De kosmische dans van Shiva: leven op het ritme van de Geest
Herademing-redacteur Marianne Vonkeman beschrijft de verschijningsvormen van de Hindoe-god Shiva. Hij ‘danst de dans van geluk, vol extase maar met een serene uitdrukking op het gezicht’. Vonkeman: ‘Dat is leven op het ritme van de kosmische dans van Shiva. Of: op het ritme van de Geest.’
Een enorm beeld begroette me op het vliegveld van Bangkok: het zogeheten ‘karnen van de melk-oceaan’. Het vertelt een van de belangrijkste Hindoe-mythen. De halfgoden en demonen karnen een kosmische oceaan om het onsterfelijkheidsdrankje amrita te verkrijgen. Ze waren verzwakt geworden door een vloek en de god Vishnoe (boven op het beeld) raadde hen dit drankje aan. De kosmische slang die als touw fungeerde voor het karnen, spuugde gif dat het levenselixer en daarmee al het leven dreigde te vergiftigen. De god Shiva absorbeerde deze snel (dat gaf hem een blauwe keel). Toen amrita omhoog rees, vochten de halfgoden en demonen erom, de demonen werden verslagen en naar de onderwereld verbannen en de hemelse wezens werden onsterfelijk.
Vernietiging en herschepping
Later kwam ik hetzelfde verhaal weer tegen in Cambodja, dit keer verbeeldt in een dans. De dagen ervoor was ik bij de ‘killing fields’ geweest. Dat zijn de plekken waar bijna twee miljoen Cambodjanen, bijna een kwart van de bevolking, vermoord waren door de Rode Khmer, in het schrikbewind van Pol Pot, tussen de jaren 1975-1979. Schedels en botten staken nog uit de grond. Droevig liep ik langs de boom waartegen de baby’s doodgeslagen werden. Kunstenaars, dansers, musici, leraren: iedereen met maar enige vorm van opleiding werd omgebracht tijdens deze burgeroorlog. Het land moest ‘gezuiverd worden’ van oude tradities en intellectuele bagage. Een visie geïnspireerd en ondersteund door Mao, die in China aan hetzelfde bezig was.
Uit iedere dood ontstaat nieuw leven
Na de oorlog had een overlevende danser de kunstenaars bijeengebracht die, net als hij, aan de dood waren ontsnapt. Hij was een school begonnen om de oude tradities te bewaren en weer door te geven. De dansers, een nieuwe generatie, vertelden de oude mythen in een prachtige voorstelling. Het ontroerde me: Shiva die het gif absorbeerde waardoor er weer nieuw leven kwam. Ik zag het voor mijn ogen in Cambodja: vernietiging en herschepping. Als een kosmische dans waar uit iedere dood nieuw leven ontstaat.
Dat is wat mythen doen: ze vertellen in kunstzinnige vorm over dynamieken in het leven. De strijd tussen goden en demonen is nooit ver weg, niet in ons eigen innerlijk en niet in de wereld daarbuiten. De hoop op verlossing uit de dood, of uit het dodelijke routineuze leven-dat-geen-leven-is, vertaalt zich in vele vormen. Zoals in een kosmische dans.
Kerndeeltjes komen en verdwijnen
Er staat een groot beeld van Shiva voor het gebouw van CERN, het Europese centrum voor kernonderzoek, waar de reusachtige geleider de zoektocht naar nieuwe kerndeeltjes mogelijk maakt. Het is een geschenk van de Indiase overheid als teken van haar nauwe samenwerking met CERN. Het verbeeldt Shiva in zijn zogeheten Nataraja-vorm: als kosmische danser. Nataraja betekent: Heer van de dans. Het verbeeldt de Hindoe mythe dat Shiva het universum tevoorschijn danst, het bewaart en het weer zal vernietigen. Het is ook een metafoor voor de kosmische dans van de kerndeeltjes, die komen en weer verdwijnen. Het hoort tot de fundamentele werkelijkheid dat materie geen permanent ‘iets’ is, maar ontstaat en weer overgaat in pure energie. Alles beweegt altijd, als in de dans van Shiva. Fritjof Capra schreef hierover in zijn bekende boek The Tao of Physics.
Al lijkt het me niet verstandig om mythische taal en wetenschappelijke taal met elkaar te vermengen: het is een mooi beeld. Het is verstandig om de dood als horend bij het leven te aanvaarden, net als de dynamieken van bewaring en instandhouding die er net zo goed zijn.
Een ring van vlammen symboliseert de cyclus van geboorte en dood, zonder begin of einde
Een van mijn theologiedocenten begon zijn les eens met zijn vinger aan zijn pols, ogen gesloten. Zo bleef hij wel een minuut staan. Toen zei hij, alsof hij een openbaring met ons deelde: ‘Ritme!’ Voor hem was het ritme dat zich in alles van het leven laat voelen, een bewijs van Gods voortdurende werkzame aanwezigheid. De dans van de Geest, noemde hij het. Het is een wijs mens die daar voeling mee houdt.
Dans van het leven
Shiva verschijnt op tempels vanaf de 6e eeuw. Vanaf de tiende eeuw begonnen kunstenaars uit de Tamil-regio dit vrijstaande beeld van Shiva als kosmische danser te maken. Het is over de hele wereld te vinden. Een exemplaar is ook te zien in het Rijksmuseum. Shiva danst de dans van geluk, vol extase maar met een serene uitdrukking op het gezicht. Dat laat zien hoe Shiva in zichzelf allerlei tegenstellingen verenigt. Het beeld zit vol rijke symboliek. Shiva wordt omgeven door een ring van vlammen, symbool van de altijd aanwezige cyclus van geboorte en dood, zonder begin of einde. Op zijn voorhoofd is zijn derde oog, waarmee hij door de illusies heen kijkt en die tot as verbrandt. Shiva heeft vier armen, symbool van omvattende aanwezigheid en grote kracht. In zijn ene rechterhand houdt hij een kleine drum. Dit verbeeldt het ritme van het universum, of ook het eerste geluid ‘OM’ waardoor de wereld werd geschapen. In zijn linkerhand houdt hij een vuurvlam vast, symbool van vernietiging. Shiva zorgt voor de balans door zijn dans.
Verlossing
Zijn haar vliegt alle kanten op, en verbeeldt de heilige rivier de Ganges, bron van vruchtbaarheid, die volgens een Hindoe mythe in het haar van de god naar de aarde is gebracht. Zijn voorste twee handen maken een ritueel gebaar (mudra): het ene drukt uit: ‘vrees niet’, een gebaar van bescherming. Om die arm zit een slang gekruld. Dat kan verwijzen naar het verhaal van het ‘karnen van de oceaan.’ Of naar bescherming tegen onheil. Ook is de slang symbool van reïncarnatie, en van ego, dat als sieraad gedragen kan worden als je je ego onder controle hebt gekregen.
Shiva danst zodat mensen uit onwetendheid opgeheven kunnen worden
De andere arm wijst naar de geheven voet en die duidt op redding en verheffing uit onwetendheid. Het is de mudra van ‘het verwijderen van obstakels’. Het wordt ook wel het ‘olifanten-gebaar’ genoemd, omdat de arm lijkt op de slurf van een olifant. Dat verwijst naar Ganesh, de zoon van Shiva en zijn echtgenote Parvati. Ganesh, herkenbaar aan zijn olifantenhoofd, is gespecialiseerd in het verwijderen van hindernissen op de spirituele weg. Dat demonische kwaad en die spirituele onwetendheid worden verbeeld door de dwerg of demon waar de voet van Shiva op staat. Shiva danst zodat mensen uit onwetendheid opgeheven kunnen worden. Toewijding aan Shiva brengt verlossing uit de eeuwige cirkel van geboorte en dood.
Man en vrouw
Shiva draagt twee verschillende oorringen: de ene met een krokodillenvorm zoals mannen die dragen, de andere met een cirkel, zoals vrouwen die hebben. Daarmee wordt uitgedrukt dat Shiva geen man of vrouw is, maar gender overstijgt. Soms vinden we ook vrouwelijke Shiva’s, en Shiva’s in innige omarming met Parvati, om te symboliseren dat Shiva zonder Parvati geen kracht heeft. De kosmische dans is die van tegenstellingen die één worden in Shiva, in het goddelijke.
Dat is ook te zien in de lingam, een abstracte vorm van Shiva, overal in Azië te vinden. De lingam, een pilaarvormige steen, verbeeldt de mannelijkheid van Shiva, terwijl de yoni, het vat waarin de steen staat, het vrouwelijke aspect verbeeldt. Ik moest even over mijn Westerse ongemak heen, toen ik zag hoe er allerlei offers over de lingam heen gestort werd: kumkum poeder, rijst, melk, vruchten- en bloemenoffers. Vaak werd de steen eerbiedig aangeraakt. Het deed me natuurlijk ook aan een paasnachtritueel denken: de onderdompeling van de paaskaars in het doopvat. In het Westen verbinden we aardse seksualiteit niet graag met godsdienstige symboliek, maar in het Oosten is dat anders.
Tantra
Shiva is ook de god van de erotische extase, alleen te bereiken voor wie, als een yogi, de eigen seksuele impulsen onder controle heeft. Dat zal in het Oosten net zo lastig zijn als in het Westen. Het gaat om eenwording met je partner die tegelijk een eenwording met het goddelijke is – een diep ervaren eenheid die boven de zintuiglijkheid en de orgastische behoefte uitstijgt. De seksuele vereniging is in feite een vorm van contemplatie geworden. De ‘kleine dood’ van het orgasme wordt opgenomen en verdrongen door de grote ego-dood, waardoor vereniging met de ander áls ander mogelijk wordt. Dit is de ultieme ontsnapping uit de alomvattende dualiteit van het leven.
Haast en doelgerichtheid verhinderen werkelijk wederzijds plezier in seks
Wim Jansen, die vanuit christelijk perspectief ook hierover schrijft, noemt in zijn boek Brandend verlangen erotiek een liturgie. Een van de beste beschrijvingen van de oosterse praktijk van tantra, de beoefening van geheiligde seksualiteit, vond ik in het boek: Cosmic Dance of Lord Shiva. De schrijver legt uit hoezeer onze haast en doelgerichtheid hindernissen zijn om tot werkelijk wederzijds plezier in seks te komen en die diepste eenheid te ervaren. Ik citeer: ‘Probeer niets vast te houden. Laat de verschillende niveaus van gewaarzijn bij je opkomen en wegzakken. Je kunt humor voelen, geluk, verdriet of zelfs een reis voorbij aan elk gevoel, verloren in de dans van lief lichaam dat lief lichaam aanraakt. (…) Dit is een meditatie van zelfbeheersing dat als doel heeft jezelf te verliezen en weer te vinden, het kosmische spel van verstoppertje dat we allemaal op onze eigen manier spelen.’
Dat is leven op het ritme van de kosmische dans van Shiva. Of in de woorden van mijn theologiedocent: op het ritme van de Geest.
Literatuur
Philippe L. de Coste, Cosmic Dance of Lord Shiva, Gita Satsang. Gent, 2012.
Links
Voorbeelden van Hindoe rituelen, onder meer puja met lingams
Tamil lied en dans als gebed aan Shiva