Pinksterbeweging: ‘Hier sta ik, het kan ook anders’
De dwarrelwind van de Geest
De pinksterbeweging heeft radicale veranderingen teweeggebracht in relatie tot rassenongelijkheid, vrouwenemancipatie, oecumene, aanbidding en zending. Paul N. van der Laan (onder meer oud-eindredacteur van de Evangelische Omroep) beschrijft hoe deze beweging niet meer weg te denken is uit het kerkelijk spectrum.
Een intrigerend gesprek tussen Jezus en Nikodemus, een Farizeeër, is te lezen in het derde hoofdstuk van het evangelie van Johannes. Nikodemus is de rationele conformist, die door Jezus wordt uitgedaagd om de werkelijkheid van het geestelijke leven te ontdekken, het leven dat geïnspireerd wordt door de Heilige Geest. Jezus zegt tegen hem: ‘De wind waait waarheen hij wil; je hoort zijn geluid, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is het ook met iedereen die uit de Geest geboren is.’ (Johannes 3:8). Nikodemus blijft zich afvragen hoe dat dan in de gewone wereld in zijn werk gaat.
Dit spanningsveld tussen twee denkwerelden, tussen het geestelijke en natuurlijke – tussen het onzienlijke spirituele en het zichtbare materiële bestaan – is kenmerkend voor de relatie van de gevestigde kerken en de pinksterbeweging. Die beweging ontstond aan het begin van de twintigste eeuw. Wederzijds onbegrip en verwijdering zijn aanvankelijk het gevolg. Inmiddels is de pinksterbeweging niet meer weg te denken uit het kerkelijk spectrum. Wereldwijd zijn er ruwweg 600 miljoen aanhangers, waarvan de helft tot de Pinkstergemeenten behoort en de andere helft bestaat uit charismatische christenen verspreid over diverse kerkgenootschappen (bron: Pew Research Center). We kunnen daarom gerust spreken van een twintigste-eeuwse reformatie onder het motto: ‘Hier sta ik, het kan ook anders’. In getal heeft de pinksterbeweging de protestanten ruim overvleugeld. Hierbij volg ik de visie van onder meer L. Newbigin, die de pinksterbeweging als een aparte stroming in het christendom definieert.
In getal heeft de pinksterbeweging de protestanten ruim overvleugeld
In dit artikel wil ik ingaan op enkele aspecten die hebben bijgedragen aan de opmerkelijke groei van deze veelkleurige beweging. In de meeste studies wordt gewezen op het fenomeen van de glossolalie – het spreken in (onbekende) talen ingegeven door de heilige Geest. Dit is theologisch en historisch inderdaad een kenmerkend element geweest. Hoe exotisch deze geestelijke gave ook is, men doet de beweging tekort door het daartoe te versmallen. Daarom wil ik mijn vizier richten op radicale vernieuwingen die de pinksterbeweging teweeg heeft gebracht – vernieuwingen in relatie tot rassenongelijkheid, vrouwenemancipatie, oecumene, aanbidding en zending.
Rassenongelijkheid
De pinksterbeweging ontstond in de kringen van de zogeheten heiligingsbeweging uit de negentiende eeuw, met leiders als Wesley, Finney en William Booth. Onder hun aanhangers was veel belangstelling voor de ‘doop in de heilige Geest’, die als voltooiing van de heiliging gezien werd, zoals onder meer in Marcus 1:8 staat. In verschillende werelddelen begonnen gelovigen als op de eerste pinksterdag (Handelingen 2) in vreemde talen te spreken. In Los Angeles kreeg de opwekking die vanaf 1906 plaatsvond in de Azusastraat veel aandacht. De leider van deze kleine kerk was de zwarte slavenzoon William Seymour (1870-1922).
De opwekking duurde drie jaar. Niet alleen de klanktaal maar vele andere bijbelse geestesgaven, zoals de gave van kennis, wonderen en genezing, manifesteerden zich hier. Heel bijzonder voor die tijd was het feit, dat het niet uitmaakte welke huidskleur je had. ‘De kleurenscheiding werd weggewassen door het bloed!’ jubelde Frank Bartleman, die ooggetuige was van de opwekking. Voor Seymour was deze zichtbare liefde het ultieme bewijs van de doop in de heilige Geest. Blanke voorgangers uit de zuidelijke staten, waar de Jim Crow-wetten rassenscheiding legaal oplegden, bezochten het kerkje in de Azusastraat en moesten erkennen dat dit een werk van God was. Ondanks dit veelbelovende begin ontwikkelden de pinksterkerkgenootschappen in de Verenigde Staten zich langs racistische lijnen en stierf Seymour in betrekkelijke anonimiteit.
‘De kleurenscheiding werd weggewassen door het bloed!’
Vrouwenemancipatie
Ongebruikelijk in die tijd kregen vrouwen een leidende rol binnen de jonge beweging. Agnes (Lizzie) Ozman (1870-1937), een jonge vrouw, ontving als eerste de doop in de Heilige Geest bevestigd door klanktaal. In India vond in 1905 een pinksteropwekking plaats in het tehuis voor kinderweduwen onder leiding van Pandita Ramabai Sarasvati (1858-1922). Zij wordt tot op de dag van vandaag in India geëerd als een vooraanstaand sociaal activiste, die veel heeft betekend voor de vrouwenemancipatie.
Aimee Semple McPherson (1890-1944), was in haar tijd de meest bekende evangeliste in de Verenigde Staten en de eerste vrouw met een radiostation in Los Angeles. Zij richtte in 1923 de Foursquare Church op. Dit kerkgenootschap telt nu bijna 9 miljoen leden in 67.500 kerken wereldwijd. In Nederland preekte Wilhelmina Polman-Blekkink (1878-1961), de vrouw van de pinksterpionier Gerrit Roelof Polman (1868-1932), als haar man in het buitenland was. Hun gezamenlijke Leger des Heils-achtergrond zal daarbij zeker een rol hebben gespeeld.
Moesje Alt (1903-1961) werd zendelinge in Indonesië. In 1935 richtte zij de Vereeniging de Pinksterzending in Nederlandsch-Indië op. Ze gaf daar vele jaren leiding aan. Daarnaast was zij een geliefd predikster en publiceerde zij het blad Gouden Schoven. Als vandaag de dag een vrouw bijzondere charismatische gaven blijkt te bezitten, dan zal zij zeker worden erkend in haar bediening. Toch is de praktijk dat de pinksterkerkgenootschappen nog altijd door mannen wordt gedomineerd.
Oecumene
Aanvankelijk was de pinksterbeweging, met name in Europa, een vernieuwingsbeweging binnen de gevestigde kerken. Gerrit Polman hoopte dat zijn kerkje in Amsterdam een doorgeefluik zou zijn van de kracht van de Heilige Geest en dat deze ervaring christelijke eenheid zou bewerkstelligen. De leider in Engeland, Alexander Boddy (1854-1930), bleef zijn leven lang Anglicaans predikant en de leider in Duitsland, Jonathan Paul (1853-1931), was Luthers predikant. Door de grote weerstand die zij in de regel ondervonden, werd dit oecumenische verlangen gefrustreerd en zagen zij zich, vaak met grote tegenzin, genoodzaakt zelfstandige kerkgenootschappen op te richten.
Met grote tegenzin richtten ze zelfstandige kerkgenootschappen op
De groei van de pinksterbeweging (met name in de derde wereld) en de toenemende belangstelling voor het werk van de Heilige Geest, resulteerden in de jaren zestig in meer wederzijdse openheid en dialoog. Door de invloed van de charismatische beweging werden de kenmerkende leerstellingen van de pinksterbeweging over de doop en de gaven van de Heilige Geest (zoals bijvoorbeeld in 1 Korinthe 14 beschreven) meer en meer geaccepteerd en bevorderd binnen de historische kerken. Hieruit ontstond vanaf 1972 onder meer een internationale dialoog met de Rooms-Katholieke Kerk en de pinksterkerken. Vanaf 2000 is er een vergelijkbare dialoog met de Wereldraad van Kerken. In Nederland hebben vergelijkbare dialogen plaatsgevonden op nationaal vlak tussen de rooms-katholieke kerken, de Protestantse Kerk in Nederland en de pinksterkerken. Een boeiende vraag daarbij is in hoeverre een gemeenschappelijke godservaring de eenheid kan bevorderen. De Opwekking-conferenties die jaarlijks rond de pinksterdagen gehouden worden, recentelijk in Biddinghuizen, zijn een prachtig voorbeeld van oecumenische vieringen in de geest van de pinksterbeweging.
Aanbidding
In de liturgie van de meeste pinkstergemeenten neemt de zogeheten ‘aanbidding’ een gelijkwaardige plaats in met de prediking. In de regel staat dit gedeelte van de eredienst onder leiding van een aparte aanbiddingsleid(st)er of aanbiddingsband. Meerdere back-up zangers zijn gebruikelijk. Gedurende de aanbidding is er gelegenheid voor participatie van alle aanwezigen, bijvoorbeeld door gebed, het lezen van een bijbelgedeelte of door het uiten van geestesgaven (zoals profetie, het delen van een visioen of een woord van kennis). Vaak worden de liedteksten via een beamer geprojecteerd, wat ruimte maakt voor lichamelijke expressie, zoals het opheffen van de handen. De liederen zijn eigentijds, christocentrisch en vol emotie. Er is muzikale ondersteuning door instrumenten, zoals gitaar, drums en soms viool, dwarsfluit of trompet. Hoe recenter de liederen geschreven zijn, hoe populairder ze zijn en hoe vaker ze worden gezongen. Elk jaar wordt de liederenbundel aangevuld. De liederenbundel van de Stichting Opwekking is inmiddels in veel kerken ingeburgerd als welkome en eigentijdse aanvulling en vooral onder de jeugd zeer geliefd. Emotie en enthousiasme vinden zo een rechtmatige plaats binnen de christelijke kerk wereldwijd. Het zoeken naar de juiste balans tussen ratio, emotie en expressie blijft daarbij een uitdaging.
Zending
De pinksterbeweging wordt vaak onterecht onder het evangelische tapijt geschoven en daarmee geassimileerd. De evangelische stroming kenmerkt zich door nadruk op de veelal letterlijke bijbeluitleg. In de pinksterbeweging is de actuele inspiratie door de Heilige Geest van bijna even groot belang als de Bijbel. Wat beide bewegingen wel verbindt is de zendingsdrang, het verlangen om het evangelie wereldwijd uit te dragen. Daarbij wordt dat goede nieuws meestal verengd tot vergeving van de persoonlijke zonden door het zoenoffer van Jezus Christus, waardoor toegang tot de eeuwigheid c.q. de hemel wordt verkregen.
Emotie en enthousiasme vinden een plaats binnen de christelijke kerk
Er is minder aandacht voor de doorbraak van het Koninkrijk Gods: de belangrijke consequenties van het evangelie voor de onderlinge verhoudingen, natuur en milieu. De urgentie van de zendingsopdracht is van meet af aan door pinkstergelovigen versterkt door de verwachting dat de wederkomst van Christus nabij is. De klanktaal werd aanvankelijk zelfs beschouwd als een zendingsgave, omdat er geen tijd meer was om een vreemde taal te leren. De pinksterzending bleek daarbij bijzonder effectief in landen van de derde wereld. Het bood een tegenkracht tegen de nog vaak gevreesde en bestreden boze geesten. Door de nadruk op de autonomie van de plaatselijke gemeente en de persoonlijke leiding van de Heilige Geest, konden de nieuwe pinksterkerken zich makkelijker aansluiten bij de plaatselijke en landelijke cultuur. In Afrika en Zuid-Amerika zijn de pinkstergemeenten inmiddels zo hard gegroeid, dat geen politicus meer om ze heen kan.
Na meer dan een eeuw is de pinksterbeweging nog altijd op zoek naar haar eigen identiteit. Als zij zich laat opsluiten in de dwangbuis van haar fundamentalistische geloofsgenoten, zal haar invloed afnemen, naar ik vrees. Als zij Woord en Geest in harmonie weet te brengen in een nieuwe hermeneutiek, dan kan zij een blijvende stuwingskracht worden in de kerk van Jezus Christus.
Veni Creator Spiritus
Piet N. van der Laan is in 1951 in Amsterdam geboren. Hij was onder meer docent (1980-1984) en directeur van de Centrale Pinkster Bijbelschool (1989-1992), redacteur en eindredacteur bij de Evangelische Omroep (1993-2000) en ten slotte hoogleraar theologie en kerkgeschiedenis aan de Southeastern University in Lakeland, Florida, VS.
Literatuur
- Alan Heaton Anderson, An Introduction to Pentecostalism: Global Charismatic Christianity (2nd ed., Introduction to Religion). Cambridge, Cambridge University Press, 2013.
- Cees van der Laan, Moesje Alt. 50 jaar zendelinge in Nederlands-Indië. Franeker, Van Wijnen, 2016.
- C. van der Laan en P.N. van der Laan, Pinksteren in Beweging: vijfenzeventig jaar pinkstergeschiedenis in Nederland en Vlaanderen. Kampen, Kok, 1982.
- C. van der Laan, De Spade Regen: Geboorte en groei van de pinksterbeweging in Nederland (1907-1930). Kampen, Kok, 1989.
- Cees en Paul van der Laan, Toen De Kracht Gods Op Mij Viel – 100 Jaar pinksterbeweging In Nederland 1907-2007. Kampen, Kok, 2007.
- Stanley M. Burgess, Eduard M. van der Maas (redacteuren), New International Dictionary of Pentecostal and Charismatic Movements. Grand Rapids, Michigan, Zondervan, 2002.