Menu

Premium

Preekschets Prediker 1:18 – Israëlzondag

Israëlzondag

Want in veel wijsheid ligt veel verdriet, en als iemand kennis vermeerdert, vermeerdert hij smart.

Schriftlezingen: Pred. 1:1-1:8; Mat. 6:25-34

Zie ook

Aansluitende preekschetsen van dezelfde auteur:

Het eigene van de zondag

Op deze Israëlzondag willen we een start maken met vier preken uit het boek Prediker. Prediker is de feestrol die Israël leest op het Loofhuttenfeest. Het laatste oogstfeest dat Israël in deze maand viert. Dit Loofhuttenfeest kenmerkt zich onder andere door de loelav: de plantenbundel die nauwkeurig naar Leviticus 23:40 wordt samengesteld. Deze bundel omvat een palmtak (loelav), twee wilgentakken (hadas), drie mirtetakken (arawa) en een citrusvlucht (etrog). Aan deze feestbundel wordt in het jodendom bijzondere betekenis toegekend.

De etrog heeft smaak en geur en staat voor die volksgenoten die zowel de Tora houden als goede daden doen. De dadelpalmtak heeft alleen smaak, zij staat voor hen die wel de Tora houden maar geen goede daden verrichten. De mirtetakken die alleen geuren staan voor hen die wel goede daden verrichten maar zich niet met de Tora bezig houden. De wilg tenslotte, die noch smaak noch geur heeft, duidt op die joodse volksgenoten die zich noch met de Tora bezig houden noch goede daden doen. Deze drie planten en de vrucht horen in hun verscheidenheid wel bij elkaar. Tezamen vormen zij de palmbundel en typeren zij het hele volk. Immers zij dei het goede doen en/of de Tora bestuderen en zij die dit niet doen behoren tezamen tot het ene volk van God. Geldt dit in het gevolg van Israël ook niet voor de gemeente van Christus?

De komende vier zondagen zal telkens de betekenis van een deel van deze bundel de inhoud van de zondag bepalen. De tekst is steeds gekozen uit het bijbelboek Prediker.

Voor deze eerste Israëlzondag is gekozen voor de smaak van de palmtak. Dit staat voor een leven vol wijsheid en studie van de Tora, maar zonder veel goede daden.

Uitleg

Het opschrift van het boek Prediker (1:1) zet het boek direct in de tijd. Prediker is de koning van Jeruzalem, de zoon van David: Salomo. Nu zullen we dit opschrift niet moeten lezen als historische informatie, maar als inhoudelijke typering. In Prediker gaat het om wijsheid die de kwaliteit van de wijze koning Salomo draagt. Het opschrift heeft het boek ook veel gezag gegeven. Dit gezag had het ook nodig om een plekje in de canon te verwerven. Zowel in de joodse als in de christelijke traditie was haar gezag niet onomstreden. De strenge school van Sjammai wilde in de eerste eeuw dit boekje niet opnemen vanwege haar te profane inhoud. Toch heeft het een plek gekregen in de Geschriften, zelfs in de Feestrollen, zodat het op het Loofhuttenfeest gelezen wordt.

De meeste geleerden dateren het boek in de derde eeuw voor Christus. Het boek is te duiden als een koningstestament vol levenswijsheid (G. von Rad). Voor Prediker is het niet de vraag of God er is, noch of Hij soeverein handelt, maar wel of dit handelen van God voor een mens na te rekenen is. Prediker kritiseert de gangbare verstarde wijsheidsleer van zijn tijd. Bovendien hekelt hij alle activisme. Voor moderne mensen in een postmodern tijdperk zijn deze oude woorden herkenbaar: wat is wijsheid? Breken alle grote woorden niet stuk op de harde werkelijkheid?

De titel Qohelet (vs 1) is voor het eerst door Luther met ‘Prediger’ vertaald. Het oorspronkelijke woord komt meer in de buurt van verzamelaar’ (Buber vertaalt met ‘Versammler’). Het is zelfs mogelijk dat in het woord Qohelet ook de betekenis doorklinkt van het woord kahal: het volk. Qohelet zou dan uitgelegd kunnen worden als ‘een stem uit het volk, Jan Publiek, die luidop gaat zeggen wat velen al dachten maar niet durfden zeggen omdat het niet gepast was tegen de geheiligde, algemeen aanvaarde leer in te gaan’ (G.Th. Rothuizen).

In de verzen 2-11 begint Prediker direct met één van zijn condusies die hij met verschillende argumenten onderbouwt: Alles is ijdelheid (habel; Buber: Dunst). Van de 73 keer dat het woord ijdelheid voorkomt in het Oude Testament, komt het 38 keer voor in Prediker.

IJdelheid is het vergankelijke, de ademtocht, het vluchtige en nietige. In het Oude Testament staat het zowel voor de andere (af)goden, als voor de mens tegenover God. In overtreffende trap stelt Prediker dat alles, dus ook de gangbare wijsheid, ijdel, zinloos en vluchtig is (vs 2). Als een refrein klinkt dit door het hele boek. De nettowinst (jitron) voor de mens van al zijn zwoegen en vorsen is nul komma nul. Immers de aarde staat terwijl mensen, net zoals de zon, komen en gaan. De natuur, de zon, de wind en het water (vs 5-7), kent haar eigen cirkelgang. Terwijl alle dingen (debarim, vs 8; Buber: ‘alle beredbaren Dinge’), zo vermoeiend zijn. Ook voor het oog, oor en denken van de mens is er geen progressie maar een dodelijke cirkelgang. Er is niets nieuws en ook geen herinnering (vs 8-11). Conclusie: het leven is onuitputtelijk vermoeiend vanwege haar ‘ijdelheid’: ijdelheid der ijdelheden

In de verzen 12-18 begint een nieuw gedeelte dat eigenlijk doorloopt tot 2:26. Heel nadrukkelijk duidt Prediker zichzelf als de grote en wijze koning van Jeruzalem. Van ongepaste bescheidenheid heeft hij geen last. Zijn wijsheid is groter dan die van alle eerdere koningen (vs 16). Als er iemand wijs was en is, dan hij wel! Deze wijze koning begint een onderzoek naar wijsheid (vs 13 en 17). Zijn zoektocht is gericht op wijsheid (chokma) en kennis (da’at), dwaasheid en onverstand (parallellisme membrorum). Maar zijn experimentele wijsheidsonderzoek loopt uit op een fatale conclusie: ‘alles is ijdelheid en najagen van wind’ (vs 14). Hoe wijzer men wordt, hoe meer verdriet men ontvangt en hoe meer kennis men vergaart des temeer smart men verwerft (vs 18). Een onthutsende conclusie.

Dat wijsheid met pijn gepaard gaat wist men in Israël (zie Spr. 13:24; 22:15). Ook in Egypte en Babel kende men de algemene wijsheid dat het verwerven van wijsheid met pijn gepaard gaat. Veel leren kost veel inspanning en doorzettingsvermogen. Maar de condusie van Prediker gaat verder: de hoeveelheid wijsheid en smart houden elkaar in evenwicht. Hoe meer wijsheid en kennis, hoe meer verdriet en smart. Zeker je hebt wijsheid nodig in het leven (zie 2:13v; 4:13 v; 7:11 vv:, 9:13-18; 10:10 v en 12:11v), maar er mankeert zoveel aan (zie 2:14; 3:11; 6:8; 8: 17; 10:1). Is het niet de wijsheid van de grote wijze de beperking van zijn eigen wijsheid te kennen?!

Aanwijzingen voor de prediking

We leven in een postmoderne tijd. De grote verhalen zijn uitgelezen, die boeken zijn gesloten. Dit postmoderne levensgevoel bepaalt ook het levensklimaat van kerkgangers. Wat weten we, zelfs in de exacte wetenschap, nog zeker, wat is wijsheid? Deze moderne en eeuwenoude vlagen – wat is er voor nieuws onder de zon? – zullen in de preek aan de orde moeten komen.

In de wijsheid die wij met Prediker zoeken gaat het niet om logica of exacte kennis, maar om levenswijsheid (chokma en da’at).Ieder mens is naar deze levenswijsheid op zoek. Eeuwen voor Christus in Israël (Prediker) en eeuwen na Christus wereldwijd (anno nu).

In Israël leest men het meest wijze en meest kritische boek uit de bijbel op het Loofhuttenfeest. Het feest waarop het volk terugdenkt aan de lange woestijntocht waarin men in tenten moest leven. Het beloofde land tegemoet, veilig in de hoede van de Here God. Hoe de weg zou gaan wist het volk niet, wel dat God hen voor ging op weg naar het beloofde land.

Vanuit dit kader willen we Prediker 1 verstaan. Het leven is niet te doorgronden. Alle, vaak veel te grote woorden zijn stukgevallen. Ze blijken niet meer te zijn dan modellen om mensen te vangen (met voorbeelden uit de politiek – communisme – en kerkgeschiedenis – gesloten denksystemen – is dit goed te illustreren). Juist de door God geleerde Prediker prikt door deze schijnwijsheid heen: het is ijdelheid en najagen van wind. Onze wijsheid
en wijsheidssystemen kennen hun echec. En terecht, want ‘we moeten de moed hebben in te zien en uit te spreken dat de wereld niet redelijk en ook niet zedelijk in elkaar zit’ (A.A. van Ruler). Echte wijsheid kent haar grenzen. Prediker, de wijste koning van Israël leert ons met Israël dat onze wijsheidssystemen, theologisch, politiek en psychologisch, te gebrekkig zijn om erbij te zweren! De wijsheid van Prediker 1 is het echec van al onze (theoretische) systemen. Het wil ons leren niet bij onze wijsheid te leven. Wijs is het te leven in vertrouwen op God, open en afhankelijk, zoals Israël in de woestijn. Zij wist niet hoe haar weg zou gaan, maar wel dat God hen leidde naar het beloofde land.

Dé Prediker, Jezus Christus, verdiept deze wijsheid in zijn diepe wijsheid: zie naar de vogels van het veld. Zij werken en denken niet en toch zijn zij meer dan Salomo, omdat God hen voedt en hoedt. Hoeveel temeer zal Hij de mens voeden en hoeden (zie Mat. 6:25-34)? Over wijsheid gesproken!

Liederen

  • Psalm 39:3,4; 118:8,9

  • LB 271; 447

Literatuur

  • C. Di Sante, Het gebed van Israël, Hilversum/Turnhout 1989, 215-219

  • H. van Dorssen (red.), Als een lamp voor onze voeten; verhalen bij joodse feesten, Amsterdam/Zoetermeer z.j.

Wellicht ook interessant

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

‘Ik ben de wijnstok, jullie zijn de ranken’

Het vijfde boek van Mozes spreekt in hoofdstuk 4 dankbare verbazing uit over Gods verbondenheid met zijn volk in Mozes. In de hele geschiedenis van God met de mensheid kwam zo’n unieke verbondenheid niet voor (Deuteronomium 4:32-33). De beproevingen logen er niet om, maar ook Gods wonderdaden niet (4:34). Jullie boffen dat jullie dit te zien gekregen hebben (4:35) en je hebt zijn woorden ook nog mogen horen (4:36). God zelf heeft jullie bevrijd (4:37). Onderhoud dan zijn geboden, dan is deze band niet kapot te krijgen en zal het jullie goed gaan (4:40).

Bijbelwetenschappen
Bijbelwetenschappen
Basis

Brood genoeg voor iedereen

In het Evangelie van Johannes heeft Pasen een belangrijke plek. ‘De inzichten van na Pasen zijn leidinggevend in dit Evangelie en hebben hun stempel gedrukt op het verhaal van Jezus vóór Pasen,’ schrijft professor Martin de Boer. Je moet dus niet alleen de gebeurtenissen rond Pasen, maar ook de rest van het Evangelie lezen in dat licht. Het teken van het brood in Johannes 6 kan dan ook gelezen worden als een opmaat naar Pasen. En zo is er in de uitleg ook een verbinding te maken naar het eten van het Pesachmaal in Jozua 5.

Nieuwe boeken