Geen plaats aan de tafel
Lieve Toos
Een rubriek met prangende vragen en accurate antwoorden, dat is Lieve Toos. Heeft u ook een pijnlijke of een prangende vraag waar u graag een accuraat en adequaat antwoord op krijgt? Stuur het naar de redactie van Woord & Dienst (redactiewoordendienst@kokboekencentrum.nl).
Lieve Toos,
Bij het koffiedrinken na de dienst gaat iedereen altijd bij dezelfde mensen zitten. Ze kennen elkaar. Ik ken nog bijna niemand. Laatst ging ik bij zo’n groepje zitten en toen zei de mevrouw die daar al zat: ‘Deze stoel is bezet, u kunt hier niet zitten.’ Later zag ik dat haar handtas nog steeds op die lege stoel lag. Had ik haar opmerking moeten negeren? En er toch moeten gaan zitten?
Onbekende in de kerk
Beste onbekende in de kerk,
Natuurlijk had u daar moeten gaan zitten, het liefst bovenop die vermaledijde handtas! Wat is dit voor gemeente, waar nieuwelingen niet van harte welkom geheten worden? Uw gemeente zal toch ongetwijfeld – sinds Jan Hendriks’ boek Op weg naar de herberg (2002) – in het beleidsplan hebben staan dat ze een ‘open, gastvrije gemeente’ is? Blijkbaar is dat beleidsplan, net als al die andere, veel te dik om te hanteren en ergens in een la verdwenen.
Maar weten ze daar dan niet dat iedere vreemdeling zomaar een engel van God kan zijn? Of zoals de Emmaüsgangers ervaren hebben in de ontmoeting met een vreemde: het is de Heer zelf!
Ja, het is logisch dat er in iedere gemeenschap, of het nu een kerk of voetbalvereniging is, groepjes vrienden zijn die elkaar al jaren kennen en waarin het als nieuweling lastig is om ‘binnen te komen’. En ik begrijp dat u uzelf niet wilt opdringen, want u bent – zo maak ik op uit uw vraag – bescheiden van aard, voorzichtig aftastend, kat uit de boom kijkend. Maar als die kat helemaal niet naar beneden komt, dan zou ik, met onze Heer, tegen u willen zeggen: ‘Schud het stof van je voeten en vertrek!’
Demonstratief in uw eentje gaan zitten
Mocht dat voor u geen optie zijn, dan zou u natuurlijk ook heel demonstratief in uw eentje aan een lege tafel kunnen gaan zitten met uw kopje koffie en daar stil en wat verdrietig voor u uit staren. U zou daar ook een echt tegenoffensief van kunnen maken door bijvoorbeeld zachtjes een mooi lied te gaan zingen zoals Psalm 107 over ongastvrije streken: ‘geen thuis, geen toevluchtsoord’, of Lied 388: ‘Voor ieder van ons een plaats aan de tafel’!
Maar wellicht is de tactiek van ‘vurige kolen stapelen’ effectiever. U neemt wat lekkers mee voor bij de koffie en verzint daar een verjaardag, jubileum of andere feestelijkheid bij. Of u zegt eenvoudigweg: ‘Ik trakteer omdat ik hier zo hartelijk ontvangen word als nieuweling!’
Mocht dit allemaal geen effect hebben, dan zou u ten slotte de voorganger nog kunnen vragen om eens te preken over gastvrijheid, bijvoorbeeld bij een tekst als Deuteronomium 10:19, Romeinen 12:13 of 1 Petrus 4:9: ‘Wees gastvrij voor elkaar, zonder te klagen.’ Dan hoop ik dat u straks niets meer te klagen hebt en van harte uw plek kunt innemen op een stoel zonder handtas.