Kerk als belichaming van het goede nieuws
Theologisch drieluik: wat is de kerk? (deel 2)
In dit Theologisch drieluik introduceert Hans Burger je met wat de kerk is.
Deel 1: kerk als inhoud
Deel 3: kerk als bemiddelaar
Later verschijnt er een reactie op dit drieluik.
„De eenheid en liefde van christenen zijn een aanwijzing voor het bestaan van God.”
Hans Burger
(foto: Daan van der Horst)
Christelijke gemeenschap is onderdeel van het goede nieuws van Jezus Christus. Daarover ging het eerste van dit theologisch drieluik. Als dat zo is, is christelijke gemeenschap ook een belichaming van dat goede nieuws. Vergeving, verzoening, nieuw menszijn en nieuwe gemeenschap, liefde en eenheid beginnen tastbaar gestalte te krijgen in de gemeenschap van Jezus Christus.
Daarom is de zichtbare eenheid van de kerk van belang. In Johannes 17 lezen we een gebed van Jezus. Jezus bidt dat de gelovigen mogen delen in de liefde en de grootheid van God. Dat heeft tot gevolg dat er in de gelovigen een eenheid en gemeenschap tastbaar wordt, die verwijst naar de eenheid en de gemeenschap van God zelf. Sterker nog, in de eenheid en gemeenschap van de gelovigen zie je de helende doorwerking van de eenheid en gemeenschap met God zelf. Gemeenschap van christenen maakt Gods helende liefde tastbaar en ervaarbaar. Christelijke gemeenschap is dus zelf belichaming van het goede nieuws.
Elke gemeenschap die langer bestaat, krijgt te maken met institutionalisering.
Gemeenschap op alle niveaus
Dat geldt op verschillende niveaus. Het geldt in het klein, als christenen elkaar ontmoeten in vriendschappen of in kleine verbanden. Een huiskring van een kerk kan een heilzame plek zijn waar je samen met elkaar de eenheid en de liefde van God ervaart omdat je samen iets van die eenheid en liefde belichaamt, iets van het nieuwe leven uitleeft. Het kan gelden in een samenkomst van christenen als gemeente of op een conferentie. Het geldt net zo waar christenen nationaal samenwerken. Of waar christenen internationaal samenkomen en elkaar versterken.
Eerlijk gezegd vind ik het onvruchtbaar om hier een uitzondering te maken voor een niveau wat wij ‘instituut’ zijn gaan noemen. Ik snap het wel: institutionalisering heeft nadelen –we kennen de negatieve verhalen over instituten –: ze zijn traag, geformaliseerd, conservatief; soms lijkt het of het leven er uit is. Maar ondanks de ambivalentie ervan kan menselijke gemeenschap niet duurzaam bestaan zonder een bepaalde mate van institutionalisering. Elke gemeenschap die langer bestaat krijgt te maken met vormen van institutionalisering. Het hoort nu eenmaal bij mensen en bij gemeenschap.
Een aanwijzing van Gods bestaan
Dat nieuwe bestaan in tastbare eenheid en liefde, krijgen in Jezus’ gebed een duidelijke functie: degenen die nog niet in Jezus geloven, zullen dankzij die eenheid tot de overtuiging komen dat Jezus door God de Vader gezonden is. Ze zullen proeven en begrijpen dat Jezus en zijn volgelingen delen in Gods transformerende liefde. De eenheid en liefde van christenen heeft dus een duidelijke verwijzende en missionaire functie.
Het niet of slecht functioneren van christelijke gemeenschap maakt het christelijk geloof ongeloofwaardig en draagt bij aan secularisatie.
Het voert misschien te ver om ze te typeren als godsbewijs, maar in elk geval vormen ze een aanwijzing voor het bestaan van God. Dat klinkt misschien heel groot, maar waar gemeenschap concreet wordt, herken ik wel dat het zo kan werken. Een huiskring, een maaltijd bij de Alpha-cursus, of de samenwerking in een team tijdens een evangelisatie-activiteit, kunnen mensen aan het denken zetten. “Wat jullie met elkaar hebben, is bijzonder.”
Het omgekeerde geldt ook. Waar christenen elkaar de tent uit vechten, over de rug van anderen heen hun doelen proberen te bereiken, of misbruik van anderen maken, vindt een vorm van godsverduistering plaats. Het niet of slecht functioneren van christelijke gemeenschap maakt het christelijk geloof ongeloofwaardig en draagt bij aan secularisatie.
Omdat ik christelijke verdeeldheid zie als een van de oorzaken van secularisatie, vind ik omgekeerd inzet voor herstel van de christelijke eenheid belangrijk. De oecumenische beweging is helaas grotendeels een beweging van grijze koppen geworden. Dat is spijtig, omdat het streven naar herstel van christelijke eenheid en gemeenschap een groot belang dient: dat Gods liefde en eenheid tastbaar worden in menselijke gemeenschappen.
Het credo van Nicea en Reformatie
Eenheid is dus een belangrijk ideaal voor de kerk. Het is een van de vier klassieke eigenschappen die genoemd worden in het credo van Nicea: eenheid, heiligheid, katholiciteit, en apostoliciteit. Die vier woorden willen zeggen dat de kerk een eenheid is; dat de kerk aan God toegewijd is; dat de kerk gelovigen uit alle volken omvat; en dat de kerk bij het onderwijs van de apostelen blijft.
Tijdens de Reformatie liep men er tegenaan dat de vier eigenschappen wel mooie woorden waren, maar dat je er in de praktijk weinig mee kon.
Binnen de protestantse traditie zijn die vier eigenschappen wat in onbruik geraakt. De Reformatie liep er tegenaan dat deze vier eigenschappen niet van toepassing leken op de kerk waar ze uit werden gezet. De kerk bracht haar eigen leden op de brandstapel, zelfs kerkleiders leidden een onheilig leven, de claim van algemeenheid werd verstikkend, en het apostolische onderwijs was verdwenen onder allemaal aanslibsels uit later eeuwen. Die vier eigenschappen waren mooie woorden waar je in de praktijk weinig mee kon. De hervormers bestreden dat de kerk van Rome nog kerk was, ook als deze claimde de vier genoemde eigenschappen te bezitten.
Er ontstond een andere benadering: een serie van kenmerken waarmee je in de praktijk beter uit de voeten kon. Deze meer pragmatische benadering richtte zich op de eenheid met Christus en het geloof in Hem. Kerk is daar waar zo gepreekt wordt dat de relatie met Christus kan ontstaan en blijven bestaan; kerk is daar waar deze relatie wordt gevierd in doop en avondmaal; en kerk is daar waar gelovigen elkaar helpen om in Christus te blijven. Een nadeel van een pragmatische benadering is echter, dat je toch een groter verhaal nodig hebt om ontsporing te voorkomen. De drie kenmerken bieden geen weerwoord aan mensen die zeggen: mijn geloof wordt in deze kerk niet meer gevoed, en dus ga ik naar een kerk waar dat wel gebeurt, of anders begin ik een nieuwe kerk. Als effect dreigt dus verdere fragmentatie van de kerk.
Vier eigenschappen met drie kenmerken
De drie kenmerken hebben de vier eigenschappen nodig. Om te voorkomen dat die vier eigenschappen nietszeggende grote woorden worden, moet je er echter wel iets over zeggen. De vier eigenschappen moeten geduid worden vanuit een kruistheologie. God geeft eenheid, heiligheid, katholiciteit en apostoliciteit in Christus, maar de realisering ervan tot nu toe heeft de vorm van haar gekruisigde Heer.
Maar ook als er in de zichtbaarheid van de vier eigenschappen veel moois te verlangen en veel falen te erkennen overblijft, geven deze eigenschappen wel de richting aan van ons streven als volgelingen van Jezus: één kerk, die deelt in de heiligheid van haar Heer, voor alle christenen uit alle landen en volken, die trouw is aan het onderwijs van de apostelen en zo dichtbij hun Zender blijft.
Hans Burger is hoogleraar Systematische Theologie aan de Theologische Universiteit Kampen | Utrecht.