Een bloeiende stad
De stadspredikant als schakel tussen kerk en samenleving

De stad is altijd in beweging. Mensen komen en gaan, gebouwen verrijzen en verdwijnen, trends wisselen elkaar af. In deze dynamiek is de kerk eeuwenlang een baken van rust geweest: een plek van ritme en bezinning. Maar hoe blijft de kerk van betekenis in een wereld die sneller verandert dan ooit? Die vraag stond centraal op de studiedag Een bloeiende stad, gehouden op 29 januari 2025 in de Amsterdamse buurtkerk Hebron.
Steeds vaker duiken stadspredikanten, buurtdominees en city pastors op in het stedelijke landschap. Zij slaan bruggen tussen verschillende groepen in de samenleving en brengen de kerk op innovatieve manieren de stad in. Neem Hebron, een kerk in de Amsterdamse Spaarndammerbuurt. De remonstrantse geloofsgemeenschap die ooit met sluiting werd bedreigd, is nu een levendige en open gemeenschap.

Stadspredikanten: verbinding in een stedelijke samenleving
Die transformatie weerspiegelt een bredere beweging: wereldwijd groeit het besef dat kerken niet alleen intern gericht moeten zijn, maar juist ook een externe missie hebben. De kerk is er niet alleen voor zichzelf, maar ook voor de samenleving. In tijden van krimp krijgt die externe rol soms minder aandacht, maar vaak volgt dan een correctie: kerken herinneren zich hun roeping en zetten zich juist extra in om dienstbaar te zijn aan de samenleving.
Onderzoek naar de gemeenschappelijke visie van stadspredikanten
Tijdens de studiedag ‘Een bloeiende stad’ presenteerden onderzoekers van het Arminius Instituut, de wetenschappelijke instelling van de Remonstranten aan de VU Amsterdam, hun bevindingen over het werk van stadspredikanten. Het onderzoek uit 2024 richtte zich op theologen die zich bezighouden met het verbinden van mensen in de stad en de buurt. Wat deze bijeenkomst extra bijzonder maakte, was dat de stadspredikanten zelf aanwezig waren. Dat zorgde voor een ‘feest van herkenning’, blikt Sophie Kuipers terug in AdRem (maart 2025).
Hoewel de invulling van hun werk per stad verschilt, delen stadspredikanten een gemeenschappelijke visie: ze willen verbindingen leggen om het welzijn van stadsbewoners te vergroten. Dat vraagt om een actieve houding buiten de kerkelijke muren, in het bruisende hart van de stad.

Drie kernvragen als rode draad
Drie kernvragen vormden de rode draad van de studiedag:
- Hoe past de stadspredikant in de kerkelijke traditie?
- Kunnen we deze pioniersfunctie los zien van de zorgen over krimp en toekomst van de kerk?
- Wat betekent het als de stadspredikant het gesloten kerkelijke systeem openbreekt?
Uitdager van het systeem: de stadspredikant als pionier
De stadspredikant is een vreemde eend in de bijt. Als city chaplain beweegt deze zich voortdurend op de grens tussen kerk en samenleving. Door naar buiten te treden en zich onder de mensen te begeven, verandert niet alleen de relatie tussen kerk en stad, maar ook de kerk zelf.
Onderzoeker en predikant Bert Dicou illustreerde deze transformatie met opmerkelijke bevindingen: van het zegenen van motorrijders tot WhatsApp-communities rond Pasen: de stadspredikant is veelzijdig en innovatief.

Deze beweging kent internationaal verschillende vormen. In Nederland richten stadspredikanten, city pastors en buurtdominees zich sterk op maatschappelijke betrokkenheid. Hoewel hun werk voortkomt uit de bredere kerk, zijn ze niet gebonden aan een specifieke geloofsgemeenschap, maar staan ze midden in de stedelijke samenleving. Dit vraagt om flexibiliteit en creativiteit, want voor een stadspredikant is geen dag hetzelfde. Hun taak is veelzijdig: van pastorale zorg en liturgie tot samenwerking met maatschappelijke organisaties en lokale overheden.
Liturgie op onverwachte plekken
“De stad verrassen met de kerk, en de kerk verrassen met de stad.” Dit motto van Hebron sluit naadloos aan bij moderne theologische visies, zoals de ‘Disclosing Church’ van Clare Watkins en de ‘Liquid Church’ van Pete Ward en Kees de Groot. Niet de zendende, maar de ontvangende kerk staat centraal. De stadspredikant heeft geen vastomlijnde agenda, maar schept ruimte voor ontmoeting en verwondering.
Tijdens de studiedag werd duidelijk dat liturgie nog steeds een cruciale rol speelt in het werk van stadspredikanten. Oude tradities worden op innovatieve wijze geherinterpreteerd: van een Witte Donderdagmaaltijd voor niet-kerkgangers tot een gebedsmoment in een sportschool of een herdenkingsdienst in een buurthuis. De kerk blijft een plek van zegen en gemeenschap, maar ontwikkelt nieuwe, fluïde vormen.
De stad als kerk?
Hoe bruisend die nieuwe visie ook mag klinken, vragen zijn er ook. Een belangrijke is: is de stadspredikant een missionair werker, een diaconaal medewerker of een pastor? Dr. Elza Kuyk van de VU spreekt van de stadspredikant als ‘meebewegend ambtsdrager.’ Dat vraagt om nieuwe manieren van denken binnen en buiten de kerk. Hoe verhouden fluïde, kortstondige gemeenschappen zich tot de duurzame structuren waarop de kerk traditioneel gebouwd is? En ligt de nadruk niet te veel op steden, ten koste van het platteland?
De toekomst van de stadspredikant
Wat betekent deze ontwikkeling voor kerken? Veel gemeenten ervaren druk door aanhoudende krimp. De verleiding om de moed te laten zakken kan groot zijn, maar die druk kan juist een aansporing zijn om nieuwe wegen van zinvol kerkzijn te verkennen. De ervaringen van stadspredikanten tonen dat er talloze mogelijkheden zijn om relevant te blijven.
Tijdens de studiedag komen heel wat concrete voorbeelden voorbij. Denk maar aan een pastoraal spreekuur, of aan debatten over maatschappelijke thema’s zoals racisme en het slavernijverleden, of samenwerking met belangenorganisaties, gemeentebesturen en academische instellingen. En dat is nog maar een greep uit vele mogelijkheden.

Tim Vreugdenhil, zelf stadspredikant, vergelijkt zijn rol met die van een stadsdichter of stadsbioloog:
De city chaplain is iemand die de stad dient en die daar woorden aan geeft.
Dat beeld vat het prachtig samen. De stad is doorlopend in beweging en verandering. De stadspredikant beweegt mee met die veranderingen, zoekt naar verbinding en biedt een luisterend oor.
Zoals ds. Margriet Gosker het verwoordt:
Niet voor zichzelf leeft de kerk, niet om haar eigen muren hoog te houden, maar om midden in de wereld (stad) te staan.
De vraag is niet óf de stadspredikant nodig is, maar hoe de kerk deze rol kan omarmen en ondersteunen. Theoloog en kerkjurist Edwin Deelen noemt terecht het onderscheid tussen kerk en kathedraal. Verschillende hoedanigheden van de kerk hebben verschillende functies. Die zijn niet bedoeld om elkaar te vervangen, maar als aanvulling op elkaar. De kerk verdwijnt niet, ze verandert. En in die verandering bloeit de stad.

Kelly Keasberry is journalist, religiewetenschapper en theoloog.
In 2024 bracht ze een boek uit: ‘Geworteld in verbinding. Een ecologische theologie voor de toekomst’ (Maklu/Garant).