Etty Hillesum en innerlijke vrede
Hoe leerde Etty Hillesum om vrij te zijn en zichzelf niet te verloochenen? Is haar weg ook in deze tijd van belang? En begaanbaar?
Etty Hillesum was niet naïef. Zij wist al vroeg wat de Joden te wachten stond. Zij geloofde de verhalen niet dat de werkkampen niets meer waren dan dat. Er lag geen toekomst in het oosten, besefte zij. Daar wachtte de dood.
Ze was wel bang om door te draaien, niet zozeer door de oorlogsdreiging als wel door haar eigen familiegeschiedenis. Haar getalenteerde broer Mischa leed aan psychoses en was daarvoor meerdere keren opgenomen in het Apeldoornsche Bosch, de Joodse psychiatrische instelling. Hij kreeg er elektroshocks. Over haar vader schrijft Etty: ‘Achenebbisj’, terwijl ze regelmatig haar zorg uit ‘dat ze niet moet worden als haar moeder’.
De moed waarmee zij haar eigen onstabiliteit onder ogen kom
In haar dagboek schrijft ze dat haar moeder een vat vol onmogelijke psychologische verwikkelingen was. Ze herkent zichzelf in haar. Bij vlagen vol enthousiasme en leven, terwijl ze de rest van de tijd in zichzelf wegteert. Ze is daar streng over. ‘Je peinst weer verheven over zelfmoord,’ schrijft ze.
Trouw in een onstabiele tijd
Het is Etty’s grote zorg om stabiel te blijven, terwijl niet alleen om haar heen maar ook in haarzelf alles onstabiel is. Daar werkt zij bewust aan door te schrijven in haar dagboek en daarbij zichzelf tegen het licht te houden, door te lezen in de Bijbel, door haar werk bij de Joodsche Raad en haar therapie bij ‘Herr S.’: Julius Spier.
Die therapie is in onze ogen wonderlijk. Toen Etty voor het eerst bij hem kwam, deed hij de deur open met een antenne die hij op zijn hoofd had bevestigd. Bij diezelfde sessie begint hij al met haar te worstelen. Ze worden minnaars. Hij leest handlijnen. Wij kunnen wellicht niet meer goed de waarde van zijn werk inschatten; wij ervaren vooral vervreemding. Maar in zijn tijd was hij een gezocht arts en handlijnkunde werd serieus gewaardeerd.
Op Etty Hillesum had hij een enorme invloed. Wie haar complete werken, De nagelaten geschriften van Etty Hillesum (1986), leest, raakt er zelf van onder de indruk. De moed waarmee zij haar eigen onstabiliteit onder ogen komt. De vrijmoedigheid waarmee zij haar seksualiteit viert en beschrijft. Haar gedrevenheid om vrienden trouw te zijn. Om, zoals zij zelf schrijft, ‘haar eigen volk trouw te zijn.’ En om op die manier zichzelf niet te verlaten of te verloochenen.
Jij draagt niet het leven …
In het hart van haar leven staat haar keuze om uiteindelijk in Westerbork te blijven, wetende dat zij op een dag naar de vernietigingskampen zal worden gedeporteerd. Als zij van Klaas Smelik senior de mogelijkheid krijgt aangeboden om onder te duiken, weigert zij die. Zij vindt van zichzelf ‘dat zij het lot van haar volk moet delen’. Een keuze die tot op de dag van vandaag getuigt van een grote kracht.
Toch is de standvastigheid waarmee zij haar weg naar Auschwitz aanvaardt, niet in de therapie ontstaan. Ze lijkt haar eerder te zijn overkomen. Of, als dat nauwkeuriger is, aan haar gegeven. Er is dat andere besluit in haar leven. Het lijkt zo in tegenspraak met alles wat zij wil zijn: ze raakt zwanger en besluit het kind niet geboren te laten worden.
Ze is bang dat ze de gekte van haar familie zal doorgeven. Ze kan de zorg voor het kind niet aan. Etty ondergaat een abortus. Ik ben geen psycholoog maar ik kan mij voorstellen dat het onderkennen van je onmogelijkheid in alle gevallen te doen wat je zou willen doen, of van je onmogelijkheid in alle gevallen te zijn wie je zou willen zijn, je menselijk maakt. Deemoedig, om een bijna vergeten woord te gebruiken.
Zoiets gebeurt met Etty. Zij heeft kort na haar abortus een visioen. Zij ervaart zichzelf als een golf in de zee. De zee beweegt. De golf is daar de uiting van. Misschien is het niet heel origineel, het beeld komt vaker voor. Ook bij andere schrijvers. Voor Etty is het echter een authentieke ervaring: jij draagt niet zelf het leven. Het leven draagt jou. Dat besef brengt haar tot een innerlijke vrede. Al weet ik niet of zij het zelf zo zou hebben genoemd.
Aanvaarding
Er zijn een aantal veelbetekenende momenten in haar dagboek. In 1942 wordt Julius Spier opgeroepen zich te melden op het kantoor van de Sicherheitsdienst. Hij is doodsbenauwd. Etty gaat met hem mee. Ze beschrijft hoe ze daar wil zijn als een vrouw met een menselijk gezicht.
Ze beweegt zich tussen de tafeltjes met typende mannen als autonoom, terwijl ze dat feitelijk niet is. Zo lang zij innerlijk vrij is, kunnen de SD’ers haar niets doen. Het doet denken aan Bonhoeffer die zichzelf ziet als de enig vrije in de gevangenis.
Etty glimlacht naar iedereen. Dat levert haar op een gegeven moment de woede op van een van de typende mannen. ‘Haal die stomme grijns van je gezicht!’ snauwt hij haar toe. Ze noteert later dat het eigenlijk zo was: wij zijn de vrije mensen, die jongens die daar zaten te werken, waren de gevangenen.
Een ander fragment uit haar dagboek beschrijft hoe het licht op een ochtend schijnt over een paar hyacinten in de tuin van haar huis aan het Museumplein in Amsterdam. Dat licht is voor haar sterker dan alle dreiging en meer waar dan al het geweld. Omdat het resoneert met het licht dat in haarzelf schijnt.
Dat licht is voor haar meer waar dan al het geweld
Wij leven in andere tijden. Nederlanders worden niet met antisemitische haat bedreigd tot ondergang. En toch spreekt de innerlijke vrede van Etty Hillesum aan. Onze tijden zijn licht ontvlambaar. Iemand zegt iets, en duizend anderen hebben daar een mening over. Die duizend buitelen vervolgens ook nog eens over elkaar heen. Het brengt ons geen stap verder. Je zou willen dat we iets van innerlijke stabiliteit zouden kunnen vinden, zoals zij dat deed.
Niet iedereen is onder de indruk van Etty. Sommigen vinden haar een kwezel. Koos van Zomeren citeert een kampbewoner uit Westerbork, dat mensen soms gek werden van haar eeuwig mededogen. De scherpste kritiek is tevens de meest houtsnijdende. Etty vond haar stevigheid door deze gedachte: het lijden kun je alleen opheffen door het te omarmen. Een gedachte uit de school van Spier.
Die weg lijkt onbegaanbaar. Dat ben ik met de critici eens. Het is ook een smal pad. Aanvaarding mondt al gauw uit in vergoelijking of goedkeuring. Het was om geen van beide te gaan in de zoektocht van Etty. Zij wilde vrij en zelfstandig blijven tot in de dood. En als je dat wilt, schijnt mij de les van Julius Spier de enig juiste.
Sybrand van Dijk is predikant van de Protestantse Gemeente van Roden-Roderwolde.