Een veilig thuis
Regelmatig kom ik ze tegen, als ik op bezoek ben: afbeeldingen met daarop de onderstaande tekst.
In dit huis
Hebben we plezier
Maken we fouten
Zeggen we sorry
Beginnen we opnieuw
Worden we boos
Vergeven we
Geven we knuffels
Horen we bij elkaar
Hebben we lief
Er zijn allerlei varianten, heb ik al wel ontdekt, maar de strekking is altijd dezelfde. Er kan hier van alles gebeuren, mooie en minder mooie dingen – en die zullen ook allemaal wel gebeuren. Maar uiteindelijk maken we het altijd weer goed. Dit is, met andere woorden, een veilig huis.
Gemeente als huis
De gemeente kun je ook een huis noemen. En de leden vormen samen een gezin: Gods huisgezin. Ook in dat gezin gebeurt er van alles, mooie en minder mooie dingen. Er wordt naar elkaar omgezien en met elkaar meegeleefd; er zijn veel vrijwilligers actief in de kerk, er is betrokkenheid en geloof. Maar de andere kant maken we ook mee, dat mensen niet samen door een deur kunnen, dat er misverstanden zijn, slechte communicatie, irritaties, boze e-mails, onbegrip over genomen besluiten of juist over het niet nemen van besluiten. Er is geen gemeente waarin dat niet aan de orde is. Kun je dan toch spreken van een veilig huis? En zo ja, wat is er voor nodig om de gemeente tot een veilig huis te maken? Deze vraag staat in dit artikel centraal.
Veiligheid
Veiligheid is in onze tijd volop in de aandacht. Dat heeft te maken met veel situaties van onveiligheid die wij meemaken. Er gaat bijna geen dag voorbij, of we zien of horen in de media dat er talloze mensen zijn die niet veilig zijn. Nog nooit waren er in de geschiedenis zoveel vluchtelingen als vandaag. Mensen op de vlucht: voor oorlog, dictators, hongersnood.
Maar ook op andere terreinen zien we dat veiligheid in het geding is. We horen talloze misbruikverhalen, intimidatie en ongewenste intimiteiten. Daar is de laatste tijd veel aandacht voor geweest. De stroom berichten over #MeToo, allereerst in de entertainmentindustrie, maar al snel veel breder, heeft duidelijk gemaakt dat misbruik ook heel subtiel kan plaatsvinden.
Breed spectrum
Ook al gaan de gedachten snel in die richting, onveiligheid gaat verder dan seksueel misbruik alleen. Onveiligheid kan op allerlei manieren ontstaan. Een voorzitter die niet goed luistert, of erg sturend aanwezig is; een ouderling die slordig omgaat met geheimhouding; een gemeentelid dat een ander zwart maakt; een jongere die niet de ruimte ervaart om voor zijn of haar geaardheid uit te komen; een catecheet die een jongere in de groep te kijk zet; en zo zijn er nog talloze voorbeelden te noemen. Heel vaak speelt macht daarin een grote rol. Ongelijke verhoudingen vormen nogal eens een voedingsbodem. Ook bij veel misbruikverhalen en #MeToo is dat het geval, evenals bij de Black Lives Matter beweging.
Grenzen
Het is daarom goed dat het thema veiligheid hoog op de agenda komt te staan. Om veiligheid te waarborgen zijn grenzen nodig: regels die duidelijk maken welk gedrag wel en welk gedrag niet acceptabel is. Zoals er in elk gezin afspraken zijn, zo geldt het ook in de gemeente. Met elkaar spreek je af wat de lijnen zijn waarbinnen je je kunt bewegen: ‘tot hier en niet verder’. Grenzen geven duidelijkheid en houvast, en maken de onderlinge verwachtingen helder. Soms zijn grenzen besproken en genoteerd. Soms zijn ze als ongeschreven regel doorgegeven en zit het in de cultuur verankerd. Natuurlijk worden grenzen soms ter discussie gesteld. Ze liggen ook niet voor altijd vast. Er kunnen nieuwe inzichten ontstaan, er kunnen zich situaties voordoen die nog niet eerder aan de orde waren.
Wie bepaalt die grenzen?
De bron van ons geloof en gemeente-zijn is de Bijbel, het woord van God. Dat geeft richting aan de invulling van het gemeenteleven. We zeggen ermee: hierop ben ik aanspreekbaar. Dit is waar wij ons met elkaar aan conformeren.
Toch is daarmee niet alles gezegd. Op basis van de Bijbel worden verschillende standpunten ingenomen over allerlei onderwerpen. Anders gezegd: de Bijbel is een boek dat uitleg nodig heeft. Wie bepaalt dan wat de ware uitleg is? Of is het: zoveel zinnen, zoveel meningen?
Het is goed om te beseffen dat wij niet de eersten zijn die de Bijbel lezen, wij staan daarbij op de schouders van het voorgeslacht. Velen voor ons hebben over allerlei onderwerpen nagedacht. Zo zijn de belijdenissen in de Vroege Kerk ontstaan, en werden in de tijd van de Reformatie de belijdenisgeschriften opgesteld. Ze fungeren als een leeswijzer bij de Bijbel. Niet ‘als een stok om mee te slaan, maar als een staf om te gaan.’ Een prachtig voorbeeld is de uitleg van het 8e gebod in de Heidelbergse Catechismus: ‘Dat ik het welzijn van mijn naaste bevorder, en hem zo behandel als ik zelf behandeld wil worden’ (zondag 42, vgl. Matteüs 7:12).
Piketpaaltjes
De Bijbel biedt geen pasklare antwoorden of helder afgebakende grenzen. Wat valt er op grond van de Bijbel dan wel te zeggen? Een paar piketpaaltjes, die een richting aangeven: Liefde is het eerste woord. Dat is de kern (Matteüs 22:37-40), en het grootste van alles (1 Korintiërs 13:13). Daarmee is een principiële openheid naar de ander gegeven. Wie hij of zij ook is, iedereen is welkom. Vogels van diverse pluimage vinden daar een onderkomen (Psalmen 84:4; Matteüs 13:32). Daarbij moet wel onderscheid gemaakt worden: elke persoon wordt in liefde ontvangen, maar niet elk gedrag wordt getolereerd.
Het tweede is eerlijkheid: laat uw ja ja zijn (Matteüs 5:37; Jakobus 5:12). Doe wat je zegt en zeg wat je doet.
Het derde is openheid. Laat er in de gemeente een klimaat heersen dat maakt dat we aanspreekbaar zijn op wat we zeggen en doen. En mochten er toch dingen misgaan, dan kan dat besproken worden (Matteüs 18:15). Hierbij is het eerste principe leidend: doe het met liefde.
Gezamenlijke zoektocht
De eerste christenen werden ‘mensen van de weg’ genoemd. Een prachtige typering, waarin doorklinkt dat wij onderweg zijn, en Hem volgen die de weg is: Jezus Christus. Dat maakt duidelijk dat het niet allereerst gaat om een set regels, die zeggen: dit mag wel en dat mag niet. Dat is voor veel mensen het beeld van de kerk. Maar het gaat allereerst om een Persoon, Hem volgen we na. Dat bepaalt onze levenswandel (1 Johannes 2:6).
Wat dan allereerst opvalt, is dat mensen zich door Jezus gezien en gehoord weten. Bij het volgen van Hem horen inderdaad regels, maar die regels kun je niet een-twee-drie op een A4-tje vastleggen. Dat is een gezamenlijke zoektocht. Daarbij zoeken we samen een weg tussen enerzijds een genadeloze afrekencultuur en anderzijds een cultuur waar alles met de mantel der liefde bedekt wordt.
Spanning
Die spanning kom je in de Bijbel ook tegen. Enerzijds worden mensen aangesproken op hun gedrag: wat fout is, is fout. Dat moet ook benoemd worden, en zo nodig bestraft. Hier komt tucht om de hoek kijken.
Anderzijds geldt: Wie zonder zonde is werpe de eerste steen (Johannes 8:7). Zo’n tekst kun je makkelijk misbruiken. Hij is niet bedoeld om alles glad te strijken. Jezus zegt ook: ga heen en zondig niet meer. Wel bewaart zo’n tekst ons voor een ongenadige houding. Genade betekent niet: zand erover, we hebben het er niet meer over. Maar het maakt wel ruimte voor een nieuw begin. Liefde bedekt tal van zonden (1 Petrus 4:8). Niet als een automatisme, maar in de dynamiek van de ontmoeting en het gesprek. Niet voor niets klinkt vlak ervoor de oproep: ‘Heb elkaar vóór alles innig lief.’
Openheid
Veiligheid heeft te maken met gezien worden. Er is aandacht voor elk mens, inclusief zijn of haar vragen. Het veronderstelt een open klimaat, waar ruimte is voor verschil van inzicht, ruimte voor gesprek daarover. Dan voelt een voorganger zich vrij om te zeggen wat gezegd moet worden. En geldt het tegelijk ook andersom: voelt een gemeentelid de ruimte om daar vragen bij te hebben. De kritische jongere is net zo welkom als het behoudende gemeentelid: er is een veilige ruimte om je uit te spreken.
In zijn brieven gaat Paulus vaak in op de praktijk van het gemeente-zijn. Daarbij gaat het ook om de uitstraling van de gemeente naar buiten toe. Dat is een belangrijk aspect: hoe staat de kerk bekend?
Ruimte
Regels zijn belangrijk, maar werken ook beperkend. Daarmee komt het spanningsveld vrijheid – veiligheid in beeld. Vrijheid is een groot goed. Je moet er niet aan denken dat er censuur is, dat anderen gaan bepalen wat je als predikant/ambtsdrager wel en niet mag zeggen. Betekent dit dat de voorganger dan dus alles kan zeggen? Nee, ook dat niet. Daarom zijn er afspraken. Toch vormen de regels niet de kern. De kern is de onderlinge verbondenheid, de wederzijdse liefde. De regels zijn het geraamte, maar in de onderlinge ontmoeting zoeken we een weg in dat spanningsveld. Daarvoor is het van cruciaal belang dat er een open sfeer is; dat er ruimte is voor vragen, dat er een cultuur heerst van liefde en betrokkenheid voor elk mens.
Helderheid
Besef wel hoe snel er onveilige situaties kunnen ontstaan. Waarschijnlijk gebeurt het lang niet altijd bewust. Maar het gebeurt wel. Zorg voor een veilig klimaat, zeker voor degene die het wil melden. Wees duidelijk over bij wie men terecht kan met vragen of opmerkingen. Voorkom dat het een zoektocht wordt, voordat iemand zich met iets kan melden. Een vast aanspreekpunt, in het kerkblad en op de website.
En zorg voor een klimaat van openheid: dat iemand die zich meldt zich onwillekeurig toch niet bezwaard voelt of het idee krijgt dat hij of zij lastig is.
Onderken reflexen die voorkomen: daders die zichzelf vrijpleiten. En slachtoffers die zich (mede)schuldig voelen. Vaak is er bij het slachtoffer een gevoel van schaamte over wat voorgevallen is. Wanneer dat samengaat met een niet open en onveilig klimaat, is de kans groot dat het onder het tapijt blijft. Daarom is een cultuur van openheid, waarin de dingen bespreekbaar zijn, zo belangrijk. Juist voor de kwetsbare heeft de kerk, in lijn met de Bijbel, altijd extra aandacht gehad.
Roelof (drs. R.F.) de Wit is als predikant verbonden aan de Hervormde Gemeente te Ermelo. Hij is lid van de redactie van Ouderlingenblad.
Verdiepingsvragen namens de redactie
- Wat is de waarde en wat is de moeite van het deel uitmaken van een gezin?
- Wat vind je van de uitspraak: ‘Elke persoon wordt in liefde ontvangen, maar niet elk gedrag wordt getolereerd?’
- Kun je voorbeelden noemen van een ‘afrekencultuur’ in onze samenleving? Kom je dit in de kerk ook tegen? Wat zetten het leven en de boodschap van Jezus daar tegenover?