Menu

Premium

Godmenselijke emoties

Bijbelwetenschappen

Alternatief bij 7e zondag na Epifanie (Jesaja 12, Filippenzen 1:12-30 en Johannes 11:28-44)

‘Jezus weende’ (Johannes 11:35) – het is de kortste en misschien ook de krachtigste bijbeltekst. ‘Weet dat Jezus meehuilt met jouw tranen’, heeft een jongerenbijbel in de kantlijn staan. We zien hier de emoties van Jezus: huilen, ergernis, verbolgenheid, diepe bewogenheid. Zijn menselijkheid kan niet sterker benadrukt worden dan dat hier gebeurt.

Tegelijk is Hij de Zoon van God. Zijn gebed straalt majesteitelijke kalmte uit. Hij is de situatie volstrekt meester. Dit is voor ons moeilijk in te denken. Hoe kan Jezus wenen als Hij weet dat Hij straks de dode zal opwekken? Hoe moeten we ons Jezus’ emoties voorstellen, en wat opent dat voor perspectief op onze eigen emoties?

Actieve werkwoorden

Er is iets bijzonders aan de hand met vers 33. ‘Jezus zag hoe Maria en de Joden die bij haar waren weeklaagden, en dat ergerde Hem. Diep bewogen zei Hij (…)’ (NBV 2004). Prof. Brouwer (1925) vertaalt: ‘Toen maakte innerlijke ergernis zich van Hem meester; en Hij ontroerde.’ Ergernis maakt zich meester van de Meester? ‘Woede bevangt zijn geest en alles in Hem is in beroering’ (NB 2014). De vrijzinnige Leidse Vertaling (1912) vertaalt het meest precies: ‘Jezus (…) vertoornde zich innerlijk en bracht zich in ontroering.’ Het staat er letterlijk. Jezus is hier actief ten opzichte van zijn emoties. Hij vertoornt zich, Hij brengt zich in ontroering. ‘Hij ontroerde Zichzelven’ (SV).

Ergernis of verbolgenheid

De ergernis (aldus de NBV 2004) van Jezus heeft wat extra uitleg nodig. De Joden treuren wel, maar even later verwijten sommigen Jezus zijn afwezigheid (11:37). Hun verwijt is inhoudelijk identiek met dat van Marta en Maria. Maar doordat het in de derde persoon staat, is het een vorm van roddelen. En nog weer later gaan sommigen Hem aangeven bij de farizeeën (11:46). Hun schijnheiligheid is het dan die Jezus’ ergernis oproept. Toch lijkt Johannes meer te bedoelen. Het in de verzen 33 en 38 gebruikte Griekse werkwoord embrimaomai betekent letterlijk zoiets als ‘snuiven’. Het kan ‘afsnauwen’ betekenen, maar ook ‘snuiven van verontwaardiging’. Dat lijkt in Johannes 11 meer op zijn plek. De Opstanding en het Leven trekt ten strijde tegen de laffe vijand, de dood. Bij het zien van wat zijn regime teweegbrengt, is Jezus diep verontwaardigd. Is het geen godgeklaagd onrecht als lieve mensen ten prooi vallen aan de dood? Kan een mens daarover niet briesen van verontwaardiging? De NBG ’51 gebruikt hier het krachtige woord ‘verbolgen’. Tot het verwarrende palet aan emoties dat de dood oproept, behoort ook de verbolgenheid.

Jezus kiest voor emotie

Maar Jezus wéét toch dat Hij Lazarus straks tot het leven roept? Bij ons zou die voorkennis afbreuk doen aan onze emoties. We zouden tegen onszelf zeggen: Nog even doorbijten, straks is het voorbij. Dat zou ons leed aanzienlijk verminderen. Maar Jezus is in staat om zich volkomen te concentreren op het verdriet dat Hij nu wil doorleven. Niet afgeleid door wat dan ook, ook niet door zijn voorkennis. Hij wil nú het verdriet tot de bodem proeven. Zoiets kunnen wij ons niet voorstellen, omdat we gewone mensen zijn. Maar bij Jezus is de menselijke natuur zo volkomen gehoorzaam aan de goddelijke natuur, dat Jezus’ vermogen tot het voelen van emotie er maximaal door wordt. ‘Weet dat Jezus meehuilt met jouw tranen.’ En dat niet omdat Hij niet anders kan. Hij kan goddelijk sereen blijven. Maar Hij kiest ervoor zichzelf onder te dompelen in verdriet, verbolgenheid, innerlijke storm. Niets is hier lot, alles is keuze, alles is liefde.

God-met-ons in onze emoties

Wat betekent dit voor onze emoties? Jezus bidt (en Johannes schrijft): ‘opdat wij geloven zullen’. Vertrouwen wekken is het doel. Vertrouwen krijgen in een God die niet zomaar een wonder uit de hemel dropt, maar die heel de weg mét ons gaat. Die ons volkomen serieus neemt in wie we zijn en wat we voelen. Dat is voor ons een uitnodiging om emoties niet te ontveinzen. Juist nu we Jezus naast ons weten, de Hogepriester die kan meevoelen met ons (Hebreeën 4:15), hoeven we onszelf niet te schamen voor rauwe emoties. De stoïcijnen hadden gelijk: God is niet onderworpen aan gevoelens. Maar hier hadden ze niet van gedroomd: God onderwierp zichzelf vrijwillig aan menselijke emoties, uit pure liefde. Daar waar we absolute eenzaamheid verwachtten, blijkt de Zoon van God te zijn. ‘Ik was buiten, Gij waart binnen,’ schrijft Augustinus. In tranen, verbolgen, ontroerd. We schrikken er haast van dat onze ellende Hem méér doet dan onszelf. Hij stelt de pijn in dienst van zijn liefde.

De verdoving voorbij

Wat betekent navolging van Christus in dit verband? Kunnen wij Jezus hierin navolgen: ‘Hij ontroerde Zichzelven’? Misschien meer dan we denken. Vasten is een middel om ons te ontdoen van routine en gevoelloosheid. We proberen dingen tot ons te laten doordringen; verdriet te ervaren om straks de paasvreugde te kunnen ervaren. De zondagen voor de vastentijd zijn een tijd van goede voornemens.

Hoe wil ik toegroeien naar God? Waar wil ik me van onthouden? Naar welke mensen wil ik toegroeien? Wie wil ik opzoeken? Daarbij mogen we in navolging van Christus een serieuze poging doen ‘in iemands huid te kruipen’. Al luisterende deelgenoot te worden van zijn of haar gevoelens. Bewogenheid laat zich niet commanderen, maar we kunnen onszelf er wel ontvankelijk voor maken.

Uitzicht

Jezus leeft met ons mee, bewuster dan wij ooit kunnen leven. En nadat Hij met ons heeft meegeleefd tot de dood, zullen wij met Hem leven. Dat is ons uitzicht. Daarom kan Paulus schrijven: ‘Het leven is mij Christus en het sterven gewin’ (Filippenzen 1:21). Jesaja 12 geeft ons een indruk van het eeuwige leven: vreugde, gejubel en gejuich voor de Heer.

Deze exegese is opgesteld door Wouter van Voorst.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken