Wat is innerlijke genezing?
Theologisch drieluik: wat is innerlijke genezing? (deel 1)
In dit Theologisch drieluik introduceert Henrico ter Beek je in (de dienst van) innerlijke genezing.
Deel 2: Jezus ontmoeten
Deel 3: Gods heil
Lees ook de reactie van Jan Minderhoud op dit drieluik.
„Oprechte aandacht en het medeleven vanuit de geloofsgemeenschap werken helend. Daarin ervaren mensen Gods aanwezigheid.”
Henrico ter Beek
De christelijke theologie belijdt dat God pas bij de laatste dingen – bij het aanbreken van eschaton – alle dingen nieuw maakt. Maar dat betekent niet dat alle heelwording tot dan moet wachten. Ook in het hier en nu kan een mens in bepaalde mate innerlijk heel worden. Dat is wat de ‘dienst van innerlijke genezing’ – er wordt ook wel gesproken van ‘ministry’ – wil bewerken. In dit Theologisch drieluik leid ik (de dienst van) innerlijke genezing voor je in.
Om maar met de deur in huis te vallen, een eerste antwoord op de vraag ‘Wat is innerlijke genezing?’ luidt: het komen tot de communicatieve gemeenschap met God als basis voor heelwording in alle relaties van het bestaan. En daarom is de dienst van innerlijke genezing verbonden met het centrum van de theologie en mag zij gelokaliseerd worden in het midden van de kerkelijke dienst. Maar laten we bij het begin beginnen.
De uitdaging van de dienst van innerlijke genezing
De dienst (‘ministry’) van innerlijke genezing is een pastorale werkvorm van de kerk die hulp biedt aan mensen met innerlijke verwondingen die in het verleden zijn opgedaan, vooral betreffende emoties en identiteit. Er kan sprake zijn van pijnlijke eenzaamheid en moeizame (intieme) relatie. De verwachting is dat Gods tegenwoordigheid een significante factor in heelwording is.
Kan een theologie die bidt om leiding door de Geest en vervolgens probeert woorden te geven aan het mysterie dat God is, iets anders zijn dan ‘gewaagd en speculatief’?
De titel van een boek van een belangrijke vertegenwoordiger van de dienst van innerlijke genezing, Leanne Payne (1932-2015), is veelzeggend: Gods tegenwoordigheid geneest. Zoals de persoon is, mag die komen tot de levende God en luisteren naar zijn heilzame woorden. Daarom wordt er vooral gebeden. Heel de pijnlijke situatie en alles wat de relatie met God hindert (eigen zondige patronen, wonden die zijn opgelopen door zonden van anderen) mag voor Gods aangezicht worden gebracht en vergeving mag worden ontvangen of verleend. Zo kan de weg naar heelwording, innerlijke vrede en een gezonde identiteit worden ingeslagen.
De mogelijkheid van heelwording van de innerlijke mens, niet alleen in het eschaton – tijdens ‘de laatste dingen’ – maar ook in de tegenwoordige tijd, intrigeert. Hoe verenigt dit gedachtegoed zich met het corpus van de traditionele theologie? Hoe spreken we verantwoord over Gods heelmakende tegenwoordigheid?
Gods tegenwoordigheid
De theologisch geëigende plaats om te spreken over Gods presentie is de triniteitsleer. Deze expliciteert immers bij uitstek dat God zich, in de Zoon en door de Geest, tot zijn schepselen wendt en onder hen tegenwoordig is. Een interessante verwerking van de triniteitsleer biedt Robert W. Jenson (1935-2017). Zijn theologie wordt soms als gewaagd en speculatief beschouwd, maar kan theologie die bidt om leiding door de Geest en vervolgens probeert woorden te geven aan het mysterie dat God is, anders zijn dan dat? Het is de moeite waard om Jenson op zijn weg te volgen. Zijn theologie reikt een omvattend kader aan om het begrip van Gods tegenwoordigheid te verhelderen.
Volgens Jenson kan de gehele werkelijkheid van God en zijn schepping het beste op trinitarische wijze worden geïnterpreteerd. Zo beschrijft Jenson de schepping als God die ruimte maakt in zijn drie-enige leven, voor anderen dan de drie wiens gezamenlijke leven Hij is. Dit is wat liefde is en doet in haar ultieme vrijheid. Liefde heeft immers het buitengewone creatieve vermogen om een nieuwe wereld te scheppen binnen de bestaande wereld (aldus Hannah Arendt).
Het is de Geest die mensen trekt tot gemeenschap met God de Vader door hen één te maken met Christus.
Het uiteindelijke heil voor mensen kan dan ook niet anders zijn dan dat zij uiteindelijk worden opgenomen in het leven van God. Dit wordt duidelijk door de komst van Jezus en vooral door zijn opstanding, het centrum van de geschiedenis. De opstanding toont dat Jezus van Nazareth zonder voorbehoud de tweede identiteit van God Drie-enig is. Omgekeerd betekent dit dat alles wat bestaat zich rond de verrezen Jezus wikkelt als een spiraal. Hij is in alle tijden aanwezig.
Gemeenschap
Vervolgens wijst Jenson op de Geest als onderscheiden personaliteit binnen de Drie-eenheid. Hij is het die mensen trekt tot gemeenschap met God de Vader door hen één te maken met Christus. En dat doet Hij op eigen wijze – daarover meer in het volgende deel van dit drieluik. De beschrijving van de Geest in de loop van de Schrift toont een ontwikkeling. Nadat Jezus is opgewekt kan de Geest zijn gelaat helemaal tonen: de totus Christus, Jezus als hoofd verenigd met zijn volk als lichaam.
De kerk is dus de plaats waar hier en nu Gods aanwezigheid en werkzaamheid kan worden gevonden. Het wezen van de kerk is ‘gemeenschap’. Zolang het eschaton nog niet is aangebroken, leven mensen in allerlei soorten gemeenschappen die allemaal invloed uitoefenen op de menselijke identiteit. Het komt er dan op aan om de gemeenschap met God te versterken en daartoe bestaat de kerk.
De kerk omschrijft Jenson als de gemeente die vergaderd is rondom brood en beker. De waarde van de gemeenschap van de gelovigen onderling is onmiskenbaar. Oprechte aandacht en het medeleven vanuit de geloofsgemeenschap werken helend. Daarin ervaren mensen Gods aanwezigheid. Maar het feitelijke centrum van de kerk is brood en wijn. De Eucharistie betekent en realiseert gemeenschap met Christus – meer over het sacrament in het laatste deel van dit drieluik. Innerlijke genezing is: komen tot (deze) gemeenschap.
In de communicatieve relaties is Christus aanwezig. Hij is gekomen om te blijven.
Communicatieve gemeenschap
Een volgende stap is dat heel de schepselmatige werkelijkheid, en de kerk als centrum daarbinnen, voortkomt uit en gevormd wordt door Gods spreken. De gemeenschap van God en mens is communicatief. De mens is een persoon omdat hij wordt aangesproken door God en geroepen is om daarop te antwoorden. Daarom past het de mens om te bidden.
Echter, gebrokenheid maakt dat het genezende woord van buitenaf, dat de mens op juiste (vredevolle) wijze in de gemeenschap positioneert, niet meer wordt gehoord. Een voor de hand liggende introspectie helpt van de regen in de drup. Het gesprek met God, het horen van zijn woord, in het bijzonder het rechtvaardigende woord, toegepast op de concrete situatie en de concrete persoon, heft de fundamentele eenzaamheid op. In de communicatieve relaties is Christus aanwezig. Hij is gekomen om te blijven. Dit is het centrum van de dienst van innerlijke genezing.
Innerlijke genezing voor iedereen
Deze zeer beknopte rondgang door thema’s van de theologie van Jenson in relatie tot de dienst van innerlijke genezing toont dat deze dienst niet slechts therapeutische waarde heeft in een (charismatische) uithoek van de kerkelijke dienst. Omdat de thematiek van Gods (heilzame) tegenwoordigheid helder wordt belicht en toegepast op innerlijke heelheid, worden bouwstenen geleverd om te komen tot een gezonde identiteit in Christus. Dit is van belang voor ieder mens.
Uit een triniteitstheologische benadering vloeit onder andere voort dat over Gods aanwezigheid en handelen hier en nu niet kan worden gesproken buiten de persoon van Jezus Christus om. Het volgende deel van dit drieluik gaat hierop in. Daar blijkt ook dat een (te) sterke christologie niet zonder risico’s is.
Henrico ter Beek is theoloog en predikant. Hij studeerde theologie aan de Theologische Universiteit Apeldoorn en Vrije Universiteit Amsterdam, en promoveerde op innerlijke genezing en theologie.