Menu

Premium

De Geest schenkt leven

Preekschets Romeinen 8:2, Pinksteren

De wet van de Geest die in Christus Jezus leven brengt, heeft u immers bevrijd van de wet van de zonde en de dood. (Romeinen 8:2 NBV21)

  • Schriftlezing: Romeinen 8:1-12
  • Tweede lezing: Handelingen 2
  • Thema: De Geest geeft (‘giet’) leven.

Liturgisch kader

Pinksteren is het feest van de Geest. Het ligt voor de hand om over de uitstorting van de Geest te lezen in Handelingen 2; een tweede dienst tijdens dit feest geeft gelegenheid om dieper in te gaan op het werk van de Geest in de gelovigen aan de hand van Schriftgedeelten uit de evangeliën of de brieven. Juist wanneer het Pinksterfeest door velen als ‘abstract’ (of zelfs ‘vaag’) beleefd wordt, kan het goed zijn om zo concreet mogelijk te spreken over de effecten van de Geest op het leven van christenen.

In het hart van de brief aan de Romeinen vinden we van Paulus’ hand een krachtige uitleg over de verandering, die de Geest tot stand brengt in mensen die, door het geloof, ‘in Christus Jezus zijn’.

Ik beperk me tot de eerste 11 verzen van Romeinen 8, omdat daarin al meer dan genoeg staat om in één preek te overdenken. Maar er is veel voor te zeggen om de lezing uit te breiden tot en met vers 17, omdat de lijn van de gedachten daar wordt voortgezet. Er is een preekschets bij dit laatste gedeelte: preekschets Romeinen 8:15.

Een lied over deze verandering, dat als gebed gezongen kan worden, is ‘Heilige Geest van God, vul opnieuw mijn hart’ (ELB 148). Te denken valt ook aan 675 (Nieuwe liedboek): ‘Geest van hierboven’ dat beschrijft dat we ‘met Christus opgestaan’ zijn; in het tweede vers wordt het slot van Romeinen 8 geciteerd: ‘wat kan ons schaden, wat van U scheiden…’.

Uitleg

Niet meer onder de wet

Romeinen 8:1-11 hoort bij het gedeelte van de brief waarin de betekenis van het evangelie uiteengezet wordt (wat begint in 3:21: ‘Maar nu is Gods gerechtigheid… zichtbaar geworden buiten de wet om’). In hoofdstuk 7 spitste het betoog zich toe op de vraag naar de status van de wet (7:7: ‘Moeten we nu vaststellen dat de wet hetzelfde is als de zonde?’); waarna in hoofdstuk 8 op verschillende manieren benadrukt, wat het betekent om niet meer onder de wet te zijn: ‘Dus wie in Christus Jezus zijn, worden niet meer veroordeeld’ (8:1).

Wet van de Geest

In 8:2 introduceert Paulus het begrip ‘wet van de Geest’, voluit ‘de wet van de Geest die in Christus Jezus leven brengt’. Déze wet onderscheidt zich van de wet, die behoort bij het Oude Verbond, die door de hele brief heen tientallen malen kortweg als ‘(de) wet’ wordt aangeduid (zo ook in 8:3, 4 en 7). Om het verschil te benadrukken wordt deze wet in het Oude Verbond in dít vers ‘de wet van de zonde en de dood genoemd’. Wat niet betekent, dat de Geest niets met die oude wet van doen heeft: in 7:14 was nog te lezen: ‘de wet is het werk van de Geest’ (pneumatikós). We mogen de tegenstelling tussen ‘wet’ en ‘Geest’ daarom niet te groot maken.

Het is heel goed mogelijk om de ‘wet van de Geest’ te identificeren met de ‘wet van het geloof’; die werd in 3:27 genoemd, eveneens als tegenstelling tot ‘de wet’. Beide gaan over een nieuwe leefregel, die geldt sinds de komst en de verrijzenis van Christus: deze nieuwe regel garandeert vrijspraak op grond van geloof (3:28) en bevrijding van zonde en dood door het ingrijpen van God zelf (8:2-3).

Op geen enkele manier wordt gesuggereerd dat de ‘wet van de Geest’ (of de ‘wet van het geloof’) bestaat uit een reeks geboden die opgevolgd moeten worden. Daarin lijkt deze wet dus helemaal niet op ‘de wet’. Er zijn geen tien geboden van het Nieuwe Verbond, en die zijn al helemaal niet in steen gebeiteld. Bij de ‘maatstaven’ van de Geest zullen we eerder moeten denken aan de woorden die Paulus in Galaten 5:22-23 gebruikt om de vrucht van de Geest te beschrijven: ‘liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing’.

Leven en vrede

De ‘wet van de Geest’ wordt door Paulus niet alleen tegenover de oudtestamentische wet geplaatst, maar ook tegenover een leven naar wereldse maatstaven (vers 4 en volgende). Het woord ‘maatstaven’ is overigens in de NBV21 de weergave van het Griekse katà, wat te vertalen is met ‘naar’; zie bijvoorbeeld NBG51 en (H)SV op dit punt. Waarmee trouwens niet gezegd kan worden dat het aardse streven en de ‘wet’ samenvallen. Integendeel: een werelds leven verzet zich tegen de wet van God. Niettemin is het resultaat hetzelfde: zowel een leven naar aardse maatstaven als (overtreding van) de wet leidt tot de dood. Dat is het grote verschil met de wet van de Geest: die leidt tot ‘leven en vrede’.

Paulus schrijft zowel dat de Geest van God in ons woont (vers 9) als dat Christus in ons leeft (vers 10). In feite is dit hetzelfde: in zijn Geest is Christus aanwezig in de gelovige. De Geest verbindt ons met de opgestane en ten hemel gevaren Heer. Door deze Geest ontvangen wij het leven, dat Christus voor ons heeft veroverd op de dood. Dat nieuwe leven is niet iets, dat in de toekomst pas begint, bij de wederkomst van Christus. Het is nú al begonnen. Dat zou moeten blijken uit onze levenswijze, omdat we worden ‘beheerst’ door de Geest, die ons leert naar zijn maatstaven te leven. God is nu al bezig ons levend te maken ‘door zijn Geest, die in u woont’.

Verderop in het hoofdstuk zal Paulus erop wijzen dat de voltooiing van dat nieuwe leven later zal komen: de Geest is een voorschot op de komende luister (8:23).

Glas in loodraam met duif. Afbeelding van Mateus Campos Felipe op Unsplash
Glas in loodraam met duif, symbool van de Heilige Geest. De uitstorting van de Geest betekent dat er een nieuwe tijd is aangebroken. Foto van Mateus Campos Felipe op Unsplash.

Aanwijzingen voor de prediking

Feestelijk

De verkondiging mag en moet een feestelijk karakter hebben. Er is tenslotte alle reden toe om het feest van Pinksteren te vieren: de uitstorting van de Heilige Geest betekent dat er een nieuwe tijd is aangebroken, waarin God met iedere gelovige persoonlijk verbonden wil zijn. De balans tussen wet en genade is verschoven. In de Geest komt de heilige God naar ons toe om ons leven te veranderen, volgens de ‘wet van de Geest’.

Dit zal voor velen nog heel abstract klinken. Het is daarom aan de prediker om te zoeken naar concrete voorbeelden van wat dat nieuwe leven inhoudt, zonder dat het wettisch wordt. Paulus gebruikt in het Schriftgedeelte twee woorden die kunnen helpen in welke richting je dat moet zoeken: ‘liefde en vrede’ (vers 6). Beschrijf hoe een leven dat beheerst wordt door de Geest wint aan (geestelijke) kwaliteit en hoe het bijdraagt aan vrede (met God, met anderen, met jezelf); en hierbij ook de andere begrippen betrekken die Paulus gebruikt om de vrucht van de Geest te beschrijven  (Galaten 5:22-23).

Sluit in de verkondiging aan bij de ideeën voor de jongeren (zie hieronder), om eventuele negatieve associaties bij het woord ‘wet’ weg te nemen: de wet van de Geest gaat om een wet zonder geboden. Misschien helpt het de hoorders om de wet van de Geest te zien als een wetmatigheid, ‘iets wat zo vaak voorkomt dat het een natuurwet lijkt te zijn’ (WikiWoordenboek). Bedenk bijvoorbeeld overeenkomsten met andere natuurwetten, zoals de wet van behoud van energie of de wet van de communicerende vaten…

Hoop

Het is goed om te benoemen dat we in dit leven nooit volledig beheerst zullen worden door de Geest. Om daarmee eventuele angst weg te nemen bij mensen die in zichzelf (te) weinig terugzien van het werk van de Geest en daarom vrezen dat zij, ondanks hun geloof, niet werkelijk in Jezus zijn; of blokkades bij mensen die in de kerk geen ‘Geest’ ervaren. Er zal altijd van twee kanten aan ons getrokken worden: van de kant van de Geest en van de kant van de ‘aardse maatstaven’. Of ook van een derde kant: wanneer de oudtestamentische wet het karakter krijgt van een ‘wet van de zonde en de dood’. Stimuleer de hoorders wel om zich te oefenen in het gehoorzamen aan de wet van de Geest. Het is net als bij het oefenen van een of andere vaardigheid: hoe vaker we het doen, hoe meer het ‘als vanzelf’ gaat.

Besluit hoopvol, aansluitend bij het laatste vers van dit Bijbelgedeelte: het nieuwe leven van de gelovige hangt samen met het leven van de opgewekte Heer. Er komt een dag waarop het nieuwe leven tot volle ontplooiing komt: wanneer we uit de dood worden opgewekt bij de wederkomst van Christus. Dan zal Hij ons werkelijk volkomen beheersen.

Ideeën voor kinderen en jongeren

Voor ideeën voor kinderen verwijs ik naar het kindermoment Enthousiast dat over Pinksteren gaat.

Probeer bij jongeren te peilen naar associaties bij het woord ‘wet’. De kans is groot dat ze daar vooral negatieve gevoelens bij hebben: omdat het gaat over regels / geboden waar ze zich aan moeten houden. En ze móeten al zoveel en ervaren zoveel stress vanuit school en maatschappij. Vertel dan dat er ook wetten zijn waarbij helemaal geen sprake is van ‘moeten’… Denk maar aan natuurwetten, bijvoorbeeld de wet van de zwaartekracht, die ons met beide benen op de grond houdt. Daar hoeven we helemaal niets voor te doen, dat gaat vanzelf.

De ‘wet van de Geest’ werkt ook niet met geboden. Wel met een soort aantrekkingskracht: God trekt ons met behulp van de Geest die ons werkt, dichter naar zich toe. Dat vieren we vandaag!

Jan Swager is predikant van de Gereformeerde Kerk (PKN) in Doornspijk. Hij is tevens lid van de redactie ‘Prediking’ van Theologie.nl.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken