Menu

None

Niet jaloers zijn – 10e gebod

Een wandelaar op pad

Serie: rond De Wet
Aflevering: niet jaloers zijn
Gebod: 10e gebod

Zie ook

Korte inhoud

Voorbeeld geven van jaloers worden, en bespreken wat jaloers zijn met je doet en wat je ertegen kunt doen.

Doel

Kinderen iets laten ervaren van wat jaloers zijn met je doet en hoe moeilijk het is er iets tegen te doen

Benodigdheden

  • Twee vrijwilligers (start en slot van tevoren goed doorspreken)

  • Grote zak snoep

Toelichting

Algemeen: zie inleiding bij het eerste gebod.

1. Snoepje krijgen

  • Ga zitten bij de kinderen, en laat je dan meteen door vrijwilliger 1, die een grote zak snoep bij zich heeft, een snoepje geven.

  • Wees uitbundig blij met het snoepje, je vind die zooo lekker, en bedank hartelijk degene die het je gaf.

  • Pas daarna loopt vrijwilliger 1 met de grote zak snoep naar vrijwilliger 2 (die liefst ergens op de voorste rij zit) en geeft (zichtbaar voor de kinderen) aan hem/haar de hele zak. “Alsjeblieft, een hele zak snoep helemaal voor jou alleen.”

2. Jaloers!

– Reageer geschokt en boos:

Hij/zij krijgt een hele zak en ik maar één zo’n zielig snoepje, het is niet eerlijk, ik wou dat ik die grote zak gekregen had, nou hoef ik dat stomme snoepje ook niet meer!

– Stamp met je voet op het snoepje, of gooi het achter je weg.
– Laat even een stilte vallen …
– Richt je dan weer tot de kinderen:

  • Wat gebeurde er met mij? Hoe voel ik me nu

→ jaloers

3. Jaloers is ….

Als je jaloers bent, dan wil je per se iets hebben, en dan vind je het naar als iemand anders het al wel heeft. Het laatste van de tien geboden gaat daarover. God zegt in het tiende gebod: wees niet jaloers op wat van een ander is.

[De NBV van het tiende gebod luidt: Je mag je zinnen niet zetten op wat van een ander is. Deze uitdrukking is te abstract voor kinderen, en wordt dus niet gebruikt in dit kidsmoment. Eventueel kun je ervoor kiezen die uitdrukking uit te leggen.]

Waarom mag je niet jaloers zijn?

4. Van jaloers zijn ga je heel raar denken

God zegt: niet jaloers zijn, want van jaloers zijn ga je heel raar denken:

Weet je nog: eerst was ik blij met het snoepje, toen gooide ik het boos weg (stampte ik het kapot).

Nog een voorbeeld van raar denken: iemand uit jouw klas heeft speelgoed waar jij jaloers op bent. Op een keer vertelt hij dat het speelgoed kapot is gegaan en jij denkt: lekker net goed.

En een heel erg voorbeeld: Als je heel erg jaloers op iemand bent, dan kun je iemand op het laatst gewoon dood willen – echt! Denk maar aan het verhaal van Jozef en zijn broers. Wat waren ze jaloers op zijn mooie jas en dat hij de lievelingszoon was. En wat deden ze Jozef toen veel kwaad!

5. Wat helpt tegen jaloers zijn?

  • Wat denken jullie, wat helpt tegen jaloers zijn?

→ Blij zijn met wat je hebt.

Wat het allerbeste werkt is ook het allermoeilijkste:

→ Blij zijn met wat een ander heeft.

6. Nog een snoepje krijgen

– Zeg tegen vrijwilliger 2 dat je het zo leuk voor hem/haar vindt dat hij/zij als verrassing zo’n grote zak snoep kreeg
– Vrijwilliger 2: Wil je er misschien eentje?
– Jij: o nee hoor, dat hoeft echt niet.
– Vrijwilliger 2: natuurlijk wel, neem er toch één.
– Jij: nou, OK dan, lekker, dank je wel.
– Aan de kinderen het snoepje laten zien.

Nu zijn jullie vaste jaloers op mij.

– Met een lach: Weet je wat daar tegen helpt? → Wees blij voor mij!

[Wellicht ten overvloede: dit laatste alleen doen als je met stem en gedrag duidelijk kunt maken dat je de kinderen plaagt]

7. Zingen en/of gebed

Bijvoorbeeld:

  • GK 159 (God die alles maakte; blij zijn met wat je hebt, want God zorgt voor je)

  • Ps 67:3 (God geeft)

  • GK 132 (Dank U voor deze nieuwe morgen)

Onze Vader in de hemel,
U geeft ons heel veel en toch zijn we dan toch nog jaloers op wat een ander heeft.
Wilt U ons dat vergeven?
En wilt U ons helpen niet jaloers te zijn?
Amen

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken