Innerlijke genezing – nu al en nog niet
Theologisch drieluik: wat is innerlijke genezing? (reactie)
In deze column reageert Jan Minderhoud op het Theologisch drieluik van Henrico ter Beek over innerlijke genezing.
Deel 1: triniteit en gemeenschap
Deel 2: Jezus ontmoeten
Deel 3: Gods heil
„Bij bidden om genezing en bevrijding gaat het erom dat het leven van Jezus meer zichtbaar wordt in het onze.”
Jan Minderhoud
Henrico ter Beek neemt ons in zijn Theologisch drieluik mee in een constructieve zoektocht om de praktijk van ‘innerlijke genezing’ een stevige theologische basis te geven. Dat doet hij doorwrocht en gefundeerd. Vanuit de pastorale praktijk mag ik enkele kanttekeningen plaatsen.
1.
Heil maakt heel. Het gaat er in de dienst van genezing (en bevrijding) om dat wij meer mensen worden naar Gods beeld, beter nog: naar het beeld van Jezus Christus. Ik zeg vaak dat het er in het bidden om genezing en bevrijding niet om gaat dat we verlost worden van kwaaltjes en demoontjes, maar dat het leven van Christus meer in ons leven zichtbaar wordt.
2.
Ik lees bij Ter Beek een terecht pleidooi voor de oprechte aandacht en het meeleven vanuit de geloofsgemeenschap. Dat werkt helend. Daarin wordt Gods aanwezigheid ervaren. Want ‘de communicatieve gemeenschap met God is de basis voor de innerlijke genezing.’ (deel 1) Kan het zijn dat er op dit punt een spanning is met wat hij later in deel 3 schrijft: dat juist in conferenties voor innerlijke genezing, met expliciete aandacht voor de gebrokenheid van deze ene mens, Gods genezende tegenwoordigheid veel krachtiger neerdaalt?
Nu is het mijn observatie dat de plaatselijke gemeente van Christus juist op lange termijn een warm vangnet kan zijn om samen op te lopen met soms diep verwonde mensen. En dat juist in deze context van het langdurig samen oplopen, Gods tegenwoordigheid kan genezen, op zijn minst kan vertroosten. Dit is nog pregnanter waar het getraumatiseerde mensen betreft die het, wat spankracht betreft, nog geen halve dag op een genezingsconferentie kunnen uithouden.
Als Jezus Christus de opgestane Heer is en nu al regeert aan de rechterhand van de Vader, dan mag je in de dienst der genezing heel veel, zo niet alles verwachten.
Met deze observatie doe ik niks af aan de meerwaarde van genezingsconferenties. Het zijn een soort hogedrukketels, waarin een boel kan gebeuren en waar veel ten positieve losgewoeld kan worden. Maar in veel gevallen vraagt het wel een vervolg in de plaatselijke gemeente of in plaatselijke teams voor bevrijding en genezing. Soms is er een aanraking geweest die weliswaar krachtig was, maar nog niet helemaal is ingedaald. Dan kunnen plaatselijke (gebeds)pastores of gemeenteleden met een warm pastoraal hart hierin een belangrijke rol spelen.
3.
Ter Beek verdisconteert het tijdelijke en het voorlopige van de dienst der genezing, door te wijzen op het procesmatige van het werk van de Heilige Geest, ook daar waar de genezing uitblijft. Dat is direct ook een correctie op een eenzijdige verankering in de christologie. Dat lijkt in sommige evangelische en charismatische groeperingen aan de orde te zijn. Als Jezus Christus de opgestane Heer is en nu al regeert aan de rechterhand van de Vader, dan mag je in de dienst der genezing heel veel, zo niet alles verwachten.
In sommige kringen betekent dat, dat je de genezing alleen nog maar hoeft te ‘downloaden’. Het is duidelijk dat Henrico ter Beek daar niet in mee wil gaan. De ‘pneumatologische procesmatigheid’ in de concrete gemeente van Christus is hierbij een heilzame correctie. Het is spanning tussen het ‘nu al’ van het Koninkrijk, want Christus als de verhoogde Heer regeert, en het ‘nog niet,’ omdat de gebrokenheid en onvolkomenheid ons dagelijks bestaan bepaalt.
4.
Bovenstaande wordt ook expliciet verbonden met de viering van eucharistie c.q. avondmaal. Ter Beek legt meermalen de nadruk op de sacramentele bemiddeling van het heil, met name in rituelen en verhalen. De ziekenzalving noemt hij niet, maar daar zal hij wellicht ook op doelen. Wel noemt hij ‘brood en beker.’ Dat was al een ervaring in de Vroege Kerk: dat alleen al door de viering van het heilig avondmaal, zieken genezen werden en wie door demonen gekweld werden, bevrijd. Gods tegenwoordigheid geneest!
Het is goed om als gebedspastor weet te hebben van je eigen wonden-zonden-bindingen-tegenkrachten.
Het is hier de tegenwoordigheid van Christus in brood en wijn. Dit mag dan gelijk een correctie op de gemiddelde protestantse beleving zijn van een avondmaalsviering. Ik heb althans de indruk dat het nog te vaak als een louter symbolische maaltijd beleefd wordt; waarmee de reële aanwezigheid van Christus miskend wordt, Hij die zichzelf elke keer weer uitdeelt in brood en wijn. Ik kan daar een voorbeeld van geven, ook al is het wel heel uitzonderlijk.
Twaalf tot vijftien jaar geleden was ik langdurig betrokken bij een proces van bevrijding van een vrouw die regelmatig zichtbaar door demonen gekweld werd. We gingen een lange weg; er gebeurde veel. Gods tegenwoordigheid was soms tastbaar aanwezig. Zoals ook die ene keer dat we haar een fles avondmaalswijn meegaven, met als bedoeling om ter versterking van haar band met Christus en proces van bevrijding thuis avondmaal te vieren. Deze suggestie gaf direct een zichtbare reactie vanuit het rijk van de duisternis. We wisten op dat moment dus dat we daar goed aan deden, thuis avondmaal vieren. Waarbij ik direct aanteken dat ik dit als uitzondering op de regel zie. De viering van het avondmaal is allereerst een gebeuren in de gemeenschap der kerk. Daar vooral wil Gods tegenwoordigheid genezen.
5.
Tot slot: verwond zijn we allemaal, in meerdere of mindere mate. Daarom is het goed om als gebedspastor weet te hebben van je eigen wonden-zonden-bindingen-tegenkrachten. Deze vier segmenten worden in een gezond gebedspastoraat doorlopen – zoals, bijvoorbeeld, gebeurt tijdens de cursus gebedspastoraat van New Wine.
Jan Minderhoud is actief in gebedspastoraat en auteur van Genezing en bevrijding – nu al en nog niet (Amsterdam: Buijten & Schipperheijn, 2019).