De bijna 92 jaar geworden Anne van der Meiden is geroemd om zijn vertaling van de Bijbel in het Twents. Maar Anne heeft nog een vertaling geschreven die onderbelicht is gebleven: de Heliand. Het loont de moeite de tekst te lezen. Want als je de Heliand leest, leer je het karakter van het christendom in de Lage Landen beter begrijpen.
De Heliand houdt onze cultuur een spiegel voor
Maandag is de dag van de Theologenblog; een actuele blog uit de pen van een richtinggevend theoloog. Deze week is dat Klaas van der Kamp, die schrijft over de 9e-eeuwse evangelie-harmonisatie De Heliand.
Klaas van der Kamp
“Met De Heliand ontwikkel je gevoel voor de cultuur waarin sommige Oost-Nederlanders zijn opgegroeid.”
De bijna 92 jaar geworden Anne van der Meiden is geroemd om zijn vertaling van de Bijbel in het Twents. Maar Anne heeft nog een vertaling geschreven die onderbelicht is gebleven: de Heliand. Het loont de moeite de tekst te lezen. Want als je de Heliand leest, leer je het karakter van het christendom in de Lage Landen beter begrijpen.
De Heliand is een evangelieharmonisatie, geschreven door een Saksische monnik omstreeks 830. De tekst is nagenoeg in zijn geheel bewaard gebleven. Daarmee is de Heliand de oudste christelijke Bijbelparafrase uit deze streek.
Door de tekst van de Heliand te vergelijken met de tekst van de vier canonieke evangelisten zie je hoe wij in Nederland en in het westen van Duitsland het evangelie op onze maat hebben gemaakt. De brocante theologie is terug te zien in het geloof vandaag de dag. Anne van der Meiden was zich daarvan bewust. Hij heeft in 2012 een vertaling in vier streektalen naar buiten gebracht met daarbij een Oudsaksische versie compleet met woordenlijst. Jaap van Vredendaal bracht daarvoor al – in 2006 – een Nederlandse tekst uit.
De brocante theologie is terug te zien in het geloof vandaag de dag
Ik bied nieuwe pastores in Oost-Nederland een inburgeringscursus aan in dertig bijbelstudies, waarbij we teksten van de Heliand vergelijken met teksten uit de canonieke evangeliën. Al bij oppervlakkige lezing kom je tegen hoe de Bijbel en de saksische cultuur elkaar ontmoeten – je ziet de acculturatie vormkrijgen. Woorden als ‘Nazarethburcht’ (gezien als versterkte burcht, vergelijkbaar met Elburg en Kraggenburg), ‘Wurdt’ (de Saksische god van het lot) en ‘Middelgaard’ (de wereld van de mensen) maken dat duidelijk.
Maar de acculturatie gaat verder en raakt onze beelden van moraal en christologie.
Licht
De Saksen in het noordwesten van Europa hadden bij winterdag te maken met vroeg invallende duisternis. Er was besef dat de dagen zich moesten lengen, wilde er leven mogelijk zijn. De Heliand is geschreven in dat perspectief. De schrijver gebruikt zeker honderd keer het woord ‘licht’. Hij kent verschillende woorden voor ‘het licht’. Hij spreekt over de ‘dagglans’, ‘een ander licht’ – leven na de dood – en ‘that langsame lioht’: de eeuwigheid. Je vindt het woord natuurlijk ook bij de verheerlijking van Christus op de berg. De wangen van Christus ‘gaven licht’, staat er:
“[…] ze glansden als de zon, licht straalde uit het kind van de heerser, zijn kleed werd wit, als sneeuw om te zien.” (Heliand 3123-3128).
Een ander belangrijk thema in de Heliand is het begrip wijsheid. Het gaat om levenswijsheid, zoals de Bijbelse wijsheidsliteratuur er over spreekt. Veel personen die er toe doen heten al gauw ‘wijs’. Het zijn mensen met praktisch inzicht. Je zit daarmee dogmatisch gesproken bij de natuurlijke theologie van Arnold van Ruler en je staat ver af van de openbaringstheologie van Karl Barth.
De Heliand neemt teksten over van de synoptici die gaan over het onbezorgde leven van de vogels en de schoonheid van de kruiden op het veld (Heliand 1667). De inzet van de Heliand is niet zoals het evangelie van Lukas getoonzet door nauwkeurig onderzoek, maar door de aanwezigheid van de wijsheid. De evangelisten heten dan ook ‘wijze lieden’ (Heliand 11).
Deemoed
Mensen van buitenaf kwalificeren Oost-Nederlanders, die in het hart van het gebied wonen waarvoor de Heliand is geschreven, soms als voorzichtig. ‘Ik ben van mening’, zei Anne van der Meiden met zelfspot als stelling bij z’n proefschrift, ‘dat je pas antwoord van mensen uit Oost-Nederland mag verwachten op vragen 24 uur na de promotieplechtigheid’. Wie de Heliand leest, ontdekt daarvoor een innemend woord voor die afwachtende houding: De Heliand heeft het over deemoedigheid. Je komt het tegen in de tekst:
”De heilige Christus sprak, dat men zijn gebed moest richten tot de almachtige God en de mensen alleen hém in deemoed moesten dienen.” (Heliand 1110)
Anne van der Meiden, die nadacht over de beeldvorming over de Nedersaksen, heeft dat woord voorzichtig vertaald met ‘vrom deenen’ – wat zoveel betekent als ‘vroom dienen’ zonder de connotatie van de nederigheid. De Twentse Bijbel vertolkt die gedachte in Psalm 131 – de lievelingspsalm van Herman Finkers– als volgt: ‘Mien herte is nich greuts, ik kiek nich astraant oet de ogen’. De Navolging van Christus van een andere illustere schrijver uit het Saksische gebied, Thomas van Kempen, brengt deze gedachte ook naar voren: ‘Gij moet de genade van de devotie volhardend zoeken en deemoedig bewaren’.
Gezellen
In het oog springend is de christologie van de Heliand. De schrijver kon zich de vernedering van Christus niet voorstellen. Daarom bespaart hij Christus de gedachte dat er geen plaats zou zijn in de herberg. Hij laat Christus onderweg naar Bethlehem geboren worden. Zijn moeder Maria wikkelt hem in kleren en doet hem sieraden om. En de herders houden niet de wacht bij de kudden van minder gewaardeerde schapen, maar bij de kudden van paarden, want dat zijn vooraanstaande dieren. De verhouding van Jezus tot zijn discipelen wordt later gekenmerkt door die van een meester tot zijn gezellen. Het is de verhouding van de gildemeester die zijn pupillen het vak bijbrengt.
De Heliand nu
Het loont de moeite die Saksische grondtonen van het evangelie te kennen. Mensen die in Oost-Nederland pastorale arbeid doen, ontwikkelen er gevoeligheden mee voor de cultuur waarin sommige mensen zijn opgegroeid. En het maakt duidelijk hoe je af en toe een verdere vertaalslag moet maken om van het Germaanse denken terug te keren bij het Joodse gedachtengoed. Het zou een aanbeveling verdienen om de Heliand een semester lang verplichte kost te laten zijn voor iedere theologiestudent in Nederland.
Jezus is de gildemeester
De Heliand is een tijdlang besmet geweest, omdat het cultureel erfgoed door de nazi’s is misbruikt. De Duitse theoloog Vilmar publiceerde in 1845 een geschrift over de Heliand, waarbij hij wees op het ‘Duitse’ karakter van Christus: ”De Heliand is een Duitse Christus, het is in de ware zin onze Christus, onze lieve heer en machtige volkskoning die het werk van de volkszanger hier voor ons schetst.” Deze lofprijzing riekt naar Blut und Boden. Tel daar het antisemitisme bij op – vooral in de verhalen van Christus’ lijden en sterven – en je begrijpt dat de Heliand een tijdlang uit de gratie was. Jammer, want als je de tekst leest, ga je je eigen culturele bedding beter verstaan. Met dank aan Anne.
De Heliand houdt onze cultuur een spiegel voor
Klaas van der Kamp
Kerkgeschiedenis voor iedereen
Kerkgeschiedenis voor iedereen van Jan van de Kamp en Almatine Leene biedt een beknopt overzicht van de geschiedenis van de christelijke kerk, beginnend bij de Vroege kerk en eindigend in de 21e eeuw. Daarbij ligt de nadruk op de lijnen die de Nederlandse kerkgeschiedenis bepaalden.