Menu

Basis

Een hele grote speler

Nederlanders speelden een belangrijke rol in de slavenhandel. En in de koloniën heerste slavernij. Zo kwam een groot deel van de rijkdom die vanaf de Gouden Eeuw werd opgebouwd, tot stand op grond van het verhandelen en uitbuiten van tot slaaf gemaakten. Dat verleden werkt door tot op vandaag. Ook daarom is het van belang om hier weet van te hebben. Hieronder in grote lijnen iets meer over het Nederlandse slavernijverleden.

150 of 160 jaar afschaffing van de slavernij?

Op 1 juli 2023 gedenken en vieren we Keti Koti (‘ketenen gebroken’). Het is dan 160 jaar geleden dat de slavernij bij Nederlandse wet werd afgeschaft. Toen werd de Emancipatiewet getekend waarna ruim 45.000 tot slaaf gemaakten in Suriname en op de Nederlandse Antillen vrij kwamen. Maar een groot deel moest nog 10 jaar lang onder staatstoezicht op de plantages blijven werken. De plantagehouders kregen 300 gulden per vrijgelaten slaaf, terwijl er in de mensonwaardige situatie van de vrijgelatenen bar weinig veranderde. Vandaar dat 1873 gezien wordt als jaar van de echte bevrijding, nu 150 jaar geleden.

Opstand op de Amistad Johan Warner Barber 1840
Wikimedia Commons

Gouden Eeuw

De 17e eeuw is de Nederlandse geschiedenisboeken ingegaan als de Gouden Eeuw. Europese landen als Engeland, Portugal en Spanje voeren over de wereldzeeën om handel te drijven in onder andere specerijen, kruiden, thee, tabak en goud. Er werden handelsposten en forten gebouwd van waaruit samengewerkt werd met de ‘nieuwe’ landen. Maar geregeld werden ook oorlogen gevoerd en gehele gebieden gekolonialiseerd waarbij de bevolking werd onderdrukt en uitgebuit. Nederland werd een hele grote speler op het toneel van de wereldhandel met de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en de West-Indische Compagnie (WIC). Een Gouden Eeuw voor Nederland, maar niet voor de overzeese gebieden.

Trans-Atlantische driehoekshandel

Met de kolonisatie van nieuwe landen groeide de vraag naar goedkope arbeidskrachten, zoals voor het werk op de plantages in Noorden Zuid-Amerika. Zo ontstond de Trans-Atlantische driehoekshandel. Schepen uit Nederland voeren beladen met alcohol, vuurwapens, textiel en ijzer naar de forten van West-Afrika om daar hun goederen te verruilen voor mannen, vrouwen en kinderen uit de binnenlanden. Deze tot slaaf gemaakten werden als vee verscheept naar Amerika. De schepen werden daar vervolgens beladen met luxe goederen als tabak en suiker om weer naar Nederland te varen.

Transatlantisch slavenschip getekend door Francis Maynell in 1845
Transatlantisch slavenschip getekend door Francis Maynell in 1845

Slavenschepen

Toen ik voor de eerste keer in Ghana was met een groep jongeren uit mijn gemeente bezochten we ook Fort Elmina (‘De mijn’). Deze voormalige Portugese handelspost was in 1637 door de Nederlanders overgenomen en werd het hoofdkwartier van de Nederlandse slavenhandel. Een jonge Ghanese gids leidde ons rond en vertelde over de aantallen en de gruwelen, over de duistere kerkers die overvol waren, over de vrouwen die op de binnenplaatsen bekeken en gekeurd werden door de machthebbers, om vervolgens misbruikt te worden.

Wie de gevangenschap overleefde, werd door een kleine uitgang, de zogeheten ‘door of no return’, de schepen op geduwd om inderdaad nooit terug te keren. De overtocht duurde maanden. Honderden tot slaaf gemaakten werden in het ruim van het schip gepropt. Natuurlijk braken er ziekten uit. Eén op de acht overleefde de overvaart niet. Ter voorbereiding had ik met mijn jongeren de film ‘Amistad’ (uit 1997) bekeken over een gebeurtenis in 1839 waarin Afrikanen op zee hun slavenhouders overmeesteren en het schip overnemen. De film geeft een indringend beeld van de onmenselijke situatie aan boord van een slavenschip. Te indringend voor sommige van mijn jongeren.

Wisselbrief collectie Rijksmuseum, Amsterdam

Slavernij

Maar is het niet vreemd dat Afrikanen hun eigen mensen verhandelden? De jonge gids van Fort Elmina begreep de vraag en gaf uitleg. Slavernij is van alle tijden. In de Bijbel lezen we over slavernij. We weten dat er in de Griekse en Romeinse tijd volop slaven waren. Als in Afrika een stam een andere stam overwon, werden de verliezers tot slaaf gemaakt. Maar, zo vertelde de gids, in al deze voorbeelden bleven de tot slaaf gemaakten mensen, hadden ze rechten en konden ze ook weer vrij mens worden. De Europese Trans-Atlantische slavenhandel verschilde daarvan op een belangrijk punt: de tot slaaf gemaakten werden niet meer gezien als mensen, maar hooguit als een hogere diersoort.

Of zijn analyse daadwerkelijk klopt, weet ik niet, maar duidelijk is wel dat de tot slaaf gemaakten nooit als mensen zijn behandeld. Tien jaar moeten doorwerken na de Emancipatiewet onder dezelfde vreselijke omstandigheden, laat zien hoe zij in de ogen van slavenhouders en overheid niet meer waren dan een vervangbaar product.

Getallen

Spanje schafte de slavernij (behalve op Cuba) af in 1811, Engeland in 1833, Frankrijk in 1848 en Portugal in 1858. Nederland deed dat officieel op 1 juli 1863, maar eigenlijk pas in 1873. De getallen van de Trans-Atlantische slavenhandel zijn schokkend. Nederland heeft naar schatting 600.000 Afrikanen verhandeld. Portugal bijna het tienvoudige. In totaal gaat het om 12 miljoen mannen, vrouwen en kinderen. Het zijn getallen die je rillingen kunnen bezorgen, maar ook zo groot zijn dat ze je niet meer lijken te raken. Een persoonlijk verhaal zegt dan vaak meer, en kan je vertellen hoe een geschiedenis doorwerkt. En dat helpt weer om samen een nieuwe toekomst aan te gaan.

Harold Schorren is predikant van de wijkgemeente Laurenspastoraat, city pastor van Rotterdam, en redactielid van Open Deur.


Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken