Menu

Premium

Kringviering: worden als een kind

Bij Marcus 10:13-16

Beoogde datum: 7-10-2018
Beoogd gebruik: kringviering of huiskamerviering

Zie ook:

Register kringvieringen

Dit bestand in Word

Download dit bestand in Word

Toelichting op tekstkeuze en thema

Ik heb ervoor gekozen om het eerste gedeelte van de tekst weg te laten en me te beperken tot het tweede gedeelte: Marcus 10:13-16. Het gesprek van Jezus met de Farizeeën en de leerlingen over scheiding en overspel laat zich mijns inziens moeilijk verbinden met wat ik centraal heb gesteld in het gedeelte over Jezus en de kinderen. Namelijk vers 14: Laat de kinderen bij me komen (…), want het koninkrijk van God behoort toe aan wie is zoals zij.
Als lezing uit het Oude Testament heb ik gekozen voor het verhaal van Naäman (2 Koningen 5:1-14), die net als de leerlingen moet leren om te worden als een kind. Een mooi en beeldend verhaal.

Orde van dienst

  • Welkom en mededelingen

  • Intochtslied: NLB Psalm 87:1,2,3

  • Bemoediging en groet

  • Gebed om ontferming

  • Glorialied, zingen: NLB Lied 103e

  • Gebed om de Heilige Geest

  • 1e Lezing: Marcus 10:13-16.

  • Zingen: NLB Lied 782:1,2,3

  • 2e lezing: 2 Koningen 5: 1- 14

  • Zingen: NLB Lied 350:4,6

  • Preek ( zie onder)

  • Zingen: NLB Lied 834:1,2,3

  • Dankgebed en voorbeden

  • Collecte

  • Zingen: NLB Lied 422:1,2,3

  • Zegen

Preek

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Een van de dingen die kinderen op de basisscholen –volgens het huidige kabinet- moeten doen, is –naast het leren van het Wilhelmus- een bezoek brengen aan het Rijksmuseum, met als pronkstuk natuurlijk de Nachtwacht van Rembrandt van Rhijn.

Nu heet die nachtwacht eigenlijk anders, eigenlijk heet hij: het korporaalschap, het kapiteinschap van Banning Cocq.

Die Banning Cocq dat was de baas van het hele spul, de hoofdman van al die soldaten met hun pieken en musketten, schutters genoemd, die tot taak hadden daar in Amsterdam de orde een beetje te bewaken.

Dat waren allemaal rijke mensen, bekend ook en ze vonden dat ze wel eens op de foto mochten en dus laten ze de jonge Rembrandt een schilderij maken, dat was in de mode in die dagen.

Nu was Rembrandt natuurlijk een meester in het schilderen van het licht en wat opvalt bij dit vermaarde schilderij is dat het licht valt op…nou,ja, op Banning Cocq natuurlijk, dat is niet zo vreemd, dat is de hoofdman, maar het licht valt ook op…een kind!

Dat kind heeft niks met die schutters en hun helmen en geweren te maken, dat kindje, een meisje is het, scharrelt daar doorheen en loopt daar midden in het schilderij.

Het licht valt op een kind.

Waarom ik dit vertel?

Omdat dit in het verhaal van Marcus natuurlijk ook gebeurt.

Ook Jezus plaatst vanmorgen een kind, kinderen in het midden, op hen valt het licht.

En dat gebeurde meteen nadat zijn leerlingen hen juist hadden willen wegjagen.

Nu even niet, roepen ze tegen de ouders, nu even geen kinderen erbij, OK?

Jezus heeft het veel te druk en geloven is een serieuze zaak, dat is alleen voor grote mensen.

Maar als Jezus dat ziet gebeuren, schiet hij enorm uit zijn slof.

Er staat dat hij furieus is, zeer verontwaardigd, gewoon boos!

‘Laat de kinderen bij Mij komen en houd ze niet tegen !’

Wat mooi hè, dat Jezus zo oog en oor heeft voor die kinderen.

Er staat zelfs aan het einde van deze kleine geschiedenis dat Jezus de kinderen omarmt en de handen oplegt.

Wat een kostbaar moment…

Maar het gaat verder… want Jezus wil met dit moment, met wat hier nu gebeurt, zijn leerlingen een van de grootste lessen van Zijn Koninkrijk leren.

En Hij zei: Laat de kinderen bij Mij komen en houd ze niet tegen, want het koninkrijk van God behoort toe aan wie is zoals zij.

Met andere woorden: jullie moeten ook zo zijn.

Wat hebben kinderen wat wij niet of niet meer hebben?

Gaat het er misschien om dat kinderen nog zo puur en onschuldig zijn?

Ach, ja, soms hoor je ouders wel eens hele enthousiaste verhalen vertellen over hoe lief en schattig hun kinderen zijn, ze vertellen er niet bij dat er ook momenten zijn dat ze hun kroost wel achter het behang konden plakken.

Kinderen kunnen soms vermoeiend zijn en vervelend, klierderig en pesterig, Als ouders weten wij daar alles van.

Nee, het is niet omdat ze zo lief en schattig zijn, maar is het dan omdat ze nog zo’n kinderlijk vertrouwen hebben?

Daar kunnen oudere mensen wel eens jaloers op zijn.

Kon ik nog maar geloven als een kind, zeggen ze. Zo oprecht, zo ongecompliceerd, zo onbevangen.

Na alles wat ik heb meegemaakt in mijn leven lukt me dat gewoon niet meer.

Ik ben dat kinderlijke geloof onderweg ergens kwijt geraakt, ja, dat zullen velen van ons ergens wel herkennen.

Toch is ook dat niet precies wat Jezus hier bedoelt.

Want er is een groot verschil tussen hoe wij anno nu naar kinderen kijken en hoe men in de tijd van Jezus naar kinderen keek.

Wij leven tegenwoordig in een behoorlijk kindgerichte – tijd, kijk maar naar de reclame. Wij leggen graag de nadruk op de mooie eigenschappen van kinderen: hun puurheid, hun echtheid, hun onbevangenheid, hun vertrouwen.

In de tijd waarin Jezus de kinderen tot Zich liet komen, werd er heel anders naar kinderen gekeken.

In die tijd waren het geen prinsjes en prinsesjes, die alles kregen waar ze om vroegen.

Integendeel, in die tijd hadden ze een veel minder centrale plaats.

Niet voor niets gebruikt Marcus in dit Bijbelsgedeelte het woordje aanraken, de mensen probeerden hun kinderen bij hem te brengen om ze door hem te laten aanraken.

Nu kom je dat woordje aanraken op tal van andere plekken in zijn evangelie tegen en heel vaak zijn het dan zieken, doven, blinden en melaatsen, die Jezus willen aanraken, of die door hem worden aangeraakt.

En dat is veelzeggend: net als die bedelaars en die melaatsen stonden kinderen aan de rand van de samenleving, ze hadden geen rechten en totaal geen status, eigenlijk telden ze niet mee.

Ze zijn aangewezen op de hulp van anderen.

Misschien begint u het te begrijpen wat Jezus bedoelt als hij zegt: wordt als zij, wees als een kind.

Met andere woorden: laat je toch niet voorstaan op al die dingen, die je in deze wereld belangrijk maken en groot, een flitsende carrière, een hoge positie, een fantastisch huis met prachtige gevels, een glimmende auto…

Want of je nu wel of niet hoge cijfers haalt, of je nu wel of niet twee titels voor je naam hebt staan, of je nu wel of niet een goed gevulde bankrekening hebt, uiteindelijk zei Luther zijn we allemaal bedelaars, wir sind Bettler, we leven allemaal van genade.

Dus doe je masker af en durf kwetsbaar te zijn, houd je hand op voor Gods liefde.

Denk niet dat je jezelf wel kunt redden, dat je totaal onafhankelijk bent. Wees als een kind.

En dat brengt me bij dat verhaal over die grote succesvolle generaal uit Syrië: Naäman, ja, dat was ongeveer net zo’n man als Banning Cocq, stond helemaal in de schijnwerpers en was rijk en befaamd.

Hij was de hoofdman en kon het ene na het andere succes op zijn rekening schrijven.

Maar als hij op een dag zijn uniform met alle onderscheidingen erop uittrekt, ontdekt hij op zijn lijf allemaal grote, witte vlekken. Hij heeft een huidziekte, die zijn lichaam steeds verder zal aantasten en daar is geen kruid tegen gewassen.

Voor Naäman, de beroemde militaire topfunctionaris lijkt er geen hulp meer te zijn.

Of toch…..

Daar was een meisje in dienst bij de vrouw van Naäman, als hulp in de huishouding.

Het was een joods meisje, meegevoerd tijdens een van de vele oorlogen tussen Syrië en Israël .Zij zegt tegen Naämans vrouw: kon meneer Naäman maar eens naar de profeet in Israël gaan, die zou hem wel genezen.

Welnu, Naäman besluit dus naar Israel te gaan, in vol ornaat met een hele stoet aan personeel en paarden en wagens en zilver en goud.

Alleen, hij krijgt een heel andere ontvangst dan hij gewend is.

De profeet Elisa neemt zelfs niet eens de moeite om hem te verwelkomen, hij stuurt zijn knecht met een boodschap.

En Naäman is al helemaal verontwaardigd als hij de boodschap, als hij het recept van Elisa onder ogen krijgt: ga naar de Jordaan, dompel je zevenmaal onder en je zult rein worden.

Wat een afgang, eerst zo’n waardeloze ontvangst en dan wordt hij ook nog met een kluitje in het riet van de Jordaan gestuurd, die smerige stinksloot.

Woedend is Naäman.

Hij voelt zich in zijn hemd gezet.

Ik laat me toch zeker niet behandelen als een kleine jongen, vooruit, terug naar huis, weg uit dit vreselijke land.

Ja, maar Naäman, dat is het nu precies: als jij wilt dat het anders wordt in je leven, dat het beter wordt, dat jij beter wordt, dan moet je juist worden als een kleine jongen.

Dan moet je veranderen, dan moet er binnen in jou iets veranderen…..

Dat vinden wij moeilijk en daar kun je je als mens aan ergeren. Daar kun je je aan ergeren dat hier in de kerk tegen je gezegd wordt: je redt het niet alleen. Je redt het niet alleen met je geld en je diploma’s, met je goud en je zilver, met je uniform en je onderscheidingen. Je redt het niet alleen met je eigen ego, je redt het niet alleen met je eigen-wijsheid.

Je hebt een andere wijsheid nodig, je hebt iemand anders nodig in je leven.

En dan moet je inderdaad diep gaan, diep als de Jordaan.

Een andere weg is er eenvoudig niet.

Dat zeggen zijn slaven ook tegen hem: Meneer Naäman, waarom probeert u het niet, het is toch eigenlijk maar heel simpel wat de profeet van u vraagt.

En dan daalt Naäman af in het water.

Daar gaat hij, door de Jordaan en na zeven keer kopje onder gebeurt het wonder.

Hij is rein, zijn vlekken zijn weg.

Ja, er staat dat zijn huid zo gezond, zo gaaf, zo jong werd als de huid van een klein kind en wat zo opvallend is, het woordje dat hier voor kind gebruikt wordt is precies hetzelfde woordje als waarmee aan het begin dat jonge meisje wordt aangeduid.

Met andere woorden: Naäman is opnieuw geboren. Hij is echt een nieuw en ander mens geworden, beter, gezond van buiten en van binnen, dienstbaar en dankbaar als zijn eigen slavinnetje, in heel zijn verdere leven zou hij God danken.

Groot zijn door klein te worden. Dat zien we in Jezus ook gebeuren, hij geeft zijn grootheid op en is een slaaf geworden, schrijft Paulus in Filippenzen 2. Hij achtte zich niet te hoog om zich onder te dompelen in de Jordaan, is voor jou en mij de diepte ingegaan, ja, zelfs de diepte van de dood om voor ons een nieuw leven mogelijk te maken.

Ja, als je dat tot je door laat dringen, hoe groot zijn liefde is en als je je daaraan dan met huid en haar toevertrouwt…

Als je naar Hem, naar Jezus toegaat en vraagt: wilt u uw hand op mij leggen Heer, en me zegenen op de weg die ik moet gaan, dan zul je steeds meer groeien in liefde en vergevingsgezindheid, dan wordt je zelf ook een zegen voor anderen.

En dan zul je steeds meer worden wat je bent: een prachtig, zuiver en integer mensenkind.

AMEN

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken