Alles wat adem heeft … roept tot de Here
Student in zicht

Het onderwerp van de scriptie van Rianne Bogerd is het lijden van de schepping en de liturgie. Kunnen die samen gedacht worden?
Door klimaatverandering lijdt de natuur onder de gevolgen van de steeds extremere weersomstandigheden. Wat doen we met de ecologische crisis wanneer we in de kerkdienst samenkomen in woord en gebed en het aangezicht van onze Schepper zoeken?
Onlangs luisterde ik in een kerkdienst naar het lied ‘Look at the World’ van John Rutter. Twee dingen waar ik van geniet komen daarin samen, namelijk goede muziek en natuur. Het lied bezingt de prachtige beelden die te vinden zijn in Gods schepping. Het nodigt ons uit om dankbaar te kijken naar de wereld om ons heen. God heeft zoveel moois gemaakt waar wij van kunnen genieten: gras dat wuift in de lentebries en het klateren van een heldere beek. Helaas zien we daar steeds minder van door de gevolgen van de ecologische crisis. In plaats daarvan zien we op het nieuws beelden van bosbranden of de ravages achtergebleven na overstromingen.
Lijdende schepping
Als predikant in opleiding ga ik regelmatig voor in verschillende gemeentes. Tijdens de voorbereiding op deze diensten stel ik mezelf steeds de vraag hoe de dingen die we in de wereld om ons heen zien gebeuren, een plek kunnen krijgen in de kerkdienst. Want moeten we niet ook iets met alle narigheid die we in de wereld zien?
Mens en schepping zullen samen gered worden
In mijn scriptie heb ik nagedacht over de vraag hoe het lijden van de schepping een plaats kan krijgen in de liturgie. Daarbij heb ik me in het bijzonder gefocust op het kyrie en gloria. Hier wil ik ingaan op drie elementen uit mijn scriptie die laten zien wat dit onderzoek mij heeft gebracht.
Mijn scriptie ligt op het snijvlak van ecotheologie en liturgiewetenschap. Op het eerste gezicht lijkt dat misschien niet de meest voor de hand liggende combinatie. Tijdens het onderzoek werd echter al snel duidelijk dat liturgie en de schepping elkaar op allerlei manieren kunnen raken.
Lofzang
In een aantal psalmen wordt bijvoorbeeld beschreven hoe de schepping God kan prijzen. In de oosterse orthodoxie wordt dat ‘de universele lofzang’ genoemd. In de kerkdienst voegen mensen zich, naar het voorbeeld van de hele schepping, bij de lofzang die al gaande is.
In mijn scriptie heb ik een aantal liederen uit het Liedboek. Zingen en bidden in huis en kerk (2013) geanalyseerd om een beeld te krijgen van de verwevenheid van schepping en liturgie in Nederland. In het lied ‘Gezegend die de wereld schept’ (NLB 984) prijst de mens God als schepper. Bijzonder is bijvoorbeeld dat in het lied ‘Gij werken des Heren, zegen de Here’ (NLB 154a) heel de schepping betrokken is bij de liturgie. Niet alleen de mens prijst God, maar heel de schepping wordt opgeroepen om God te prijzen.

Kyrie en gloria
De gebedsroep ‘Kyrie eleison’ (Heer ontferm U) is sinds de vroege kerk onderdeel van de liturgie. In het kyriegebed roepen we Christus aan om recht, medelijden, hulp of genade vanwege de nood in de wereld. Het is een noodkreet en nadrukkelijk niet alleen voor onszelf, maar voor de wereldwijde nood. We brengen het lijden van de hele schepping bij God. Dit mogen we doen in het vertrouwen dat God heel zijn schepping liefheeft en zich daarover wil ontfermen.
Gods liefde voor de schepping gaat volgens de Duitse theoloog Jürgen Moltmann zo ver dat God meelijdt met het lijden van de schepping. Moltmann stelt bovendien dat Christus’ verlossingswerk heel de schepping zal verlossen, dat wil zeggen dat de mens niet uit de schepping wordt gered, maar dat mens en schepping samen gered zullen worden.
Gods ontfermende liefde voor heel de schepping maakt dat we erop kunnen vertrouwen dat God heel de schepping wil naderen met hulp, troost, recht en medelijden. Na het kyriegebed volgt het gloria, waarin God geprezen wordt voor zijn barmhartigheid.
Lam Gods
Ten slotte neem ik uit dit onderzoek mee dat er in de liturgie, naast aanbidding en schoonheid, ook ruimte mag zijn voor de rauwe kant van het leven. We hoeven in de kerkdienst niet altijd mooi weer te spelen.
Zo duidelijk is de grens niet tussen onze liturgie en de schepping
In de liturgie staat Christus centraal. Hij is het Lam van God, verhoogd maar ook vernederd. Dat paradoxale in Christus als Lam dat geleden heeft en is opgestaan, kleurt ook het karakter van de liturgie. In de liturgie mag het tegelijkertijd gaan over de heerlijkheid van God, maar ook over lijden, kwetsbaarheid en pijn.
Als er in de liturgie ruimte ontstaat voor dat lijden, blijft dit vervolgens niet in de lucht hangen. Door gebed en lied brengen we die kwetsbaarheid en pijn bij God die zich, zoals we al gezien hebben, wil ontfermen.
Nieuwe ogen
Ik hoop te werken, te vieren, in een kerk die oog heeft voor de wereld om ons heen. Aan de ene kant mogen we ons laten inspireren en gevuld worden met dankbaarheid voor de schoonheid en het goede in de schepping. Tegelijkertijd mag er in de kerkdienst ook ruimte en aandacht zijn voor de ellende die we zien in de wereld. Al die narigheid brengen we in de kerkdienst bij God, die we leren kennen als liefdevol en vol van ontferming.
Kijken naar de wereld om ons heen betekent voor mij ook oog hebben voor mijn naasten en hun nood. Hopelijk worden we in de kerkdienst geïnspireerd om de week in te gaan en met nieuwe ogen naar de medemens en naar de schepping te kijken. Misschien ontdekken we, als we naar een fluitende vogel kijken, dat de grens tussen ‘onze’ liturgie en de schepping niet zo duidelijk is.
Rianne Bogerd-Looijen is predikant in opleiding en woont in Veenendaal.
John Rutter, ‘Look at the World’