Menu

Premium

Preekschets voor een van de zondagen na Epifanie bij Marcus 3:4

Aan de anderen vroeg hij: ‘Wat mag men op sabbat doen: goed of kwaad? Een leven redden of het vernietigen?’ Maar ze zwegen.

Marcus 3:4

  • Schriftlezing: Marcus 2:23-3:6

  • Overige lezingen: Deuteronomium 30:11-20

  • Thema: Levensbedreigend

Zie ook

Liturgisch kader

Op de zondagen na Epifanie staan we in de kerk stil bij Jezus’ optreden op aarde en welke reacties zijn optreden en onderwijs opriepen. Vandaar de keuze voor een gedeelte uit Marcus.

Twee bijpassende liederen:

  • NLB 534: Een lied voor Epifanie dat de relatie legt tussen Jezus’ genezingen en zijn persoon.

  • Ps. 56: In deze Psalm wordt gezongen over ‘het loeren op mijn leven’. Dat doen de farizeeën bij Jezus: ze kijken of ze hem op een fout kunnen betrappen.

Voor wie ook graag een lezing uit het Oude Testament opneemt, is gekozen voor Deuteronomium 30. Waar Mozes het volk ook een keuze voorlegt tussen goed en kwaad, tussen leven en dood.

Uitleg

In het Marcus-evangelie wordt de spanning direct al in de eerste hoofdstukken flink opgevoerd. Farizeeën en schriftgeleerden volgen Jezus op de voet om hem op een fout te betrappen. Jezus houdt zich niet aan de sociale conventies (Marcus 2:13-17) en zijn leerlingen houden zich niet aan de goede gewoontes (Marcus 2:18-22). De spanning neemt nog toe als zelfs het sabbat-gebod in het geding komt. Eerst door leerlingen die aren plukken, die vermalen tussen hun handen en vervolgens opeten op sabbat. Is dit niet een vorm van werken? En was oogsten op sabbat niet juist nadrukkelijk verboden door de rabbijnen in hun lange lijsten van verboden voor de sabbat?
Dan volgt het verhaal over de man met de verschrompelde hand. Een nieuw incident. En Jezus zoekt nadrukkelijk de confrontatie op. De gehandicapte man vraagt niet om genezing, toch zet Jezus hem in het midden van de synagoge neer. Geen genezing in het verborgene, maar op klaarlichte sabbat-dag.
Nu was in de rabbijnse discussie over wat wel en niet mocht op sabbat ruimte om te genezen. Voorwaarde was dan wel dat er sprake moest zijn van een levensbedreigende situatie. Het verzorgen of genezen van een doodzieke patiënt oversteeg in zo’n geval de geboden sabbatsrust. Maar de vraag is of er in dit verhaal van zo’n situatie sprake is. De genezing van een verschrompelde hand kon toch wel een dag wachten?
Waar we precies aan moeten denken bij de verschrompelde hand, is niet helemaal helder. Is de handicap van deze man het gevolg van een ziekte, polio bijvoorbeeld? Is hij zo geboren? Is zijn arm verlamd door een beroerte? In ieder geval: het leven is eruit. De dood huist in deze man. En zolang hij zijn hand niet uitsteekt naar Jezus komt daar geen verandering in.

Wat Jezus in feite doet met deze genezing op sabbat, is het hele rabbijnse debat rondom de sabbat ter discussie stellen. Zijn de schriftgeleerden met alle aanvullende regels het zicht op het gebod zelf niet verloren? Is hun hek van extra regels om het gebod heen wel zo solide? Of ontneemt het het zicht op de fundamentele waarde die besloten ligt in het vierde gebod? Vandaar dat Jezus de vraag scherp stelt: ‘Goed doen of kwaad? Een leven redden of vernietigen?’ Hier is niet slechts sprake van een overdrijving. Maar Jezus lijkt te herinneren aan Mozes’ afscheidswoorden in Deuteronomium 30. Zelfs de wet is niet een doel in zichzelf: het gaat om de keuze tussen goed en kwaad. Gaat het er op de sabbat niet juist om dat Gods goedheid zichtbaar en concreet wordt? Wordt er niet kwaad gedaan als je op sabbat de kans voorbij laat gaan om Gods genade te concretiseren? Jezus laat en passant zien dat morele neutraliteit niet bestaat, zoals ook Paulus later opmerkt: ‘Alles wat niet uit geloof voortkomt is zondig’ (Romeinen 14:23).

Het zwijgen van Jezus’ opponenten in reactie op zijn vraag is tekenend. Als ze Jezus gelijk zouden geven, zouden ze hun eigen positie met alle extra sabbats-geboden moeten opgeven. Als ze er tegenin zouden gaan, zouden ze een onmogelijke positie in moeten nemen. Ze zitten klem. Of beter: ze weigeren te leren van Jezus. Witherington spreekt in dit verband over het verschrompelde hart van de farizeeën. Het gaat hen niet om de barmhartigheid van God, maar om het vinden van argumenten om Jezus uit de weg te ruimen. En opeens wordt de dubbele bodem in Jezus’ vraag duidelijk: de vraag gaat niet alleen over zijn eigen optreden en sabbats-invulling, maar net zo goed over die van de farizeeën. Want waar zijn zij mee bezig op sabbat? De sabbat is nog niet afgelopen of ze zijn al in overleg met hun politiek-religieuze vijanden, de herodianen, om Jezus’ leven te vernietigen. Door goed te doen op sabbat, zet Jezus zijn eigen leven op het spel.

Dit verhaal is niet alleen een illustratie van Jezus’ heerschappij over de sabbat. Het laat ook zien hoe Jezus omgaat met identity-markers die een eigen leven gaan leiden. Wat is de bedoeling van het sabbat-gebod? En wat beogen wijzelf in het leven volgens bepaalde (eigen) regels en geboden?

Aanwijzingen voor de prediking

Er zijn verschillende invalshoeken mogelijk voor een preek over deze tekst.
Allereerst zou gekozen kunnen worden voor een kerygmatische insteek waarbij vooral het focus ligt op Jezus’ optreden die enerzijds genezend optreedt en zichzelf daarmee anderzijds in een levensbedreigende situatie brengt. De man met de verschrompelde hand het leven, Jezus de dood (op termijn maar onvermijdelijk). In de lijn van het bijbelboek Marcus is dit een belangrijke interpretatie van dit verhaal.

Ten tweede zou gekozen kunnen worden voor een insteek bij de plaats en de omgang met ethische identity-markers, zoals eerder zondagsrust, omgang met huwelijk en seksualiteit, en tegenwoordig duurzaamheid en aandacht voor milieu, omgang met minderheden etc. Dan is dit verhaal een voorbeeld van hoe Jezus omgaat met regels en ideeën die voor ons onopgeefbaar zijn. Wat zijn onze identity-markers? En zien we Gods helende werk nog wel of staren we ons blind op onze eigen regels en ideeën? De hardleersheid van de farizeeën kan dan als een negatief voorbeeld dienen. Zonder verbinding met de van God gegeven waarde leidt een identity-marker onherroepelijk tot de dood.

Ten derde zou ook nog gekozen kunnen worden voor een insteek bij het vierde gebod. In de traditie van de kerk is de zondagsheiliging toch vaak behoorlijk wettisch benaderd. Juist in onze tijd kan het sabbatsgebod een belangrijk tegenwicht bieden tegen de alles beheersende en opjagende economie. Als christenen opnieuw leren te leven op het ritme van werk en rust zonder in wetticisme te vervallen. De preek kan daar aanzetten voor geven door positief in te steken bij de noodzaak op de rustdag de goedheid van God zichtbaar te laten zijn.]

Ideeën voor kinderen en jongeren

Jeroen Sytsma schreef een aardig kindmoment over het vierde gebod.
Dit sluit goed aan bij een preek die zich richt op de positieve invulling van de rustdag.
Ook Bijbelbasics heeft materiaal ontwikkeld bij dit verhaal: download pdf.

Geraadpleegd

  • J. van Bruggen, Marcus, Het evangelie volgens Petrus, Commentaar op het Nieuwe Testament, Derde serie, Kampen 1988, 81-84.

  • R.T. France, The Gospel of Mark, The New International Greek Testament Commentary, Grand Rapids 2002, 142-152.

  • B. Witherington III, The Gospel of Mark, A Socio-Rhetorical Commentary, Grand Rapids 2001, 132-140.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken