Vruchtbaar bouwen op zand…’ Over context en contextualisering
Dr. S. Stoppels is docent praktische theologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en beleidsmedewerker binnen de Dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk. Hij is tevens lid van de redactie van Ouderlingenblad
Een zendeling zocht in het midden van de vorige eeuw contact met de Motilones, een Indianenstam, diep in de oerwouden van Colombia. Contact met de ‘moderne’ buitenwereld had deze stam eigenlijk nog nooit gehad. Gaandeweg groeide de interesse voor het christelijk geloof. Zo kwam ook de Bijbel in beeld.
De zendeling vertelde bijbelverhalen, maar permitteerde zich wel een grote mate van vrijheid. Zo draaide hij de gelijkenis van het bouwen op de rots en het bouwen op zand om (Matth. 8:24-27). De Motiloneindianen woonden in huizen op palen en zouden die dus nooit op een rots bouwen, want palen moet je kunnen ingraven wil je een stevig huis krijgen. Bouwen op de rots, dat zouden ze nooit doen…
Deze zendeling deed aan wat we tegenwoordig ‘contextualiseren’ noemen. Aansluiting zoeken bij waar de ander zit en proberen een taal te spreken die verstaanbaar is. Sommigen gaan in die aanpassing ook verder dan anderen. We kunnen een onderscheid maken tussen aan de ene kant het aanpassen van vormen en middelen waarmee het evangelie wordt gecommuniceerd en aan de andere kant het belichten van andere, minder klassieke inhouden van het evangelie. Dat is een gevoelig thema binnen de kerk en daarom is het goed erbij stil te staan. Maar eerst gaan we naar de kunst van het luisteren, want daarmee begint eigenlijk alles.
Luisteren naar je omgeving
Contextualiseren heeft te maken met het je laten raken door je omgeving. Wat leeft er, welke uitdagingen liggen er en hoe kunnen we daaraan dienstbaar zijn? Dat vraagt om goed luisteren. Dat lijkt eenvoudig te zijn, maar heel gemakkelijk menen we al te weten wat er in de ander leeft. We hebben onze ideeën gevormd en denken wel te weten wat goed is voor de ander. In de kerk hebben we nogal eens de neiging snel te komen met oplossingen, adviezen, antwoorden en vooral: activiteiten. We organiseren veel in de kerk. Vóór anderen, niet mét hen. Vervolgens zijn we teleurgesteld, als er maar weinig interesse is.
In een kleine huisgemeente in Houten, bedoeld voor mensen die niet (meer) naar de kerk gaan, werden mensen uitgenodigd thema’s te noemen waar ze wel eens over van gedachten zouden willen wisselen. De verwachting van de organisatoren was dat het voorzichtig zou beginnen, met vragen als ‘bestaat er zoiets als een God’? Maar bovenaan op de lijst stond: vergeving en hoe dat in je leven een rol speelt. Dat was verrassend. Als de organisatoren het programma bepaald hadden, was dat onderwerp niet als eerste ter sprake gekomen. Het blijft dus telkens een grote uitdaging de ander werkelijk serieus te nemen. De ander tevoorschijn luisteren is echt een kunst.
Aanpassen van vormen
De beamer heeft in de meeste kerken inmiddels wel een plek gekregen. Het is zo maar een voorbeeld van contextualisering. We gaan vormen van communicatie gebruiken die elders ook voorkomen. Het zegt nog niets over de inhoud van wat we belangrijk vinden en willen delen. Veel kerkelijke gemeenten gebruiken volop moderne technische middelen om hun traditionele boodschap te communiceren. Nog vrij onlangs was ik in een kerkdienst waar een band het zingen begeleidde, het licht op het podium ‘liturgisch’ werd gevarieerd en er zelfs met rook werd gewerkt. Deze gemeente verpakt haar vrij klassieke en orthodoxe boodschap in moderne vormen. Verzoening door het bloed van Jezus blijft centraal staan, maar wel wordt er gezocht naar manieren om dat begrijpelijk te communiceren. Vormen en middelen worden daarbij aangepast, maar de boodschap niet. Een voorbeeld daarvan uit een andere cultuur vinden we bij een evangelist uit Sri Lanka, Ajith Fernando. Met een beeld probeert hij het plaatsvervangend lijden en sterven van Jezus te verduidelijken: ‘Heb je wel eens een geïnfecteerde wond gehad? Wat komt er uit als de wond barst? Etter. Wat is etter? Het overblijfsel van de witte bloedlichaampjes die de infectie bestrijden en dood zijn gegaan, zodat jij het zult overleven. Mooi hè? Plaatsvervangende redding zit ons allemaal in het bloed.’ In het tropische Sri Lanka zijn etterende wonden aan de orde van de dag en zo probeert Fernando vanuit de eigen samenleving de boodschap van verzoening verstaanbaar te maken.
Andere kanten van de diamant van het evangelie belichten
Als we blijven bij het verzoenend lijden en sterven van Jezus, dan is dat een boodschap die lang niet overal direct weerklank vindt. De gedachte dat iemand anders voor mij verzoening bewerkt, kan haaks staan op hoe wij denken en voelen. Dan rijst de vraag hoe we het evangelie dan wel verstaanbaar en relevant kunnen maken. Zijn er andere ‘aanvliegroutes’ denkbaar waarin andere kanten van het evangelie oplichten? Norman Kraus, een Amerikaanse zendeling, ontdekte dat in de Japanse cultuur de overdracht van straf een (wezens)vreemde gedachte was. Dat Jezus onze schuld op zich neemt, vond geen weerklank. Vanuit de Japanse schaamtecultuur herlas Kraus daarom de Schrift en ontdekte hij dat de kruisdood ten tijde van de Romeinen in hoge mate schaamte opriep. Het was een publieke doodstraf, opgelegd vanuit minachting. Door identificatie met Jezus werd het mogelijk voorbij te komen aan de neerdrukkende werking van gevoelens van schaamte in het eigen leven. Zo kreeg het evangelie werkelijke waarde binnen de Japanse cultuur.
Hoe ver ga je?
Contextualisering blijft een gevoelig thema. Beperken we ons tot nieuwe vormen en middelen of kiezen we ook voor andere ‘aanvliegroutes’? Hoe zoek je als gemeente naar een vruchtbare vertolking van het evangelie binnen de eigen context? Soms is aanpassen geboden. De Joden een Jood, de Grieken een Griek. Soms wil het vooral confronteren. Soms is het vooral zoeken naar een nieuwe weg en een nieuwe, andere taal. Soms moet spreken juist achterwege blijven en moet je vooral doen. Het blijft een kwetsbare zoektocht, in constant gesprek met elkaar, biddend en luisterend naar God en onze omgeving. De context zal hoe dan ook een woordje mee moeten spreken in ons kerkelijk denken en handelen.
Gespreksvragen
• Sluit uw gemeente qua vormen en middelen aan op uw omgeving?
• Wat speelt er in uw omgeving? Wat houdt mensen bezig? (Hoe) zou u dat willen weten als gemeente?
• Is er iets dat u vanuit het evangelie zou willen delen met mensen in uw omgeving? Welke ‘aanvliegroute’ zou daarbij passen? En welk bijbelverhaal?