Hartstocht, lijden en liefde: van Amnon en Tamar tot Hooglied
Beeldmeditatie

Passie: een woord met twee gezichten. Enerzijds verwijst het naar lijden, zoals we dat kennen in de Paastijd – de Mattheus Passie herinnert ons eraan. Anderzijds beschrijft het de vurige hartstocht voor iets of iemand, die soms overgaat in een ongezonde obsessie. In een boeiende beeldmeditatie neemt visueel kunstenaar en Joods verhalenverteller (maggidah) Shoshannah Brombacher ons mee door het Bijbelse verhaal van Amnon en Tamar.
Het woord ‘passie’ kent twee betekenissen: lijden, zoals we dat kennen uit de Paastijd, en hartstocht of obsessie voor iets of iemand. Neem bijvoorbeeld de geschiedenis van Amnon en Tamar in 2 Samuel 13. Daarin ontwikkelt Amnon een ongezonde obsessie en hartstocht voor zijn halfzuster Tamar.
Amnon en Tamar: een tragedie van ongezonde passie
Zijn vriend Jonadab – die wordt beschreven als verstandig, maar er een onethische denkwijze op nahoudt – gaf Amnon de snode raad te doen alsof hij ziek was en Tamar te vragen naar hem toe te komen om iets lekkers voor hem te koken. Amnon kon of mocht dat waarschijnlijk niet zelf aan Tamar vragen, want het was zijn vader, koning David, die Tamar opdroeg om naar haar halfbroer te gaan.
Een ontmaagde vrouw kon nauwelijks een echtgenoot vinden. Tamars toekomst werd vanaf die dag verwoest
Toen Tamar bij hem was, stuurde Amnon met een smoes iedereen zijn kamer uit en sloot de deur. Dat was geen goed teken, en de bedienden vermoedden waarschijnlijk al wat. Hij vroeg Tamar hem te voeren, greep haar vervolgens beet en verkrachtte haar.
Dat is vreselijk, en in die tijd kwam daar nog bij dat een ontmaagde vrouw – zeker een prinses die geen weduwe of gescheiden vrouw was – nauwelijks nog een echtgenoot kon vinden. Tamars toekomst werd die dag verwoest. Ze werd vanaf nu beschouwd als ‘beschadigde waar.’
Liefde of obsessie?
Hield Amnon van Tamar? In de tekst gebruikt hij het Hebreeuwse woord ahavah, wat liefde aanduidt in velerlei betekenissen. Maar echte liefde was het van zijn kant niet, want meteen na zijn slechte daad kreeg hij een afkeer van het meisje (dat is iets voor psychoanalyticus Sigmund Freud), en hij liet haar door zijn bedienden naar buiten gooien. Tamar smeekte hem koning David om haar hand te vragen, en de zo door hem – Amnon – aangebrachte schande te ‘bedekken’ met een huwelijk. Maar Amnon wilde daar niets van weten. Dit was pure hartstocht, ongezonde passie – geen liefde.
Verboden huwelijken in Leviticus en de Talmoed
Kon Amnon zijn halfzuster eigenlijk wel huwen? Volgens Leviticus 18 – een Bijbelboek dat verboden verbintenissen tussen familieleden opsomt – kon dat niet.
Toch maakt de Talmoed een kanttekening. Daarin staat dat Tamars moeder een krijgsgevangene was die door David werd bezwangerd, maar dat zij noch haar dochter Tamar ooit officieel tot het Joodse geloof waren overgegaan. Het huwelijk tussen Amnon en Tamar zou daardoor technisch gezien niet verboden zijn volgens de Joodse wet. Bovendien waren zulke halfbroer-halfzus huwelijken in sommige culturen rondom Israël niet taboe.
Lust en hartstocht voerden tot lijden
David en Tamars broer Absalom waren terecht bijzonder kwaad over deze schanddaad. Het was geen liefde, maar lust en hartstocht, en het voerde tot diep lijden – vooral voor Tamar, en later ook voor David, toen hij hoorde dat Absalom wraak had genomen op de schender van zijn zuster en hem had gedood.
Het verhaal van Amnon en Tamar is een nare geschiedenis voor iedereen die erbij betrokken was. Dit heeft later geïnspireerd tot een rabbinaal verbod (isoer jichoed): het is een man en een vrouw die niet gehuwd zijn of geen nauwe verwanten (zoals een moeder en haar zoon of een broer en zus) verboden om samen alleen in een dichte kamer te vertoeven. Met de deur open, in een huis waar meer mensen aanwezig zijn en in- en uitlopen, mag dat wel.
Over hoe het Amnon verder verging tot hij door Absalom werd gedood, horen we weinig. Is hij later nog ‘gelukkig’ getrouwd met iemand anders? Ondervond hij als dader sociale gevolgen van zijn daad? Leed hij aan een slecht geweten?
Omstreden liefdesliederen in de Tenach
Is er ook goede hartstocht? Jazeker, al leidt ook die soms tot problemen. Dat wordt beschreven in het Hooglied, een prachtige cyclus van huwelijks- en liefdesliederen die bijna niet werd opgenomen in de canon van het Oude Testament.
Hooglied werd bijna niet opgenomen in de canon van het Oude Testament, want verschillende rabbijnen vonden de liederen te werelds en te erotisch
De canon, die werd vastgesteld in de eeuwen rond de jaartelling, is sindsdien ongewijzigd gebleven voor de Joodse Tenach. Behalve wat betreft de volgorde van de boeken, komt deze overeen met het Protestantse Oude Testament. Verschillende gezaghebbende rabbijnen vonden de liederen van het Hooglied te werelds en te erotisch, maar stemden in met de toevoeging aan de Tenach toen andere rabbijnen stelden dat ze in werkelijkheid de allegorische liefde van God voor Zijn bruid Israël bezongen.
Liefde en hartstocht in het Hooglied
Hooglied 3, 1-5 beschrijft een jonge vrouw die door liefde en hartstocht gedreven haar veilige huis verlaat en op zoek gaat naar haar geliefde:
“Ik zocht ‘s nachts op mijn leger degene, die mijn ziel liefheeft; ik zocht hem, maar ik vond hem niet; ik zei: Ik zal nu opstaan en in de stad omgaan, in de wijken en in de straten; ik zal hem zoeken, die mijn ziel liefheeft; ik zocht hem, maar ik vond hem niet. De wachters, die in de stad omgingen, vonden mij: ik zei: Hebt u hem gezien, die mijn ziel liefheeft? Toen ik een weinig van hen weggegaan was, vond ik hem, die mijn ziel liefheeft; ik hield hem vast, en liet hem niet gaan, totdat ik hem in het huis van mijn moeder gebracht had, en in de binnenste kamer van degene, die mij gebaard heeft. Ik bezweer jullie, dochters van Jeruzalem! die bij de reeën of bij de hinden van het veld zijt, dat jullie de liefde niet opwekt, noch wakker maakt, totdat het haar behaagt!”
En in Hooglied 5, 7-8:
“De wachters, die in de stad omgingen, vonden mij, zij sloegen mij, zij verwondden mij; de wachters op de muren namen mijn sluier van mij. Ik bezweer jullie, dochters van Jeruzalem! Indien jullie mijn liefste vinden, wat zullen jullie tegen hem zeggen? Dat ik ziek ben van liefde.“
De hartstocht van de jonge vrouw in Hooglied is geïnspireerd door haar liefde en dreef haar ’s nachts naar buiten. Dat was in die tijd, en vaak nu nog, niet veilig voor jonge vrouwen. Ze wilde haar geliefde naar het huis van haar moeder brengen. Dat impliceert een koosjer huwelijk in het verschiet.
Pesach: feest van exodus, liefde, lente en bruidstijd
De liefde, vermengd met hartstocht, wordt prachtig beschreven in diverse andere hoofdstukken van het Hooglied. De liefde is wederzijds, wat in het geval van Amnon en Tamar vrijwel zeker niet het geval is geweest. Het Hooglied wordt tijdens Pesach, het Joodse Paasfeest dat de bevrijding uit de Egyptische slavernij en de exodus viert, voorgelezen in de synagoge. Het lied van de liefde en de lente, van de bruidstijd van God met Zijn volk Israël.
Ik wens u allen gezegende Paasdagen en een gezegend Pesach.

Shoshanna Brombacher (1959) is kunstenaar, auteur en maggidah (spiritueel verhalenverteller). Haar kunst en verhalen zijn geïnspireerd door Joodse wijsheid. Brombacher groeide op in Amsterdam en specialiseerde in oude semitische talen aan de Universiteit Leiden. Ze woonde in New York en momenteel in Berlijn. Meer over haar werk is te vinden via Academia.