Menu

None

Voorbereiding voor ambtsdragers in de gemeente

Vijgenboom
Afbeelding van JackieLou DL via Pixabay

Geroepen worden door God klinkt bijzonder. Hoe kun je dat dichterbij brengen in het gesprek met aanstaande ambtsdragers? Fulco Timmers gebruikt een waaier aan verhalen.

Gelooft u dat in uw verkiezing door deze gemeente u door God zelf tot deze dienst geroepen bent?’ Die vraag klinkt wanneer gemeenteleden in het ambt bevestigd worden. Ik bereid de dienst waarin dat gebeurt, altijd voor met de aanstaande ambtsdragers en met degenen die herbevestigd worden of afscheid nemen van het ambt.

We bespreken in de voorbereiding wat de kerkorde zegt over het ambt, we verzamelen materiaal (liederen, gedichten, bijbelverhalen) dat mogelijk in de dienst een rol kan spelen, we delen ervaringen met het ambt en we hebben het over deze vraag, over geroepen worden door God. Kun je van harte ‘ja’ zeggen op deze vraag? Wat betekent dat: geroepen worden door God?

Geen stem uit de hemel

Tijdens de voorbereiding vraag ik aan degenen die bevestigd zullen worden, wat die vraag bij hen oproept. Zelden komt het gesprek dan op een stem die uit de hemel geklonken heeft, die gezegd heeft dat ze ambtsdrager moeten worden. ‘Hoe is het wel gegaan?’ vraag ik dan. En vervolgens komen er vrijwel altijd ontroerende verhalen naar voren.

Voor de een komt de roep tot het ambt door de vraag van iemand: is de diaconie niet wat voor jou? Voor de ander is het een soort appel dat meer van binnenuit opkomt: is het niet eens tijd dat je iets geeft in de gemeenschap die je veel gebracht heeft?

Zo’n rechtstreekse roeping betekende niet dat Abram of Mozes zonder aarzelen die roep volgden

Voor nog een ander wordt die roep zichtbaar bij het terugkijken op de levensweg. ‘En je ziet dan: zo heeft God mij kennelijk gebracht naar deze plaats en dit moment.’

Weer een ander vertelt dat er in het gezin waar die is opgegroeid, een soort vanzelfsprekendheid heerste. ‘Het sprak vanzelf dat je je steentje bijdroeg aan de kerkgemeenschap.’

Bijbelse roepingsverhalen

Ik leg naast deze grote variatie aan roepingsverhalen een vergelijkbare waaier aan mogelijkheden zoals die in bijbelverhalen naar voren komt. Natuurlijk zijn er de verhalen van Abram, Mozes of Samuel die heel direct aangesproken worden door God. Tegelijkertijd zie je in die verhalen dat zo’n uitgesproken roeping niet betekent dat zij zonder aarzelen en vol vertrouwen die roep volgen.

Abram probeert al snel zijn eigen hachje te redden, wanneer hij vanwege een hongersnood eigenlijk niet meer goed weet waar hij zijn heil zoeken moet. Mozes brengt het ene na het andere bezwaar naar voren waarom hij in feite ongeschikt is voor de taak waartoe God hem roept. Samuel heeft in eerste instantie geen idee wat hem overkomt wanneer hij door God aangesproken wordt.

Naast dit soort expliciete roepingsverhalen vind je ook impliciete roepingsverhalen. De roeping van Esther om haar volk te redden is misschien wel het meest impliciet van allemaal. Zoals wellicht bekend wordt in dit boek God geen enkele keer genoemd. De redding van het Joodse volk komt in dit verhaal alleen tot stand door het handelen van mensen en de keuzes die zij maken. Ook dat is onderdeel van het bijbels getuigenis.

Niet één manier

Een mooi verhaal waarin de waaier aan manieren waarop mensen geroepen kunnen worden naar voren komt, vind je wat mij betreft in Johannes 1:35–51. Er zijn twee mensen bij wie het initiatief vooral bij henzelf ligt: ze horen het getuigenis van Johannes de Doper over Jezus en zoeken hem dan op. Een ander wordt door zijn broer erbij gehaald. Een derde wordt direct door Jezus aangesproken. En die betrekt vervolgens een vriend erbij.

In een paar verzen komt dus een hele waaier langs: zelf in beweging komen of erbij gehaald worden, van heel expliciet aangesproken worden tot meer impliciet meegenomen worden. Door er zo met elkaar over te praten, en te zien op hoeveel manieren Gods roep kan klinken, verandert die roepstem van God.

Vaak is die Stem eerst een vraagteken: hoe zou ik die kunnen horen? Maar wanneer we doorpraten over de verschillende manieren waarop die Stem kan klinken, verandert het vraagteken nogal eens in een uitroepteken. Hier helpt ook de bijdrage van degene die herbevestigd worden of afscheid nemen.

Niet zelden vertellen zij dat ze met een zekere aarzeling aan het ambt zijn begonnen. Voegt dat ambt nu iets toe ten opzichte van het vrijwilligerswerk dat ze vaak al deden voor de kerk? Maar tijdens het gesprek herinneren zij zich voorvallen waarbij dat ambt toch een verschil heeft gemaakt.

Ze ontdekken dat ze iets gedaan hebben waarvan ze vooraf niet gedacht hadden dat ze het konden doen. Ze hebben bijvoorbeeld iemand nabij kunnen zijn op een ongedachte manier.

Het onbekende tegemoet

Ik moet denken aan hoe Natanaël geroepen wordt in het Johannesevangelie. ‘Kijk!’ zo begroet Jezus hem, ‘een echte Israëliet, iemand zonder list of bedrog!’ ‘Waar kent u mij van?’ vraagt Natanaël. Waarop Jezus antwoordt met: ‘Ik had je al gezien, nog vóór Filippus je riep.’

De vraag en ons antwoord daarop geven grond onder onze voeten

‘Heer die mij ziet zoals ik ben, dieper dan ik mijzelf ooit ken’ – die woorden van Psalm 139 klinken door in Jezus’ antwoord aan Natanaël. Deze psalm wordt in het voorbereidingsgesprek nogal eens genoemd als een tekst die mensen dierbaar is. Geroepen worden door God mag ook talenten in ons oproepen waarvan we zelf nooit gedacht hadden dat we die bezaten.

’Gelooft u dat in uw verkiezing door deze gemeente u door God zelf tot deze dienst geroepen bent?’ In de persoonlijke uitwisseling over deze vaak in eerste instantie ingewikkelde vraag komt naar boven hoe ons ‘ja’ ons bij het aangaan van een ambt in de gemeente kan dragen.

En er wordt duidelijk waarom die vraag dus als eerste wordt gesteld. Als God het is die ons zo roept, dan kan dat ons vertrouwen geven en moed om deze weg te gaan.

De vraag en ons antwoord daarop geven grond onder onze voeten, juist ook wanneer de weg moeilijk is en er teleurstellingen op ons pad komen. Zo ontdekken we steeds weer dat de roep van God vertrouwen mag geven, vertrouwen om ook het onbekende tegemoet te gaan. We kunnen die weg gaan omdat het God is die ons roept.

Fulco Timmers werkte onder meer als gemeentepredikant en programmaleider bij de PKN.


Roeping
Woord & Dienst 2024, nr. 9

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken