Geestelijke vorming als methode voor alledaags pastoraat

In dit inleidende artikel komt vooral het alledaagse van het pastorale contact aan de orde. Zal het dan over koetjes en kalfjes gaan? De in dit themanummer beschreven methodiek koerst juist op verdieping – maar wel informeel en open.
Inleiding
‘Alledaags pastoraat’ roept al gauw het beeld op van een informeel gesprekje. Het maken van een afspraak voor een pastoraal gesprek voelt een stuk formeler dan een spontaan gesprek tijdens het uitlaten van de hond, het doen van boodschappen of het koffiedrinken na de kerkdienst.
Bij alledaags pastoraat kun je ook denken aan een ontmoeting die wat aan de oppervlakte blijft steken: het blijft wat gaan over de alledaagse dingen zoals werk, gezin, de buurt of het nieuws zonder dat het hart ter sprake komt, laat staan het leven met God. Deze eerste associaties bij ‘alledaags’ verdragen zich niet zo met een methode. Een pastorale methode is vaak gericht op een doel; en dat zijn nu juist onze alledaagse gesprekken veel minder.
In deze bijdrage bespreek ik een nieuwe methodiek voor een vorm van alledaags pastoraat. Ik ga eerst verder in op de uitdrukking ‘alledaags pastoraat’ en vervolgens introduceer ik de methode met de gesprekskaarten voor pastorale verdieping.
Alledaags
De kerkelijke gemeente kent van ouds drie vormen van pastoraat die als ‘alledaags’ te typeren zijn.
Allereerst natuurlijk de spontane ontmoeting. In het voorbijgaan hoor je van elkaar hoe het gaat en geef je aandacht aan wat er op dat moment gaande is in het leven van de ander. Aan het verdrietige, maar ook aan dat wat dankbaar stemt en vreugde geeft. Ten tweede kent de kerk het regelmatige huisbezoek. Om allerlei redenen is dit op veel plaatsen geen gangbare praktijk (meer). Ten derde is er het kennismakingsgesprek. De pastor, bezoekmedewerker of predikant, bezoekt de bewoners van een huisadres, omdat pastor en pastorant elkaar nog niet kennen.
Het gewone leven van mensen is altijd deel geweest van pastorale praktijken in de kerk
Kenmerkend voor elk van deze drie vormen van pastoraat is dat het gewone leven centraal staat. Het gaat over het gezinsleven, over het werk, over gezondheid en over geloof. Er zijn meestal geen hoge doelstellingen, al kan een kennismakingsgesprek of een spontane ontmoeting zomaar ineens een diepere laag raken en kan er iets worden uitgewisseld dat soms pas later wordt gezien als iets van Gods Geest. Deze vormen van pastoraat laten zich meestal ook niet in eerste instantie leiden door crises of problemen.
Het gewone leven van mensen is altijd deel geweest van pastorale praktijken in de christelijke kerk. In de eerste eeuwen stond het leven van de gewone mens in het teken van de strijd tegen de zonde of in het licht van de toetreding tot de gemeenschap van Christus door de doop. Pastorale teksten van de woestijnvaders of van vroegchristelijke schrijvers geven daar inzicht in. Het ging om het begeleiden van mensen in de weg van het geloof. Daar groeide ook een boetepraktijk uit, waardoor in het middeleeuwse christendom de persoonlijke biecht als toegang tot de eucharistie centraal kwam te staan in het pastoraat. Het gewone leven van de gelovige wordt daarmee opgenomen in het grote verband van wet en evangelie. Daar hoorden rituelen en methoden bij.
Een benadering om diepgaande gesprekken te voeren in een kort pastoraal traject
Methodieken voor alledaags pastoraat zijn dus niet vreemd. Tegen deze achtergrond is een nieuwe methode ontwikkeld om pastoraal op te trekken met geloofsgenoten, zonder dat er een directe (problematische) aanleiding is in het leven. Kerk-zijn betekent immers ook dat je elkaar ondersteunt en begeleidt in de weg van het geloof en in het leven met God.
Pastorale gesprekken met het oog op geestelijke vorming
Op zoek naar een benadering die predikanten en pastoraal werkers in de gemeente zouden kunnen gebruiken voor geestelijke begeleiding, heeft een internationaal team tussen 2019-2022 gewerkt aan een methodiek voor geestelijke vorming in het kerkelijk pastoraat. De kaartenset Geestelijke vorming. Gesprekskaarten voor pastorale verdieping maakt deze methode beschikbaar voor het Nederlandse taalgebied.
De methode is niet bedoeld voor hulpverlenende gesprekken, maar biedt een benadering om diepgaande gesprekken te voeren in een kort pastoraal traject met gemeenteleden die zoeken naar meer geestelijke diepgang in hun alledaagse leven. Om recht te doen aan het hele mens-zijn wordt gewerkt met vier sets kaarten, verdeeld over minimaal vijf gesprekken. Om tot diepgaande ontmoeting te komen, veronderstelt de methode dat het pastorale gesprek zich voltrekt in een veilige ruimte van geheimhouding.
Meer weten?
Geestelijke vorming. Gesprekskaarten voor pastorale verdieping is een kaartenset van 4 sets met 11 gespreksvragen voor het voeren van pastorale gesprekken. Bij deze methode is een basiscursus voor predikanten, kerkelijk werkers en andere pastorale professionals ontwikkeld.
Op www.pthu.nl/geestelijkevorming vind je meer informatie.
De kaartenset
Ter introductie op de methode noem ik de volgende drie kenmerken:
1. Informeel en gestructureerd
De pastorale gesprekken vertrekken vanuit een thema dat door de pastorant wordt aangereikt vanuit de kaartenset. Er ontspint zich een gesprek rond dat thema. Er staat niets op het spel. Hoewel, het gewone leven is in zichzelf de moeite waard om te bevragen op thema’s als geduld, liefde, gebed en zingeving om er een paar te noemen. De kaarten bieden structuur, maar het gesprek kan net zo vrij en informeel zijn als een gesprek dat je voert als je elkaar op straat tegenkomt. Maar dan in een setting waarin je met elkaar bent overeengekomen om een aantal keer te spreken over de rol van het christelijk geloof in het gewone leven.
2. Open en gestuurd
In het kerkelijk pastoraat zit altijd een spanning tussen de eigen agenda van de kerk en de openheid voor wat zich aandient in het leven en waar de pastorant over wil spreken. Hoeveel mag je in een pastoraal gesprek sturen? De kaartenset maakt het mogelijk om hier ontspannen mee om te gaan. De pastorant kiest zelf welke thema’s tijdens het volgende gesprek aan de orde komen aan de hand van de kaartenset die aan de beurt is. Elk van de vier gebieden van mens-zijn is verdeeld in 10 thema’s die ontleend zijn aan het christelijk geloof en de pastorant kiest zelf welk thema hij of zij aan de orde wil stellen. Een methode met sturing, maar tegelijk maximaal open. Want als er geen thema precies past, is er de mogelijkheid om gebruik te maken van de ‘blanco kaart’ en draag je zelf een thema aan.
3. Breed en gericht
De methode bevat heel gerichte theologische taal. Er komen thema’s langs als ‘geloof’, ‘de rustdag’, ‘zelfbeheersing ’. Een korte omschrijving helpt bij het nadenken hierover. Soms past deze omschrijving niet helemaal in de eigen spiritualiteit of is de (theologische) taal iets te specifiek. Of niet specifiek genoeg, dat kan natuurlijk ook. Daarmee is de methode breed genoeg voor een heel spectrum aan geloofsbelevingen én is het mogelijk om gericht vanuit de eigen geloofstraditie invulling te geven aan de thema’s die langskomen. De één heeft meer met zingeving, de ander met discipelschap. Maar zodra het gaat om ‘geloof’ of ‘de rustdag ’ in relatie tot het eigen alledaagse bestaan, valt er over te praten met een pastor. Aan de hand van elk thema kun je van elkaar leren als pastor en pastorant in het besef dat ons hele leven zich voltrekt voor het aangezicht van God.
De methode is breed genoeg voor een heel spectrum aan geloofsbelevingen
Samen optrekken
Geestelijke vorming. Gesprekskaarten voor pastorale verdieping is een methode waarin de pastoraal werkende wordt aangesproken op het eigene van het kerkelijke pastoraat: het geloofsgesprek in een sfeer van vertrouwen. Of de pastoraal werkende nu een pastoraal opgeleid predikant of kerkelijk werker is, of een ouderling die vanuit de ruimte van het ambt het gesprek aangaat over het geloof. Maar de eigen regie van de pastorant in het gebruik van de methode zorgt ervoor dat de ambtsdrager niet boven de gemeente komt te staan. De methode helpt om voor elkaar een metgezel te zijn op de weg van het geloof.
Theo Pleizier is als universitair hoofddocent Praktische Theologie werkzaam aan de PThU.