Dichterbij ik en dichterbij wij
In de woongemeenschap van Klooster Nieuw Sion wonen vijftien volwassenen en acht kinderen. Hoe is het om te wonen in een gemeenschap? Hoe schakel je tussen ‘ik’ en ‘wij’? Voor Open Deur spraken we met Renée Tanis-Wierenga. Samen met haar man leidt Renée de woongemeenschap.
Hoe ben je bij de woongemeenschap gekomen?
‘Ik wilde heel graag leven in het gebedsritme van Nieuw Sion. De getijdengebeden vormen het hart van het klooster. We lezen de psalmen uit de Bijbel, zingen en zijn stil. Naast alles wat er gebeurt in het klooster ervaar ik de woongemeenschap als heel verrijkend. Sinds 2021 woon ik hier samen met mijn man.’
Dat is best een stap. Is het voor de één makkelijker om in een woongemeenschap te wonen dan voor de ander?
‘Op het eerste gezicht zou je zeggen van wel. Dat het beter te doen is voor iemand die extravert is en oplaadt door contact met anderen. Zelf ben ik meer introvert, ik heb tijd voor mezelf nodig om nieuwe energie op te doen. Tien jaar geleden zou ik hebben gezegd dat dit totaal niets voor mij is.’
Nu denk je daar anders over?
‘Ja. Het gaat niet zozeer over extravert zijn of introvert zijn. Het gaat veel meer over flexibiliteit, of je je kunt voegen naar de groep. En of je kunt reflecteren op je eigen gedrag. Kun je onder woorden brengen wat er in je leeft? Als je dit laatste niet kunt, verdrink je in de groep en verlies je je eigenheid, je ‘ik’. Als je je niet kunt aanpassen en reflecteren, ben je een blokkade voor de groep en verlies je het ‘wij’.’
Hoe behoud je die eigenheid?
‘Door het wonen en leven in de groep word je gespiegeld. Je wordt je bewuster van je eigen normen en waarden, van je eigenheid. Juist omdat je anderen om je heen hebt, ontdek je meer van jezelf. Zo ervoer ik door het leven in de groep dat ik houd van structuur en georganiseerd zijn, maar anderen lang niet altijd. Die structuur, die hoort bij mij.’
Dat lijken me mooie ontdekkingen.
‘Ja. Door het samenleven kom je dichterbij wij en dichterbij ik. Het is als een meerstemmig lied: je concentreert je op je eigen partij en stemt je tegelijkertijd af op de anderen. Zo maak je samen prachtige muziek.’
Wat doen jullie als groep?
‘We hebben één gemeenschapsavond per week. We wisselen af wat we doen op die avond. Als we iets doen wat iemand minder leuk vindt, kan die zuchten, maar ook genieten omdat de anderen het naar hun zin hebben. Je gaat steeds meer van elkaar houden. En als groep zorgen we voor dit klooster. Omdat we met meerdere mensen zijn, hoeven we niet allemaal alles te doen. Je kunt doen wat je graag doet: klussen, financiën, de moestuin.’
‘Door het wonen en leven in de groep word je gespiegeld’
En als er belangrijke keuzes moeten worden gemaakt? Hoe werkt dat?
‘Als groep beslissen we samen over belangrijke dingen. Als ik mijn idee goedvind, maar anderen willen iets heel anders, dan spreek ik mij uit. Die botsingen helpen om samen te zoeken. In die processen zoeken wij als leiders wat het beste is voor de groep. Dat geeft de doorslag. In een groep heb je het niet als individu voor het zeggen. Regelmatig moet je je overgeven aan een keuze die voor jou wordt gemaakt.’
Je noemde eerder de gebedsmomenten, en dat die het hart vormen van het klooster.
‘Ja, dat ervaren we allemaal zo. Deze gebeden zijn zo vanzelfsprekend als onze ademhaling. Dit is wat ons verbindt. Bij Hem zijn, stil zijn. Dat merken we dagelijks, maar zeker ook als er iets heftigs gebeurt in de gemeenschap. Dan zit ineens iedereen tegelijk in de kapel.’
Die momenten brengen jullie samen, en ook bij God.
‘Ja, het is niet alleen dichterbij ‘ik’ en dichterbij ‘wij’. In de gemeenschap komen we ook dichterbij God. God is bij uitstek Iemand die heel erg Ik is en heel erg Wij. Als we kijken naar Jezus, zien we dat Hij niet zomaar zijn eigenheid laat varen. Hij is een hele krachtige Ik. Tegelijk is God niet vast te pinnen op één Persoon. Hij is groter dan Jezus. De God van Liefde is een Wij.’
Francisca Folkertsma is theoloog en eindredacteur van Open Deur.