Menu

Basis

Zeven wegen van barmhartigheid

In het Rijksmuseum te Amsterdam hangt het werk van de Meester van Alkmaar, dat dateert uit 1504 en de werken van barmhartigheid laat zien. Op elk van de zeven panelen staat Jezus afgebeeld. Henny Rouwhorst laat zien waar, hoe en waarom.

Onze Alkmaarse meester was waarschijnlijk beïnvloed door de Moderne Devotie. Zijn werk is didactisch gericht en legt de nadruk op een persoonlijk en praktisch geloof. Zes van de werken van barmhartigheid vinden we in Matteüs 25. Paus Innocentius III voegde in 1207 een zevende werk toe: de doden begraven.

De zeven werken van barmhartigheid, olieverf op paneel Meester van Alkmaar, 1504
De zeven werken van barmhartigheid, Meester van Alkmaar, 1504. Rijksmuseum

Hongerigen voeden

Een propere Hollandse stad, welvarend met stenen huizen, vormt het decor. Welgestelde burgers geven brood aan de armen. Een groepje sloebers dromt samen op de voorgrond bij de deur. De vrouw houdt de mand met brood op, haar man deelt het uit. Hij let niet op bij wie het terechtkomt.

Hij geeft het brood aan de blinde man met de rode gescheurde mantel, wiens vrouw het doorgeeft aan het kind op de grond. Hoewel ze arm zijn, zijn ze zorgzaam voor elkaar. De man met de mismaakte voeten staat op de sociale ladder nog een trede lager. Jezus, herkenbaar aan zijn traditionele Jezusgezicht, staat precies in het midden van het paneel tussen de bedelaars. Als enige kijkt hij de beschouwer aan.

Hoewel ze arm zijn, zijn ze zorgzaam voor elkaar

Dorstigen laven

Rechts staat een voornaam huis met bordes en pilaren. De man en de vrouw delen eigenhandig water uit aan een groep van vijf volwassenen, een kreupele en twee kinderen. Jezus is een van hen, hij kijkt naar de schenker. De kan met het begeerde water bevindt zich precies in het midden van de compositie. Op de achtergrond staat een vrouw die een blinde en zijn begeleider water geeft.

Naakten kleden

Op de voorgrond trekt een rijk gekleed man een bedelaar met kapotte schoen een nieuw onderkleed aan. Een bovenkleed heeft hij al gegeven. Rechts daarvan benadert een groep mannen een echtpaar. De voorste maakt een smekend handgebaar: zijn gehavende kleren zullen hem niet tegen de kou beschermen. De man van het echtpaar kijkt aandachtig en lijkt met de arme begaan.

Jezus staat wederom tussen de landlopers en losers. Hij identificeert zich met hen en roept de kijkers op hun verbeelding in te schakelen en net als hij (letterlijk) in de schoenen van de armen te gaan staan.

Een mooi detail is de ooievaar op het nest. De partner staat hoog op het tegenoverliggende dak. Kijk naar de vogels …

Vreemdelingen herbergen

Op de voorgrond verwelkomt een echtpaar zeven vreemdelingen, onder wie Christus. Man en vrouw betonen hun gastvrijheid met hartelijkheid en aandacht. Op de achtergrond wijst een vrouw twee mannen de weg naar haar huis. Onder de reizigers zijn pelgrims, herkenbaar aan hoeden, kruiken, gebedskettingen en pelgrimsstaf.

Pelgrimstekens op hoeden en jassen verwijzen naar de plaatsen die zij bezochten: Santiago de Compostella (Sint-Jacobsspeld) en Rome (Petrussleutel). Het zijn loodtinnen speldjes met verschillende voorstellingen waarvan er duizenden uit de Hollandse bodem zijn gehaald. Op deze panelen lijkt de kunstenaar te benadrukken dat de ware liefdadigheid niet wortelt in het volgen van voorschriften maar in oprecht erbarmen.

Zieken bezoeken

Dit is het enige schilderij van een binnenruimte: het Heilige Geestgasthuis in Alkmaar? Gasthuizen of hospitalen waren voor de verzorging van zieken en ouderen en voor bed, bad en brood voor de armen. In het eerste bed ligt een vrouw, liefdevol bezocht door haar man, in het tweede krijgt een patiënt te drinken. Het derde bed is nog leeg maar lijkt bestemd voor de man die zich warmt bij het vuur.

Uitgenodigd om net als Jezus in hun schoenen te gaan staan

Vooraan staat een groepje mannen (waarschijnlijk de gasthuismeesters) dat pleit voor een nieuwe patiënt: Jezus. De statige vrouw die de leiding heeft, lijkt de boot af te houden. Dat verwijst naar Lucas 2:7 waar verteld wordt dat er geen plaats is voor hem.

Een gasthuis was in de middeleeuwen een instelling voor de nachtelijke opvang van daklozen. De gasten aan wie een slaapplaats werd geboden, varieerden van landlopers tot pelgrims. Later ontstonden vele vormen van gasthuizen met als belangrijkste taak de opvang van zieken en bejaarden.

Gevangenen bezoeken

Dit paneel is als een kijkdoos: op de voorgrond bezoekers voor een hek, dan een buitenruimte waar een geseling plaatsvindt, daarachter een gang en ten slotte de cellen zelf. De schilder is ook in de war geraakt door al die lagen: kijk naar de zweep van de geselaar, in het midden en centrum van de compositie.

Iedereen reageert op het geweld. Voor het hek proberen twee mannen met geld de geselaar te laten stoppen. De vrouw van de gegeselde kijkt smekend naar een andere vrouw en de medegevangene probeert weg te kruipen voor het geweld. Rechtsachter staat Jezus die weet hoe het is om zweepslagen te krijgen. Hij staat letterlijk aan de kant van de zondaars en is afgebeeld als Salvator mundi, de redder van de wereld. Het leven gaat verder en de wereld draait door, maar zonder mij.

Dat is het gevoel van een gedetineerde die in zijn eenzame cel nooit bezoek krijgt. Zijn straf lijkt daardoor nog zwaarder. Het bezoeken van gevangenen hoort thuis in de zeven werken van barmhartigheid. Het gaat om zwakkeren.

Dat is niet wat de samenleving zegt en ook niet wat de gevangene zelf zegt. Maar het zijn de marginalen, de mensen die het niet redden om zich te verhouden tot de regels.

Doden begraven

Dit is het middelste werk van de zeven schilderijen. Priesters en monniken zorgen voor het begraven van rijken én armen. Rechts de pestmeesters in het zwart met snavelmasker waarin kruiden zitten om besmettelijke dampen tegen te gaan. Een afschrikwekkend gezicht. Maar zij riskeerden wel hun leven door de zorg voor de pestlijders.

Jezus troont hier als rechtvaardige rechter op de dag van het oordeel. De kunstenaar verbindt hiermee de werken van barmhartigheid en het toekomstige oordeel. De wonden van Jezus benadrukken zijn eigen lijden, medelijden en barmhartigheid.

Henny Rouwhorst-Arends is betrokken bij de Veenkerk in Hooglanderveen-Vathorst (Amersfoort).

Deze – zeer ingekorte – tekst is verschenen als serie in De Brief van de Nederlandse Lutherse Vrouwenbond. Henny Rouwhorst maakte gebruik van een werkschrift van De Roos van Culemborg. Haar beschrijving werd steeds gevolgd door initiatieven van nu en een gedicht (o.a. liederen van René van Loenen in het Liedboek). Uitgenodigd om net als Jezus in hun schoenen te gaan staan

Tips

Vakantiegeld delen, Dag van de Vrachtwagenchauffeur
Watertappunt bij de kerk
https://clothing4u.nu
Tijdelijke opvang vreemdelingen
https://hetgastenhuis.nl/over-ons
Paasgroetenactie
Geschenkboekje Voor wie los moet laten


Midden onder u
Woord & Dienst 2024, nr. 1

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken