Zieltjes winnen? Wat is er eigenlijk tegen?’
Naar aanleiding van het synoderapport ‘Kerk 2025’ schreven Nynke Dijkstra en Sake Stoppels het boek ‘Back to Basics’. Het boek gaat over missionaire basisvragen en wil het gesprek hierover stimuleren. In het Ouderlingenblad van dit seizoen vatten de auteurs vijf hoofdstukken samen. In dit nummer is het tweede hoofdstuk aan de orde.
Al weer meer dan 20 jaar geleden deed ik onderzoek naar zogenaamde kerkelijke inloopcentra. Ze schoten in de jaren ‘90 als paddenstoelen uit de grond. Wat ik merkte tijdens het onderzoek was dat er een grote terughoudendheid was om in woorden het Evangelie te delen met bezoekers.
Wat voorop stond, was de vrijheid van de ander. Als er iets was dat men níet wilde, dan was het wel ‘zieltjes winnen’. Aan het einde van het onderzoek kwam ik tot elf denkbare bouwstenen voor inloopcentra. Een daarvan was ‘een geopende deur naar Christus’. Daarbij maakte ik heel voorzichtig ruimte voor de uitnodiging aan gasten om zich te verbinden met Jezus Christus. Hoe behoedzaam ik het ook had proberen te formuleren, er stak een storm van protest op. ‘Onderzoeker wil bekeren’, ‘het inloopcentrum als fuik’ en meer van dat soort kwalificaties kwam ik tegen.
‘Mensen opvissen’
Ik haal deze herinnering op omdat we in onze tijd op dit punt een behoorlijke kentering zien, tenminste op papier. Een kroongetuige is hier bijvoorbeeld de katholieke theoloog Erik Borgman. In zijn boek Waar blijft de kerk? schrijft hij dat Jezus zijn leerlingen tot vissers van mensen wilde maken. Die uitnodiging geldt voor hem nog altijd. Hedendaagse mensen lijden massaal schade aan hun ziel. We mogen de zielen van tijdgenoten daarom niet aan zichzelf overlaten. Borgman verwijst daarbij naar Jezus’ woorden over levend water (Johannes 4). Als dit woord waar is, zo schrijft hij, ‘dan kun je toch alleen maar alle moeite doen om dit levende en leven gevende water te delen en zo zielen te winnen!’ In het beleidsrapport ‘Kerk 2025’ van de Protestantse Kerk, lees ik dit: ‘Bij getuige zijn hoort dat mensen zonder gêne worden geworven voor de kerk. “Treed in, of treed weer in!” Het taboe hierop (“zieltjes winnen”) heeft te lang verlammend gewerkt.’
Aarzelingen of meer…
Papier is zeer gewillig, maar de praktijk is natuurlijk een ander verhaal. Zien we in de kerkelijke praktijk ook iets als een ‘wervings-revival’? Dat lijkt niet echt het geval te zijn. Wat maakt ons aarzelend of misschien zelfs allergisch voor een ‘wervende’ kerkelijke praktijk? Een veelheid aan redenen komt dan in beeld. Ik onderscheid achtereenvolgens maatschappelijke, kerkelijke en persoonlijke factoren.
Als we kijken naar maatschappelijke factoren, dan komt onze ‘vrij latende’ samenleving in beeld. We vallen elkaar niet lastig met onze levensovertuigingen. Iedereen is vrij om te geloven of niet te geloven wat hij wil. Zendingsijver wordt niet gewaardeerd. Het christelijk geloof is slechts een van de vele mogelijkheden.
Bij kerkelijke factoren speelt de teruggang van de kerk uiteraard een rol. Voortdurende krimp is bepaald niet bevorderlijk voor werving. Onbewust kunnen we het gevoel krijgen dat je in onze tijd niet meer met het Evangelie kunt aankomen. Voor ons – die er nog mee zijn opgegroeid – is het misschien nog prima, maar ‘moderne’ mensen val je er niet meer mee lastig.
Op persoonlijk niveau kan het zo zijn dat we ondanks onze kerkelijke betrokkenheid eigenlijk nauwelijks weet hebben van de vernieuwende kracht van het Evangelie. Soms zijn we ook helemaal niet gewend om ons geloof te delen, zelfs niet met geloofsgenoten. In dat geval wordt het ook wel heel lastig om met ‘buitenstaanders’ te communiceren. Het kan ook zijn dat we aan ‘wervende’ geloofscommunicatie helemaal geen behoefte hebben. We respecteren de overtuigingen en de keuzes van de ander vanuit het besef dat er meer wegen naar Rome leiden. Zo zijn er tal van redenen die ons doen aarzelen ons geloof te laten zien en het te delen. Maar toch zien we dus op dit vlak een kentering, iets als een nieuwe vrijmoedigheid.
… alleen maar moeite doen om het levende en leven gevende water te delen…
Zieltjes die zielen moeten worden…
De theoloog Van Ruler schreef al weer lang geleden dit: ‘Het gaat er in de kerk centraal om, zieltjes te winnen […] want die zieltjes moeten zielen worden.’ Zo komt werving als een boemerang bij onszelf terug: heeft mijn ‘zieltje’ in de kerk kunnen uitgroeien tot een volwassen ziel? Heeft mijn christen-zijn mij geholpen te leren leven, heeft het bijgedragen aan mijn menswording? En zouden wij in onze geloofsgemeenschap nieuwkomers kunnen helpen om hun ziel te ‘verkennen’ en in verbondenheid met Jezus Christus te groeien in mens-zijn? Elke gemeente zou dit soort vragen onder ogen moeten zien. Het Nieuwe Testament is vol van vernieuwing van de mens en gelooft er ook heilig in, maar hoe ‘vernieuwend’ is de kerkelijke gemeente eigenlijk?
Bepaalde kerkelijke gemeenten presenteren zich op spirituele beurzen. Spannende vragen dienen zich dan wel direct aan. Wat zou de kerk daar willen presenteren? Wat kan ze bijdragen aan persoonlijke ontwikkeling? Wat aan gemeenschapsvorming en wat rond maatschappelijke uitdagingen? Waarom zou ze mensen (eventueel) willen uitnodigen zich fundamenteel met Jezus Christus te verbinden? Tijdens ontmoetingen in allerlei kerkelijke gemeenten merk ik vaak dat gemeenteleden het lastig vinden antwoord te geven op deze vragen. Er is op dit punt veel verlegenheid. Dat remt natuurlijk de ruimte om mensen uit te nodigen zich te verbinden met Jezus Christus.
Het Nieuwe Testament is vol van vernieuwing – hoe vernieuwend is de kerkelijke gemeente?
Aan uitdagingen geen gebrek
Zou het Evangelie ook voor de moderne mens van nu veel, om niet te zeggen, alles kunnen betekenen? Dat is een vraag waarover we in onze kerken diepgaand in gesprek zullen moeten. Daarbij kunnen we zelf natuurlijk niet buiten schot blijven. Dat maakt het gesprek spannend, maar juist spannende gesprekken kunnen heel veel opleveren. Bijvoorbeeld de herontdekking van het goud dat in het Evangelie voor het oprapen ligt…
Gespreksvragen
• Heeft een leven in verbondenheid met Jezus Christus een meerwaarde voor u? Als dat zo is, waar zit het hem dat dan vooral in?
• Hebt u in uw leven wel eens mensen uitgenodigd kennis te maken met het christelijk geloof? Zo ja, wat dreef u daarbij? Wat waren uw ervaringen?
• Hebt u ‘bekeerlingen’ in uw gemeente? Zo ja, kent u hun biografie en hun beleving van gelovig zijn en het lid zijn van de gemeente?
• Kunt u zich voorstellen dat uw gemeente zich op een spirituele beurs presenteert? Zo ja, wat zou uw gemeente daar dan volgens u in het bijzonder naar voren moeten brengen?
Dr. S. Stoppels is docent praktische theologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en beleidsmedewerker binnen de Dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk. Hij is tevens lid van de redactie van Ouderlingenblad.