Aanraken in het pastorale contact, ja!!

Had u voor de coronatijd wel eens van ‘huidhonger’ gehoord? Wat doet fysiek contact, dat het zo onmisbaar maakt? Philip Troost schreef zijn boek Raak me aan – naar een cultuur van aanraken. De redactie van Ouderlingenblad heeft hem gevraagd voor onze lezers zijn thema, de kern van zijn boodschap toe te lichten.
Pastoraat gaat over het bedienen van Gods liefde en nabijheid. Daarbij is de fysieke aanwezigheid van de pastor van wezenlijk belang. Soms kan het niet anders dan online, maar de meeste mensen voelen dan wel dat er iets mist. Het is toch meer op afstand. De mens is een lichamelijk wezen. Ook in het dagelijks leven is het herkenbaar dat bij contact van hart tot hart er lichamelijke uitdrukkingsvormen zijn die gaan meedoen. Naarmate je meer voelt voor elkaar, meer verbonden bent, zal een handdruk steviger zijn, leg je als vanzelf even een hand op iemands schouder of zou het onnatuurlijk aanvoelen als je niet even zou huggen. Tegelijk wordt deze natuurlijke eenheid van hart en lijf uit elkaar gehaald, wanneer we nadenken over de vormgeving van het pastoraat.
Deze huiver voor fysiek contact in de pastorale relatie is zeer begrijpelijk. De misbruikverhalen en de grensoverschrijdende situaties die steeds weer aan het licht komen, zijn werkelijk ten hemel schreiend. Je moet als pastor wel heel veel beheer hebben over je gevoelens en grenzen in het contact, om op een veilige manier in fysieke nabijheid te kunnen werken. Voor de hand liggend om dan maar helemaal af te zien van elke vorm van lichamelijk contact, om de risico’s zo klein mogelijk te houden. Vanwege deze veiligheidsoverwegingen zou ik hard voorstander zijn van dit taboe op fysieke nabijheid en aanraking binnen de pastorale relatie. Maar dan zou ik voorbijgaan aan die natuurlijke eenheid van lijf en hart, die God in de schepping legt en daarmee als instrument aanreikt om zijn liefde en nabijheid aan elkaar door te geven.
De huiver voor fysiek contact in de pastorale relatie is zeer begrijpelijk
Van hart tot hart
Als ik op zoek ga naar een weg om aanraking weer mee te laten doen in het pastoraat zonder daarbij de veiligheidsrisico’s uit het oog te verliezen, moet ik wel eerst overtuigd zijn dat fysiek contact iets wezenlijks toevoegt. Nu heeft psychologisch onderzoek aangetoond dat fysieke aanraking een innerlijke aanraking geeft. Wanneer fysieke aanraking gebeurt vanuit een liefdevol hart, zorgvuldig en fijngevoelig afgestemd, bevestigt het iemands bestaan, identiteit en eigenheid op een manier en met een impact die vele malen krachtiger is dan duizend woorden. Vanuit de hechtingspsychologie weten we dan ook dat worden aangeraakt en vastgehouden basaal is voor geruststelling in de diepte van onze ziel, dat we er mogen zijn, dat we veilig zijn en geborgen.
En dat is ook precies de taal van het geloof: dat God mijn houvast is, dat ik als geliefd kind van God rust vind bij hem. Die hand van de pastor in mijn rug, die schouder waarop ik mijn hoofd even mag neerleggen, die armen om me heen, het laat me weten, niet alleen in mijn hoofd maar ook in mijn gevoel, dat ik geliefd ben, welkom, niet alleen. De pastor die hoopt dat zijn of haar goede woorden van God ook in de diepte landen bij de pastorant, laat een van de meest krachtige instrumenten die God geeft liggen, wanneer zhij fysiek op afstand blijft uit angst voor de risico’s.
Ken jezelf
Ondertussen zijn die risico’s wel degelijk reëel. Het grootste risico van onveiligheid is wel de pastor die zich verbeeldt dat de ander van hem of haar niets te vrezen heeft. Misschien omdat zhij consequent afstand bewaart, of omdat zhij ervan overtuigd is altijd respectvol met andermans grenzen om te gaan of omdat zhij gruwt van al die misbruikverhalen. Wie zichzelf op een moreel hoger level plaatst dan een ander, die wordt pas echt gevaarlijk. Want die heeft het niet meer nodig zichzelf te onderzoeken en wantrouwen. Die hoeft geen aandacht te geven aan de subtiele signalen die er al kunnen zijn ver voordat het tot daadwerkelijke grensoverschrijding komt. En als je bedenkt dat de meesten van ons schade hebben opgelopen als het gaat om fijngevoelig grenscontact, dan geldt dat evengoed voor pastores.
De fysieke aanraking – liefdevol, zorgvuldig en fijngevoelig – bevestigt iemands bestaan
Mens zijn is per definitie onveilig zijn voor een ander. Al je goede bedoelingen en zuivere intenties zijn vermengd met minder zuivere drijfveren. Je hebt je blinde vlekken in je zelfbeeld. Je gevoelige snaren hoeven maar getriggerd te worden om met je aan de haal te gaan. Helemaal als je je verschuilt achter en beroept op je professionaliteit, wordt het link.
Je blijft een mens van vlees en bloed, en als je graag mensen wilt begeleiden, die in hun kwetsbaarheid gemakkelijk afhankelijk van je zijn, heb je bereid te zijn jezelf blijvend te onderzoeken op het risico dat je bent voor je omgeving. Ken ik mijn behoeften en ook die waarin ik tekortgekomen ben in mijn leven? En hoe speelt dat nu nog een rol bij me? Ken ik de valkuilen van mijn karakter? Hoe ga ik om met grenzen? Waar ben ik gevoelig voor en wat maakt me kwetsbaar? Deze permanente zelfreflectie is een eerste en noodzakelijke stap om aanraking in het pastoraat mogelijk te maken.
Misverstand
Behalve de inbeelding van eigen veiligheid door de pastor zelf is een andere risicofactor het misverstand over veiligheid in het algemeen, namelijk het gangbare idee dat je het veilig houdt door afstand te bewaren. Afstand houden geeft veiligheid als er brand is of in een safaripark met wilde dieren, maar in het intermenselijk contact werkt het precies andersom: afstand maakt het juist onveilig. Op afstand moet je raden naar elkaar, kun je niet goed voelen wat je aan de ander hebt, zit je vast in je vooroordelen, ga je fantaseren over de ander. Juist door je te openen en dichterbij te komen, wordt het veiliger.
Ook dit zijn geen aannames maar psychologisch geconstateerde fenomenen. En ja, als het lichamelijke daarin meedoet, wordt het ook risicovoller wat betreft grensoverschrijding. Toch zullen we dat risico moeten nemen omwille van de verbinding met de ander. Een grens heeft immers niet alleen een bewakingsfunctie, maar ook een ontmoetingsfunctie. In plaats van risicovermijding, wat we dan professionele distantie noemen om te verhullen dat we ons door angst laten leiden, kunnen we beter inzetten op risicobeheer: Hoe kunnen we nabijkomen, het risico nemen dus, en het tegelijk veilig houden? Professionele nabijheid dus.
Het is logisch en nuttig dat het thema ‘aanraking’ binnen een pastoraal team regelmatig op de agenda staat
Op de agenda
De erkenning dat geen enkele pastor per definitie veilig is, gewoon omdat we mensen zijn, maakt het logisch en nodig dat het thema ‘aanraking’ binnen een pastoraal team regelmatig op de agenda staat van het werkoverleg. Niet om het als een onderwerp te bespreken, maar om je erop te laten aanspreken. Wat kom je in het contact met pastoranten nou tegen als het gaat om fysieke nabijheid en aanraking? Bij jezelf en bij de pastorant.
Als we het erover eens zijn dat aanraking een belangrijk pastoraal instrument is, wat is er dan nodig om dit mogelijk en veilig te maken? In mijn boek Raak me aan (Utrecht 2020) noem ik vijf voorwaarden voor veilige aanraking uit een onderzoek uit 2012 naar fysiek contact in de therapeutische werkrelatie. Deze ‘cirkel van vijf’ is ook toepasbaar op het pastoraat: 1. Zelfkennis en -beheer bij de pastor, 2. Zorgvuldige afstemming in het fysieke contact, 3. Echtheid van de pastor (i.p.v. rolgedrag), 4. Instemming door de pastorant en 5. Intercollegiale bespreekbaarheid.
Ik heb hier niet de ruimte om dit uit te werken, maar duidelijk zal zijn dat met deze voorwaarden de veiligheid niet wordt gezocht in formele regels en afspraken, die overigens nuttig en nodig zijn, maar primair in aanspreekbaarheid en transparantie. De mogelijkheid en veiligheid van fysiek contact in het pastoraat staat of valt met de vaardigheid van de pastor om heel zorgvuldig aan te voelen wat wel en wat niet kan en de bereidheid hierop aanspreekbaar te zijn. Deze precisie in fijngevoeligheid is te leren, maar daar moet je dan wel werk van willen maken als pastoraal team. Op de agenda dus.
Intuïtie
Mocht je aan het eind van dit artikel hopen op een lijstje ‘Do’s en Don’ts’, wanneer wel/niet aanraken en hoe dan, dan moet ik je teleurstellen. Het is niet onder formule te brengen. De één loopt risico op grensoverschrijding omdat zhij niet assertief genoeg is, een ander omdat zhij erg in het hoofd leeft en de grenzen niet eens aanvoelt. Een derde is kwetsbaar doordat zhij als kind veel aandacht tekortgekomen is. Ieder mens, zowel de pastor als de pastorant heeft een eigen gebruiksaanwijzing. Ieder met eigen gevoeligheden, valkuilen en uitdagingen.
De veiligheid wordt primair gezocht in aanspreekbaarheid en transparantie
Liever dan te zoeken naar lijstjes en formules, kunnen pastores leren hun eigen gevoelswereld en lichamelijke reacties tijdens het pastorale contact waar te nemen. Daar attent op te zijn en er iets mee te doen. Dat kan betekenen dat je meer afstand moet nemen van een bepaalde pastorant. Omdat wat je voelt en wilt met die ander niks te maken heeft met je taak op dat moment, maar gaat over jouw behoeftes en gevoeligheden. Het kan ook betekenen, dat je dat wat jij aanvoelt en de beweging die je lichaam wil maken richting de pastorant, juist wél volgt, omdat het dienend is voor de ander. Omdat je de boodschap die je aan het communiceren bent, bijvoorbeeld dat God erbij is, of dat God je vasthoudt etc., kunt bevestigen en versterken door het ook voelbaar te maken in fysiek contact van mens tot mens.
Dat kan dus alleen als je lijf en je hart bij elkaar blijven. Wanneer je vooraf aan een pastoraal bezoek eerst weer je innerlijke houding zuivert en je hart opzoekt, en je jezelf beschikbaar stelt als instrument van Gods liefde, dan mag je ook op een natuurlijke manier op je intuïtie vertrouwen, wanneer je wel en wanneer je niet moet aanraken in het pastorale contact. Maar die intuïtie is natuurlijk niet betrouwbaar als je niet bereid bent je eigen onveiligheid onder ogen te zien. En je geen beheer hebt geleerd over de gevoeligheden, die er in jouw eigen leven zijn rond behoeften en grenzen. In dat geval kun je beter je pastorale werk opschorten om eerst ergens hulp en begeleiding te zoeken. Niet om een veilig mens te worden, want die bestaan niet, maar om een mens te worden die zijn of haar onveiligheid voor een ander op een volwassen manier erkent en in beheer heeft. Dat zijn pastors die in een harde en harteloze wereld een verschil kunnen maken, omdat ze werkelijk weten te raken.
Philip Troost werkt als docent, therapeut en trainer bij Spectrum in Hattem. Zie: www.Spectrum13.nl
Raak me aan
Philip Troost, Raak me aan. Naar een cultuur van aanraken, KokBoekencentrum, Utrecht 2020, 94 blz.