Een onzeker bestaan …
De piano is de comfortzone van Hanneke Allewijn. Die liefde heeft ze onlangs teruggevonden, maar pas na een lange omweg.
Toen ik een jaar of 6 was, begon ik met pianospelen al had ik geen les. Er stond een piano thuis, omdat mijn oudere zus pianoles had. Waar zij hard moest oefenen, ging het mij gemakkelijk af. Eerst speelde ik alles van gehoor. Later leerde ik mezelf noten lezen.
Ik deed niets liever, en dat uren per dag. Dat gaf thuis zo veel strijd dat ik koos voor vioolles. Mooie jaren waren het in het jeugdorkest. Maar de piano bleef mijn grote liefde en later kreeg ik toch pianoles (mijn ouders hoopten zo de spanning thuis wat te kanaliseren).
Vrees niet
Eenmaal op de middelbare school belde de muziekdocent mijn ouders op met het advies dat ik conservatorium zou gaan doen.
Mijn grote droom! Mijn ouders vreesden dat er te veel druk op me gelegd zou worden. Bovendien waren ze bang dat ik niet gelukkig zou worden als pianolerares. En concertpianist? Dat was volgens hen zo’n onzeker bestaan. Daar moest ik maar niet aan beginnen.
Toen ik 15 was kreeg ik een ernstig ongeluk. Ik had een auto niet gezien, met een schedelbasisfractuur tot gevolg. Vele moeilijke jaren volgden. Pianospelen moest ik opnieuw leren. Eenmaal opgenomen in het revalidatiecentrum (een jaar intern) kreeg ik weer les. De droom om muziek te studeren is nooit weggegaan.
Sta op
Ik ging theologie studeren, dat viel volledig buiten mijn comfortzone. Ik was niet kerkelijk. Maar het waren kleine klasjes, prikkelarm, en vakken als geschiedenis en talen interesseerden me. Ik moest letterlijk weer opstaan in het leven. Dat heeft me veel jaren gekost.
De droom om muziek te studeren is nooit weggegaan
Ik werd voorganger in Berlijn. Daarnaast ging ik kerkmuziek C studeren met als hoofdvak orgel. Ik heb daar niet veel mee gedaan. Er volgden jaren waarin ik nauwelijks nog piano speelde. Maar langs de weg van de muziek kregen geloof en kerk inhoud voor mij.
Uiteindelijk ben ik predikant geworden, eerst bij het straatpastoraat voor dak- en thuislozen in Den Haag. En nu werk ik als gevangenispredikant. Uit mijn comfortzone gaan is ergens normaal geworden.
De laatste jaren ben ik steeds meer liedjes gaan schrijven. Ik heb zangles genomen en me toegelegd op componeren: soms het serieuzere werk (piano en koor), soms eenvoudiger liedjes. Ik heb weer het oude plezier van vroeger in de muziek.
Ga!
De laatste tijd drong zich steeds vaker de vraag op of ik altijd uit de comfortzone moest. Nee. En daarom begin ik aan de kleinkunstacademie. Soms treed ik op. Met liedjes over het werk als justitiepredikant, maar ik maak ook liedjes op maat.
Natuurlijk vind ik het spannend om te beginnen aan de kleinkunstacademie. Meer in de zin: zal het niet te veel zijn, naast mijn werk? Ik denk dan aan de woorden van de Bijbel. Vrees niet! Sta op! En ga! Die verhalen in de Bijbel waar mensen door alle moeite heen op weg gaan naar het beloofde land, vind ik altijd weer inspirerend. Ik zal zien hoe het gaat.
Wat blijft is de dankbaarheid voor wat er nu is: dat ik met plezier weer muziek maak, het werk voor de kerk in de gevangenis, dat ik gezond ben. Daar heb ik ook lang niet van kunnen en durven dromen!