediking heeft een eschatologisch karakter: kom tot inkeer want Gods koninkrijk is nabij.
Alle accenten zijn in de loop der geschiedenis gelegd, het ene accent is niet per definitie goed en het andere fout.
Welk eschatologisch ontwerp?
Het begrip eschatologie is dus veel omvattend en begripsverwarring ligt op de loer. Voor mij is het altijd verbonden met Gods koninkrijk, maar ook dan kunnen er heel verschillende accenten worden gelegd: je kunt het zwaartepunt leggen op het tegenwoordige (presente) of op het toekomstige van het Godsrijk. Je kunt de nadruk leggen op de sociaal-maatschappelijke, universele zijde of op de individuele kant van eschatologie. Tenslotte kun je op een heel realistische of een meer idealistische of symbolische wijze over Gods toekomst spreken. Alle accenten zijn in de loop der geschiedenis gelegd, het ene accent is niet per definitie goed en het andere fout.
Profetie, eschatologie en apocalyptiek
Poot stelt mij te gemakkelijk eschatologie en apocalyptiek op een lijn. Ik zou apocalyptiek omschrijven als een vorm van eschatologische profetie, die zich kenmerkt door een eigensoortig samenstel van denkbeelden en een wat geheimzinnig en multi-interpretabel beeld- en taalgebruik. Alle apocalyptiek is eschatologisch van aard, maar niet alle eschatologie is apocalyptisch getint.
Maar, en wat mij betreft gelukkig, in de profetie ligt de toekomst nooit helemaal vast.
Door apocalyptiek te omschrijven als eschatologische profetie, komt ook het verschijnsel profetie in beeld. In profetieën speelt (heils)toekomst eveneens een belangrijke rol, in nauwe relatie tot een kritische beoordeling van het hier en nu. Maar, en wat mij betreft gelukkig, in de profetie ligt de toekomst niet bij voorbaat helemaal vast. De onheilsprofeet (milieu!) waarschuwt dat het de verkeerde kant met ons mensengeslacht op gaat als we zo de beest uit blijven hangen. Maar gelukkig, er is een alternatief, al vraagt dat wel om onze ommekeer (namelijk om onze gedragsverandering). In de apocalyptiek lijkt het vaak meer over ons te gaan (al geef ik onmiddellijk toe dat in de Apocalyps ethiek wel degelijk een rol speelt).
De laatste dingen
Tot slot dan die vrijzinnige kijk op de laatste dingen. Het moge duidelijk zijn dat de accenten hier anders worden gelegd dan in orthodoxe en/of evangelische hoek. Overigens ook in vrijzinnige hoek in alle pluriformiteit, maar altijd in bewustzijn van de lastige kloof tussen bijbelse taal en modern levensgevoel. Laat ik voor mezelf spreken.
Ik ben ervan overtuigd (net als Poot) dat eschatologische vragen bij het mens-zijn horen en dus ter sprake dienen te komen. Daarbij heeft een meer symbolische, dichterlijke interpretatie van de bijbelse beeldtaal even veel recht van spreken als een meer letterlijke interpretatie. Ook een vrijzinnige kijk moet gebaseerd zijn op een diep besef van het ‘nog niet’ in het hier en nu. Juist het grote en pijnlijke gemis nu doet blijvend verlangen naar de uiteindelijke en definitieve doorbraak van Gods koninkrijk. Mensen van vlees en bloed kunnen dat rijk niet bewerkstelligen. Ze kunnen er, begenadigd door Gods Geest, wel hun bijdrage aan leveren. Ze moeten dat dan ook. In liefde hun Heer (na)volgend. Imitatio Christi dus.
Juist het grote en pijnlijke gemis nu doet blijvend verlangen naar de uiteindelijke en definitieve doorbraak van Gods koninkrijk.
Ten slotte: een vrijzinnige kijk op de toekomst van het Godsrijk schrikt terecht terug voor al te grote stelligheid, wilde speculatie, een overvloed aan apocalyptische beelden. Dit vanwege het nederig makend besef dat de mens van Gods toekomst maar weinig bevroeden kan en dat veel, ook bijbelse beelden, menselijk – ja, al te menselijk – zijn. Verbonden met een specifieke context toen en daar die de onze niet meer is.
De remonstrantse Belijdenis 2006 kent een mooie eschatologisch geladen slotzin waarmee ik eindig:
Want wij geloven in de toekomst van God en wereld, in een goddelijk geduld dat tijd schenkt om te leven en te sterven en om op te staan, in het koninkrijk dat is en komen zal, waar God voor eeuwig zijn zal: alles in allen.
Koen Holtzapffel is remonstrants predikant in Rotterdam. Hij promoveerde op Een vrijzinnige kijk op de laatste dingen (2009). Daarnaast schreef hij voor een breder publiek Alleen de hond leeft in het hier en nu (2011). Recent redigeerde hij een bundel over parabels: Geef mij die dwaze meisjes maar. In gesprek met Jezus’ gelijkenissen (2021).