Menu

Basis

Wachten op droog land

In 2021 spoelt een verwoestende waterstroom Valkenburg in. Ruim 600 huishoudens, twee woonzorgcentra, een hospice, twee kerken en talloze horecazaken worden getroffen – en daarmee de hele gemeenschap. Een verhaal over machteloosheid en empathie.

Pastoor Herman Janssen is 87 jaar en al 40 jaar pastoor in Valkenburg. Tijdens de watersnood werd de grond letterlijk onder zijn voeten weggevaagd toen het water in de kerk van de Heilige Nicolaas tot 1.20 meter steeg.

Pastoor Janssen, fijn dat ik u hier in de pastorie mag ontmoeten. Wilt u iets vertellen over de eerste uren van de watersnood?

Op woensdag 13 juli viel er heel veel regen in de Voerstreek en het Geuldal. ’s Avonds voelde ik dat het niet goed ging. Op het laagste punt van Valkenburg is een brug en het water steeg zo hard dat die brug als het ware een muur werd.

Angstig ging ik naar de kerk. Het water kwam via de vier deuren naar binnen en steeg ook van onder de vloer omhoog. Mensen hebben uit zichzelf geholpen om alles in de kerk omhoog te zetten. Waren we een kwartier later geweest, dan was alles verloren geweest. Rond 23.00 uur hebben de vrijwilligers me naar buiten moeten dragen. In de pastorie stond het water ook al hoog. Mijn auto was al zowat verdronken.

De nacht duurde ontzettend lang. In de ochtend kwam de brandweer met een schovel om mensen te evacueren. Ik wilde eigenlijk niet weg, maar de brandweer zei: ‘Straks komt u helemaal niet meer weg.’ Dus ik pakte een tasje met wat spullen, een scheerapparaat, mijn medicijnen en wat ondergoed. De herinnering aan de oorlog, toen ik met mijn ouders moest evacueren, kwam direct naar boven. Toen ik daar op die schovel stond met mijn tasje realiseerde ik me: ik ben één van de velen. 700 mensen werden in die nacht getroffen door de overstroming.

U besefte dat de hele gemeenschap getroffen was. Wat riep dat bij u op?

Ik voelde machteloosheid: ik wilde helpen, maar ik kon niet helpen. Ik kon er alleen maar zijn. Tegelijk was ik onderdeel van de gemeenschap: één van de velen en één met de mensen. In de nadagen van de ramp gaven de mensen elkaar troost. ‘Ik hoef het je niet te vertellen, want we hebben allemaal hetzelfde meegemaakt.’ Er is een gemeenschappelijk verhaal ontstaan. Je kunt het gewoon niet alleen.

De machteloosheid kwam nog op een andere manier tot uitdrukking. Daarvoor wil ik het verhaal van Noach aanhalen, die een ark bouwde om de mensen te redden van de watersnood. Wat mij vooral raakt in dat verhaal is het ongeduld van Noach: het wachten op droog land. Dat ongeduld, dat wachten op herstel, op droog land, is voelbaar bij alle mensen die getroffen zijn.

Heeft de ramp mensen in beweging gebracht naar elkaar toe?

Jazeker. Na de ramp hebben zo’n zestig mensen – parochianen, vrijwilligers en toeristen – geholpen om de kerk op te ruimen.

Het gevoel dat je het niet alleen hoeft op te knappen, was prachtig. Ik sprak toen wel van de ‘wonderbare lunchpakkettenvermenigvuldiging’: de niet geraakte horecazaken gaven gratis lunchpakketten voor die zestig mensen. Een hotellier bood ze een driegangenmenu aan.

Als parochie kregen we ook steun vanuit de protestantse kerk. De dominee kwam me opzoeken en zei: ‘Herman, als je zondag de dienst wil laten doorgaan dan kun je onze kerk gebruiken.’ Dat was geweldig! Ons koor repeteert nu nog in de protestantse kerk.

Er was zoveel gemeenschapsgevoel. Ook de burgemeester zei: ‘We moeten het samen opknappen.’ Hij heeft op vele fronten geholpen en zich hard gemaakt voor de getroffenen, ook naar Den Haag toe.

Dat brengt mij op de vraag naar het herstel. Hoe verloopt dat, materieel en psychologisch?

Materieel herstel is moeilijk vanwege de levertijd van de producten. Ook de financiering is een zorg. Gelukkig zijn er vanuit verschillende hoeken giften gekomen en ook vanuit overheid kwam een bedrag.

Maar op termijn vraagt het herstel nog meer geld, als ik denk aan de kosten voor ondernemers en huishoudens. Veel gezinnen in Valkenburg konden al voor het tweede jaar geen Kerst vieren in hun eigen huis, omdat er nog geen regeling was, dat is wel erg triest. Dat haalt de media niet.

Het gevoel dat je het niet alleen hoeft op te knappen, was prachtig.

Het psychologisch herstel vraagt nog veel aandacht en hulp. De getroffen huishoudens en de horecaondernemers hebben veel te verduren gehad, niet alleen van de watersnood maar ook van de coronaepidemie. De naweeën daarvan hebben invloed op de mensen en hun vermogen om weer op te staan en verder te gaan. In de nasleep van de ramp besefte ik dat het leed voor de gemeenschap nog niet voorbij is.

Toen heb ik de Kruisrelikwie op het altaar gezet. Om te laten beseffen dat wij allemaal een kruis te dragen hebben. Maar ik durfde de Paaskaars er nog niet bij te zetten. Want het is nog geen Pasen. Nog niet alles is verwerkt en opgelost. Nog niet alle mensen zijn opgestaan.

Wat heeft deze ramp met u gedaan als priester en pastoor?

Door de ramp heb ik het gevoel gekregen dat ik niet enkel de priester ben die zondag de mis doet, maar dat ik echt priester ben als ik empathisch ben: door me te verplaatsen in de ander, en echt aandacht en belangstelling te hebben en houden voor de mensen. Het is belangrijk om altijd jezelf te blijven en geen rol te spelen. Empathie opbrengen helpt en heeft toekomst.

Als er maar een open deur is in de kerk om mensen te verwelkomen en met de mensen mee te leven. Misschien dat er later dan van mij gezegd wordt: ‘woar inne van us.’ Hij was één van ons.

Remy Jacobs is geestelijk verzorger in het IJssellandziekenhuis en redactielid van Open Deur.


Storm
Open Deur 2023, nr. 2

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken