Menu

Basis

Hoe scheppen wij een inclusieve kerk?

Kan dat wel: inclusief kerk zijn of is het een illusie?

Een ervaringsdeskundige vertelt… over de kudde, en binnen- en buitensluiten…

Een aantal jaren geleden solliciteerde ik als kerkelijk werker in een PKN gemeente ergens in Nederland. De vacaturetekst ademende inclusiviteit uit. Ik dacht meteen: dit is een gemeente waar ik graag werkzaam zou willen zijn. Tegelijkertijd: handig naast mijn masterstudie theologie om werkervaring op te doen. Ik werd uitgenodigd en tijdens het sollicitatiegesprek werd mij verteld dat zij een open kerkgemeenschap waren, die handen en voeten wilde geven aan de blijde boodschap van Jezus Christus en dat iedereen bij hen welkom was.

Echter, toen ik tijdens het sollicitatiegesprek vertelde dat ik getrouwd ben met een man, werd het doodstil. De minuten leken wel uren. Totdat iemand van de commissie de stilte doorbrak en schreeuwde: ‘Hierover hebben wij het als kerk met elkaar nog nooit gehad!’ Vervolgens zei hij: ‘We hadden niet verwacht dat u homo was, hoe is dat nu?!’ Verdwaasd keek ik zowel de man als de sollicitatiecommissie aan en het zweet brak mij uit. Ik dacht: waar ben ik beland, dit is echt awkward!

Uiteraard ontving ik een telefoontje dat ik niet aangenomen kon worden vanwege mijn homoseksuele relatie. Hoezo ‘iedereen welkom en inclusief’, het bleken loze worden te zijn. Op zo’n moment kom je toch van een koude kerkmis thuis en dreig je af te haken. In mijn gesprekken met God vroeg ik mij dan ook vaak af: ‘Heer, bij u voel ik mijzelf totaal geaccepteerd en oké! Alleen, Heer, hoe veilig ben ik bij mijn broeders en zusters in het geloof?’

Hoe veilig ben ik bij mijn broeders en zusters in het geloof?

Hoe inclusief zijn wij als kerk, is het haalbaar? Het bizarre is, hoe langer ik erover nadenk, hoe meer het lijkt niet zo te zijn. Terwijl wij allemaal één in Christus zijn. De werkelijkheid is echter exclusiviteit. Je moet aan een bepaalde norm voldoen, wil je bij een bepaald kerkgenootschap kunnen behoren. Daar mogen wij wel eens over gaan nadenken en daar dan iets van vinden. Is het niet veel belangrijker wat Jezus Christus van ons vindt dan wat mensen van elkaar vinden? Wie bepaalt nu eigenlijk wie tot de kudde van Christus behoren? Is dat de Herder of zijn dat sommige schapen in de kudde? Deze discussie en het elkaar de maat nemen leidt af van waar het in de kern in de kerk over hoort te gaan. Dat is het evangelie van Christus en Zijn gelovigen. En wie die gelovigen zijn, daar horen wij niet over te oordelen.

Ik werd vroeger altijd een beetje geïrriteerd als iemand tegen mij zei: Ik heb jou als zondaar lief, maar haat de zonde die je doet. Volgens mij heeft iedereen dit zinnetje ooit wel eens gehoord. Alleen, dat is niet wat Jezus tegen ons zegt. Hij heeft nooit gezegd dat jij en ik de zondaar lief moeten hebben en zijn of haar zonden moeten haten. Nee, Jezus zegt: ‘Heb de zondaar lief, en haat je eigen zonde.’

En om nog iets duidelijker te zijn, zegt Jezus: ‘U zult de Heere uw God liefhebben met heel je hart, met heel je ziel en met heel je verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: Je zult je naaste liefhebben als jezelf. Aan deze twee geboden hangt heel de Wet en de Profeten’. (Matteüs 22:37-40) Ik geloof dat enkel en alleen in het licht van het evangelie van Jezus Christus wij worden bevrijd van oordeel en in staat zijn door Gods Geest een inclusieve cultuur te scheppen in de kerk. Die openstaat voor iedereen, waar iedereen welkom is en zich veilig kan voelen bij de kinderen van God. 

Alexander Noordijk is werkzaam als gemeentepredikant in de Protestantse Gemeente Monnickendam.


Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken