Menu

Basis

In de storm

Er kan zomaar een wervelstorm opsteken in je leven – je wordt getroffen door een herseninfarct, je krijgt een ongeluk, je komt in een politiecel terecht… Wat doet dat met je? Wat helpt je dan verder? Drie persoonlijke verhalen.

Je hoofd tolt als een gek

Je kunt niemand bellen hè? Je wordt zo van de straat afgepikt en je spreekt daarna alleen nog maar politie, de rechter-commissaris en je advocaat. Mijn vrouw wist niet eens waar ik was. Ik had mijn medicijnen niet bij me; ik ben diabeet. Het is de wereld op z’n kop, niets is meer wat het lijkt. Er is alleen maar onzekerheid, stress, zwijgen, ongeloof en een rollercoaster aan ontwikkelingen die elkaar opvolgen.

Je komt in een heel andere wereld terecht; niemand is te vertrouwen. De wouten niet, de bewaarders niet. Zelfs van je eigen familie weet je niet of ze je laten vallen of dat ze het voor je opnemen.

Je celdeur gaat achter je dicht. Als hij opengaat, zie je een gezicht, je hoort een vreemde stem. Iemand die zich voorstelt. Wat moet ik met jou? Wat wil je van me? Wat vraag je eigenlijk? Ik zeg niets. Je hoofd tolt dag en nacht in de politiecel. Wat moet ik zeggen? Wat voor me houden? Welke advocaat is goed voor me? Wat hebben ze precies aan bewijs tegen mij? Weten ze alles al of kan ik er nog onderuit komen?

Dat je de cel niet uit kunt, is niet het ergste. Dat je hoofd rondtolt als een gek en je gedachten niet stilgezet kunnen worden. Tot het je duizelt. Dat is pas erg.

Weer gaat de deur open.

Wie nu weer? Gek word je ervan. De een na de ander. Politie. Advocaat. Bewaarders. Geen slaap. Kan niet slapen. Het stormt in mijn hoofd en die storm gaat voorlopig niet liggen.

Toni

Duncan en Storm

Mijn man Martin en ik kochten tien jaar geleden twee paarden: Duncan en Storm. Als het maar even kon gingen we rijden. Natuurlijk wisten we dat paardrijden risico’s met zich meebrengt. Eén keer sloeg het paard waar onze dochter op reed op hol, gelukkig kwam ze er goed vanaf. Zelf ben ik ook weleens gevallen en heb me ernstig bezeerd. Toch reden we na de ergste schrik weer verder.

Tot het van de zomer helemaal mis ging. We reden met de kar op de hei. Plotseling begonnen de paarden te rennen en raakten we uit balans. Martin werd van de wagen af geslingerd, ik viel ook, mijn voet raakte vast in de leidsels. Terwijl ik voor mijn gevoel in een soort vertraging terecht kwam, kon ik in alle hectiek heel doelgericht mijn voet losmaken. Daarna werd het doodstil. Nog nooit heb ik me zo intens angstig gevoeld als op dat moment. Angst om mijn man, om mezelf, om de paarden en om hoe dit af zou lopen. Geen paniek maar diepe angst. Ik hoorde Martin om mij roepen.

Ontzettend lieve mensen hebben ons daarna geholpen. De politie en de ambulance werden gebeld, de vrijwillige brandweer kwam, en bracht onze paarden naar de wei. Vreemden hebben zich echt over ons ontfermd. Martin had zijn hoofd bezeerd en moest een nacht naar het ziekenhuis. Bont en blauw waren we, maar wat was de opluchting groot dat we dit overleefd hadden. Het bracht ons weer zo dicht bij elkaar!

Voor ons was dit het moment om te stoppen met de paarden. Hoe verdrietig het ook is: het risico dat dit nog eens gebeurt willen we niet meer nemen.

Mariska en Martin de Haas

Net als mijn vader

Jarenlang bezocht ik mijn vader, die na een ernstig herseninfarct in het verpleeghuis woonde. Het was een zware tijd. Mijn vader die altijd actief was, die zo van pianospelen hield, was ineens gebonden aan een rolstoel en kon zijn linkerkant niet meer gebruiken. Het was een heel proces om daarmee om te leren gaan.

Uiteindelijk is het hem gelukt om toch nog de mooie dingen van het leven te zien. Hij ging met plezier naar de kerkdiensten en de bijbelkring in het huis en ontdekte een nieuwe hobby: schilderen. Ik heb hem daar echt om bewonderd. Vorig jaar, tien jaar na zijn overlijden, werd ik zelf getroffen door een herseninfarct. Ik kwam in hetzelfde verpleeghuis terecht. Er waren personeelsleden die mijn vader nog hadden gekend, zij zagen hem weer terug in mij. Ik was totaal overvallen, ik was nog zo’n stuk jonger! Kon ik net zo dapper zijn?

Het duurde niet lang of ik ervoer eenzelfde kracht als hij. Dat had te maken met mijn geloof. Ik wist heel diep vanbinnen dat ik niet alleen was en dat ik gedragen werd. Dat gaf mij zoveel moed en vertrouwen. Het lukte me om mijn uiterste best te doen bij de revalidatie en positief te blijven. En wat een geluk: ik kon lopend achter de rollator het verpleeghuis verlaten. Ik ben nog niet de oude maar ben ontzettend blij dat ik weer thuis woon en kan genieten van kleine dingen. Inmiddels pas ik weer op de kleinkinderen. Wat is het een geschenk dat ik ze zie opgroeien.

Nicolette Pera


Storm
Open Deur 2023, nr. 2

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken